Inhoudstafel van Brug 117 ( september 2022)
Rudolf Steiner over de toekomst van Duitsland Alois Irlmaier over de toekomst van Duitsland De drie dagen durende duisternis
* * * * * * * * * * * * * * * Beste Lezer,
Deze aflevering van De Brug gaat voor het grootste deel over de voorspellingen van een verwoest Duitsland en een duisternis die drie dagen gaat duren. Rudolf Steiner sprak alleen over het eerste, maar vele andere helderzienden zagen ook die drie dagen durende duisternis. In Duitsland was de bekendste Alois Irlmaier, maar die bekendheid was zelfs in Duitsland zeer relatief.
Het is voor alle helderzienden quasi onmogelijk om een precieze datum voor een gebeurtenis in de toekomst aan te geven, er zijn te veel stromingen en tegenstromingen die een invloed uitoefenen op het wereldgebeuren.
Alles lijkt in een stroomversnelling te zijn gekomen, alle fundamenten van wereld- en maatschappelijke orde worden ondergraven. Meer en meer mensen worden wakker en beginnen door te hebben dat een geestelijke tegenmacht
alles op alles zet om zijn mensvijandig doel te bereiken.
François De Wit.
* * * * * * * * * * * * * * * Over een voorspelling van Rudolf Steiner
In de Pinkstertijd van 1924 ging op het landgoed van graaf Keyserlingk in Koberwitz de zgn. Landbouwcursus door. De deelnemers aan deze cursus en de verschillende gasten werden 12 dagen lang ontvangen door de graaf en zijn vrouw Johanna. (Deze vrouw, van Schotse afkomst, was zelf in een bepaalde graad helderziend, niet op zgn. atavistische wijze, maar volgens Rudolf Steiner op een manier zoals de meeste mensen over 1000 jaar zullen helderziend zijn. We schreven daarover al in Brug 89.)
De dagboeknotities die zij tijdens dit evenement maakte, heeft zij in 1949 voor een beperkte groep mensen openbaar gemaakt, een gestencild document van 92 blz. met als titel “Zwölf Tage um Rudolf Steiner”. In 2018 werd deze tekst opgenomen in het boek “Koberwitz 1924” door de zoon Adalbert von Keyserlingk.
Hoofdstuk 9 is getiteld : over de toekomst van Duitsland.
Zover het bericht van Rudolf Meyer.
![]()
Maar nu we zien hoe onbeduidende naties actief gesteund worden om Rusland uit te dagen in woord en daad, vergroot de kans dat een van deze provocaties de Russen doet besluiten om eens een grote opruimactie in gang te zetten. Alois IrlmaierWe geven eerst een korte levensschets van deze man en enkele anekdotes over hem die ons toelaten om uit te maken of we hem als helderziende au sérieux kunnen nemen. Alle informatie hieronder vertaalden we uit het boek van Stephan Berndt “Alois Irlmaier – ein Mann der sagt was er sieht”. (Reichel Verlag, 4de editie, 2015)
![]()
Alois Irlmaier werd geboren op 8 juni 1894 in Oberscharam bij Siegsdorf ten zuiden van de Chiemsee in Beieren als zoon van een boer. In 1920 huwde hij en nam het ouderlijk boerenerf over. Zes jaar later brandde dit volledig af en met deze catastrofe begon voor Irlmaier en zijn familie ( het echtpaar kreeg in de loop der jaren vier kinderen) een lange periode van armoede die duurde tot de Tweede Wereldoorlog.
![]()
Een gave die bij Alois Irlmaier aangeboren was : hij kon hij met zijn blote handen voelen waar er water in de grond zat en hoe diep. Van dit talent maakte hij zijn beroep en in de loop van zijn leven heeft hij duizenden wateraders en bronnen aangeduid en honderden waterputten gegraven. Rond 1950 verschenen vele krantenartikelen over hem. Daar lezen we : “Reeds als kind voelde hij als hij over de velden ging af en toe een soort borrelen in zijn handen en voeten. Het duurde niet lang of hij had door dat dit gebeurde als hij boven een waterader stond. Hij heeft geen wichelroede nodig, zijn handen gaan vanzelf omhoog als hij boven een waterbron komt, ook al zit die 80m diep. Zijn aderen beginnen op te zwellen en aan het trekkend, snokkend gevoel onder zijn huid kan hij aflezen in welke richting het water loopt en wel zodanig dat hij een volledige plattegrond van de waterloop kan optekenen.” “Dat gevoel is als het uittrekken van een handschoen. reeds als 7-jarige had hij dit en het is in de loop der jaren alsmaar sterker geworden. Zo kwam hij vanzelf op zijn beroep als waterzoeker en bouwer van waterputten.” “Hij was de enige waterzoeker die 100% garantie gaf voor het resultaat : hij betaalde de kosten van een vergeefse uitgraving, maar dat is bij mijn weten nooit nodig geweest.” Tijdens de eerste Wereldoorlog, als soldaat aan het Oostfront, hielp Irlmaier zijn compagnie om water te vinden, wat zeer welkom was omdat de terugtrekkende Russen de waterputten vergiftigd hadden. “In het dorp Kleindingharting waren maar weinig bronnen die ook weinig water gaven, het waterprobleem bestond daar al lang. Door de groeiende bevolking werd het probleem alleen maar groter. In droge periodes moest het water van ver aangevoerd worden. Volgens de bevoegde instanties was er weinig kans om in dit gebied voldoende water te vinden. De boer van het Frimmerhof liet Irlmaier komen, die liet zich een kaart voorleggen van het gebied en terwijl hij zich heel hard concentreerde, ging hij met zijn vingers over de kaart. Van enkele punten zei hij dat er water was, maar niet genoeg. Tenslotte duidde hij een plek aan waar zich een sterke onderaardse bron zou bevinden. Dan ging hij samen met de boer naar buiten om te verifiëren, en zie, precies op de plaats die hij op de kaart had aangeduid, sloeg de wichelroede geweldig uit. Irlmaier gaf de diepte en het debiet aan van de bron, hij schatte zo’n 100 kuub per dag, en dat de bron ook in droge periodes 100% constant was. Als dat niet zo zou zijn, dan zou hij de kosten van de boring dragen. Maar het kwam uit zoals hij gezegd had. er werd naast de kapel op de Ludwigshöhe een reservoir gebouwd van 50 kuub en vandaar een leiding naar Kleindingharting. Dit werd door de bevolking met vreugde begroet, zoals men wel kan begrijpen.” “Hij kreeg vele dankbrieven uit alle continenten, een deel ervan heb ik zelf gelezen. Ik zag bvb. een brief van een missiepost in Afrika. Ze bevestigden dat zijn aanduidingen op de kaart volledig klopten en dat ze op die plek water hadden gevonden. Alois vertelde mij daarover dat paters uit Afrika bij hem waren geweest omdat ze gebrek aan water hadden op hun missiepost. Ze vroegen hem om mee te gaan naar Afrika en zouden zijn vliegreis betalen. Dat wilde hij niet doen, maar hij beloofde hen te helpen. Ze moesten hem een plattegrond van hun grondstuk op schaal 1:100 sturen en hij zou aankruisen waar ze moesten zoeken. Dat deden ze en ze vonden water op de plek die hij aangeduid had.” De putten die Irlmaier groef waren soms heel diep. De putten bij Obing en Wank zouden 80m diep geweest zijn. In het geval van een put bij Irling bevestigde de veldwachter dat hij 50m diep was. Let wel : niet geboord maar gegraven ! Met dit niet ongevaarlijk werk verdiende Irlmaier zijn brood. Hij had heel rijk kunnen worden want hij “zag” ook olie en steenkool in de bodem : “Ik zou enkele goede plaatsen kunnen verraden, maar daarmee wacht ik tot de vreemde heren terug naar huis zijn (de Amerikanen). Vandaag is het zinloos, anderen zouden er het profijt van hebben en wij de drek.” Verschillende getuigen vertellen dat Irlmaier met een zeef water schepte uit een bron terwijl hij zijn hand boven de zeef hield : het water bleef in de zeef tot hij zijn hand wegtrok, dan liep het erdoor !
Irlmaier met een wichelroede, maar dat deed hij alleen voor een demonstratie want hij had die niet nodig om water te vinden.
“En terwijl ik dat zo aan ’t bekijken ben, treedt de Moeder Gods uit de omlijsting en komt naar mij en kijkt mij zo echt lief aan, en dan terug in de omlijsting. Sindsdien is het zo met mij .... Overigens,” - hij spreekt zacht alsof hij een groot geheim vertelt – “overigens weet ik alleen waar die prent is. Als ik merk dat het hier met mij ver afgelopen is, dan laat ik rond dat beeld een kapel bouwen. En als die klaar is, dan sterf ik. Dat weet ik heel zeker.” “Ik stond daar als verstijfd” gaat Irlmaier verder, “maar sindsdien zie ik nu eens dit, dan weer dat, soms zijn het overledenen in zo’n sluierachtige gewaden, soms Onze Heer aan het kruis en louter zo heilige zaken, zonder dat ik iets kan aan doen.”
Dat was in 1928, twee jaar nadat het ouderlijk boerenerf afgebrand was, in hetzelfde jaar dat hij met zijn ouders, vrouw, twee eigen kinderen een pleegzoon naar Freilassing was verhuisd. Na de oorlog waren er ongeveer een miljoen Duitse mannen van wie men geen inlichtingen had. Hun verwanten stroomden naar Freilassing in de hoop via Irlmaier iets over hun lot te weten te komen. Dikwijls stond er een rij van 100 mensen aan Irlmaiers woning. En dat van in de zomer van 1945 tot minstens maart/april 1950 of zelfs 1952. Meestal in het weekeinde, maar ook tijdens de week. Dat was ook zo al in maart 1946, toen nog geen enkele krant over hem geschreven had, dus allemaal mensen die het hadden van horen zeggen. Op een ander proces waar hij als getuige opgeroepen was, vroeg de voorzitter hoeveel bezoekers hij ontving. Irlmaier antwoordde dat de zondag ervoor 150 mensen aan zijn deur stonden, maar dat hij er slechts 15 à 20, hoogstens 25 kan toelaten; want meer kan hij niet aan, hij moet de andere weer naar huis sturen, hij gaat er zelf aan kapot.
Als hij er 25 per dag kon helpen en er staat een rij van 100, dan duurt het 4 dagen vooraleer heel de rij aan de beurt is geweest. En inderdaad, in de Sonntagspost in 1950 lezen we dat de reporter sprak met mensen die al 4 dagen aan ’t wachten waren; twee jonge mannen, alle twee zwaar gewond in de oorlog, met amputaties, wachtten er al een week ! De mensen stonden daar dag en nacht, in regen en in de zon, in grimmige kou. Van april 1946 tot juni 1947 had Irlmaier een spreekverbod van de overheid opgelegd gekregen, toen waren er geen wachtrijen natuurlijk, want hij werd bewaakt. Maar als men rekent met 10 mensen per weekenddag, 4 jaar lang, dan zijn er dat minstens al 4000. Als men nog enkele per weekdag erbij rekent, dan kunnen het er misschien 30.00 geweest zijn.
Enkele anekdotesHij kon mensen zien die overleden waren, met vele van die overledenen kon hij praten, met andere niet. Vele glimlachen vriendelijk naar hem, maar andere geven de indruk van te treuren. Toen hij eens met een kennis in een kerk was zag hij op de stoelen vele overledenen zitten, enkele daarvan met hun rug naar het altaar gekeerd.
Uit een reportage in de Münchner Merkur in oktober 1949 :
Uit dezelfde reportage :
Andere mensen vertelde gelijkaardige voorvallen :
Ferdinand Felber, een jarenlange vriend van Irlmaier :
Uit de Altbayerische Heimatpost van 6 november 1949 :
Uit de Münchner Merkur in oktober 1949 : De bekendste van die politici was Conrad Adenauer, die ook nog een andere helderziende raadpleegde, een zekere Buchela (echte naam : Margarethe Goussanthier). Adenauer liet hen regelmatig ( maar niet samen) naar de Bühlerhöhe komen, een luxehotel in het Zwarte Woud.
Reeds tijdens de Tweede Wereldoorlog was Irlmaier door mond-aan-mond-reclame als ziener bekend, niet alleen in Rupertiwinkel (het Duitse gebied rond Freilassing), in Salzkammergut (het deel van Oostenrijk dat aan Freilassing grenst) en in de Chiemgau, maar ook in verder gelegen gebieden. Dat kwam vooral door de inlichtingen die hij kon geven over vermiste soldaten. In de laatste weken van de oorlog kwam daar nog iets bij. Een week later werd ook Freilassing gebombardeerd, Irlmaiers woonplaats, op dezelfde dag dat Hitlers Berghof op de Obersalzberg bij Berchtesgaden gebombardeerd werd. De treinen uit Berchtesgaden passeerden het station van Freilassing en in theorie hadden toen nog enkele nazi-kopstukken via dit station kunnen ontsnappen. Irlmaier “zag” dat de bommenwerpers in Engeland opgestegen waren en enkele uren later ter plekke gingen zijn en waarschuwde iedereen. Minstens een paar dozijn burgers namen de vlucht, maar er stierven toch nog 64 inwoners. Toen hem in 1949 een proces werd aangedaan omdat hij zgz. de mensen bedroog waren er meer dan 40 getuigen, van wie vele getuigden dat hij dag, uur en plaats van het bombardement had voorspeld en daardoor vele mensenlevens had gered. Ferdinand Felber was Irlmaiers schoonbroer. Hij vertelt :
“Een verwante van mij, een boerin, bezocht ons telkens ze in Lauen inkopen deed. Ze jammerde iedere keer over haar twee zonen die in de oorlog gesneuveld waren, en ook dat ze van de derde al heel lang geen teken van leven meer had ontvangen. Wij hadden een groepsfoto van deze jongens en mijn vrouw toonde deze foto aan Irlmaier. Direct zei hij dat hij de jongens links en rechts op de foto versluierd zag, zij zijn gevallen. Maar die in het midden leeft. Hij is daar waar de zon opgaat. Ik zie hem werken en hij komt spoedig naar huis, als de kerselaars terug bloeien.
“In februari 1945 kregen we van mijn broer een brief uit het lazaret met het bericht dat een granaat zijn twee voeten had afgerukt. Nieuwsgierig vroeg ik Irlmaier of hij dit ook kon zien. Hij keek lange tijd naar een hoek van de kamer en schetste het precieze verloop van het gebeuren tot aan de aankomst in het operatiekwartier.
“Ik moest bij Irlmaier zijn om zijn aansluiting op het elektriciteitsnet te regelen. Samen met mij was er ook een oudere vrouw bij hem die inlichtingen wilde over haar vermiste zoon. Ik was er dus bij toen hij met een zeer treurige blik de vrouw moest meedelen dat hij haar zoon op de foto die zij hem toonde, versluierd zag, dat hij spijtig genoeg niet meer ging terugkomen. Verder zei hij haar ook dat haar man zich wilde laten scheiden van haar en dat hij haar zou vermoorden als ze daarin niet toestemde. De vrouw bevestigde dit. Irlmaier : “Maar ge hebt hem toch niet nodig, ge komt gij goed terecht zonder hem.” Irlmaier stierf na een korte maar zware ziekte op 26 juli 1959. Blijkbaar had hij het moment van zijn eigen dood niet precies gezien maar dat moet ons niet verbazen. Hoewel hij bij talloze diefstallen de dief kon aangeven, werd hijzelf ook eens het slachtoffer van een diefstal. Toen de mensen hem vroegen of hij dat dan niet had kunnen “zien”, antwoordde hij : “Na, von mir selber seh’ i nix.”
Irlmaier over Duitslands toekomst
In ieder geval moet Irlmaier al tijdens de oorlog een verwoest Duitsland en een Russische inval gezien hebben, maar het is pas na het einde van de oorlog dat hij waarschijnlijk door had dat dit allemaal nog moest komen. Persoonlijk dacht hij dat hij dit zelf nog ging meemaken en gaf aan verschillende mensen de raad om niet in het noorden van Duitsland te blijven of er te gaan wonen.
“Tegen de reporters zeg ik niks meer, die verdraaien alles en laten een hoop weg. Niets dan ergernis heeft men ermee.”
Wat iedereen kan bevestigen die al eens geïnterviewd is voor een krant of een TV-programma.
Maar over de toekomst van Duitsland heeft Irlmaier tegen vele mensen gesproken en enkelen hebben dat opgeschreven. In de verschillende versies zitten kleine afwijkingen, maar toch kan men uit al de getuigenissen distilleren wat gemeenschappelijk is.
“Van de ene dag op de andere zijn ze daar, vanuit het Beierse Woud. Ze rukken zo snel op dat de boeren op café rond de tafel zitten en de vreemde soldaten kijken al door de deuren en vensters naar binnen. Het zal moeilijk zijn om nog weg te geraken dan, maar het gaat allemaal zo snel dat het nauwelijks te geloven is.” “Alles wat noordelijk van de Donau gelegen is, is dood en alleen wie een snelle wagen heeft kan zich nog over de rivier redden, zo onverwachts zal de oorlog losbreken.” “Drie grote pantserkolonnes die men wijd en zijd hoort donderen en malen rukken op tot aan de Rijn, zonder enige weerstand te ondervinden.” “Eén kolonne beweegt langs de lijn Praag – Bayerwald naar het noordwesten maar komt niet ten zuiden van de Donau. De tweede kolonne gaat van oost naar west over Sachsen. De derde van het noordoosten naar het zuidwesten.” “De Rus stormt langs drie kanten richting Rijn, ze houden nergens halt, dag en nacht gaan ze verder, tot aan het Ruhrgebied, waar al die hoogovens zijn.”
“Vanuit K. vliegen de vuurtongen in groot getal naar het noordwesten (van Duitsland ), naar het westen en het zuiden. Ik zie ze als een kometenstaart. Wij hier in onze streek moeten geen schrik hebben. Slechts een enkele keer vliegt zo’n vuurtong niet ver genoeg en dan brandt een kleine stad af maar die ligt meer naar het noorden.”
Links :“De Iskander-raketten bij Kaliningrad zijn een serieus probleem voor de NATO”
Rechts :
Uit Het Laatste Nieuws van 18 augustus 2022
“Van het grote Frankfurt zal nauwelijks iets overblijven. De vallei van de Rijn zal verwoest zijn, meer vanuit de lucht.” “Bij Aken vindt de grootste slag in de wereldgeschiedenis plaats.”
Andere bronnen spreken van een gebied tussen de Zwarte Zee en de Noordzee.
“Wat ik tamelijk zeker weet, als de oorlog komt, dan zal het boven in het noorden het ergst zijn. Ik zie een groot water, dat is hoger dan een huis, dat spoelt over de oevers en wie erin geraakt komt er niet levend uit.” “Daar zie ik er een aankomen vanuit het oosten, die smijt iets in het grote water, dan gebeurt iets merkwaardigs. Al dat water komt als een toren omhoog en valt terug neer, dan wordt alles overstroomd.” “De landen aan de zee dreigt een groot gevaar door het water, de zee is zeer onrustig, de golven zijn huizenhoog, het schuimt alsof het kookt onder de aarde. Eilanden verdwijnen en het klimaat verandert. Een deel van de trotse eilanden verzinkt als dat ding in het water valt dat het vliegtuig uitgeworpen heeft. Het water verheft zich als een massa en valt terug neer. Wat dat is, weet ik niet.”
“ ... maar open gedurende 72 uur geen venster. De rivieren zullen zo weinig water bevatten dat men er te voet kan door waden .... De wind doet de doodswolken naar het oosten wegdrijven.”
Het einde van de oorlog :
Na de oorlog :
“Na de grote oorlog komt er een massale sterfte en een erge hongersnood die niet lang gaat duren. De mensen zullen bedelen, ook mensen die het nu heel goed hebben.”
“Dan komt de paus terug en hij zal nog drie koningen kronen, de Hongaarse, de Oostenrijkse en de Beierse. Deze laatste is zeer oud en heeft sneeuwwit haar, hij draagt lederhosen en gaat met de mensen om als met zijn gelijken.
“ ... en dan zullen we weer de vrije hand hebben in onze heimat. Er gaan gouden tijden komen. Drie kronen zie ik duidelijk, die in Godsvrees zullen regeren. De Donaumonarchie zullen wij krijgen. “Maar beginnen moeten de mensen opnieuw, daar waar hun overovergrootvaders begonnen zijn.” “Julie hoeven dan geen huizen en auto’s te kopen, er zijn er genoeg. Want de ene zal tegen de andere zeggen : Ha, leeft gij ook nog ?” “Het land ten noorden en oosten van de Donau zal terug nederzettingen zien.” “In Beieren zal het klimaat worden zoals in Italië. We zullen wijn kunnen maken en vijgen kweken en de vlijtige boeren zullen twee keer per jaar kunnen oogsten.” “Winters zijn er niet meer en alles groeit meer dan genoeg.” “In een stad ten noorden van de Donau zal de aarde op twee plaatsen openscheuren waar de mensheid bodemschatten zal vinden die daar al eeuwen verborgen liggen en die zullen ons helpen de zware tijd te overbruggen.”
Eind goed, al goed ?
In ieder geval kan het geen kwaad om rekening te houden met dit doemscenario, vooral om ons voor te bereiden op die drie dagen durende duisternis. Wanneer zou dit alles moeten gebeuren ?
Zoals gezegd dacht Irlmaier dat hij het zelf nog ging meemaken. Tegen een vrouw uit zijn buurt die ging verhuizen naar Hamburg zei hij meer dan eens : “ De Rus zal op een half uur in Hamburg staan. Ga lopen vooraleer de moord op een derde hooggeplaatste gebeurt.” Tegen een vrouw uit Hockenheim : “Ge moet op gepakte koffers zitten. Als ge het in de radio hoort dan hebt ge nog 20 minuten om over de Rijnbrug in Speyer (ongeveer halverwege tussen Bazel en Keulen) te geraken.” Over het tijdstip : “Het graan staat hoog op het veld, het loof aan de bomen begint al bruin te worden. dan gebeurt de derde moord, daarna breekt het los.” “De oorlog in het Oosten is afgelopen en de derde moord is gebeurd. Ik zie drie keer negen, wat dat betekent weet ik niet, kan ik niet zeggen. De derde 9 brengt de vrede.” ”Na de moord op de derde breekt het plotseling uit. De moordenaars ontsnappen, maar dan stuift het. Ik zie heel duidelijk drie getallen, twee keer 8 en een keer 9. wat dat betekent weet ik niet, een tijdstip kan ik niet zien.” Er zouden dus kort na elkaar drie prominente figuren vermoord worden. Andere voortekens Het Freiburger Instituut voor Grensgebieden der Psychologie kreeg in 1976 een melding als zou Irlmaier ook gezegd hebben : vóór de Derde Wereldoorlog belastingen die niemand kan betalen. Toen in de 1948 in Duitsland overgeschakeld werd op de Duitse Mark vroeg men Irlmaier of dat te vertrouwen was : dat nieuwe geld is okee, maar wat er daarna komt, daarvoor moet ge u in acht nemen. In 1952 zou hij gezegd hebben : “Nu komen drie roofridders : ministerie van Financiën, de banken, de verzekeringen.”
“Eerst is er nog veel geld. Dan opeens hebben de banken geen meer. Wereldwijd zijn er tekorten. In Europa gaan de staten kapot. De nood gaat van land tot land. De politici lopen te hoop, lopen en lopen en toch levert het niets meer op.”
Als veilig gebied in Duitsland noemde Irlmaier het gebied ten oosten van München dat daar de Saurüssel genoemd wordt, een omschrijving als bvb. Pajottenland, een gebied dat niet heel precies af te bakenen is, in zuidoost Beieren : “Maar” – hij keek ons aan, glimlachend als een man die juist goed nieuws heeft te vertellen, -“daar bij ons in de Saurüssel, daar gebeurt niets. Wij hebben geluk.”
De voorspelde wereldramp van de ‘Drie Dagen Duisternis’
Als een rode draad loopt de aankondiging ervan door de talrijke boodschappen en visioenen, tot in de middeleeuwen toe. Het is verbazingwekkend dat de Kerk en de theologen zich tot nu toe zo weinig ingelaten hebben met een zo dikwijls voor de toekomst aangekondigd ingrijpen Gods.
Boodschap aan Pater Pio
De boodschap van de Heer Jezus Christus aan Pater Pio luidt letterlijk als volgt:
‘Uit de wolken zullen zich orkanen van vuurstromen over de aarde verspreiden. Storm en noodweer, donderslagen en aardbevingen zullen zonder ophouden elkaar opvolgen;
De nacht is zeer koud, er zal een hevige wind staan en na enige tijd zullen de donderslagen beginnen. Sluit dan alle deuren en ramen goed af en spreekt met niemand buiten uw huis. Knielt neer voor het kruis en hebt berouw over uw zonden. Bidt Mijn Moeder om haar bescherming. Kijkt dan niet naar buiten zolang de aarde beeft, want de toorn van Mijn Vader is heilig. In de derde nacht zullen de aardbevingen en het vuur ophouden en de volgende dag zal de zon weer schijnen. De engelen zullen uit de hemel afdalen en de geest van vrede over de aarde brengen.’
Bij deze boodschap maakte Pater Pio nog een opmerking: ‘Jezus wil niet dat we naar de toorn van God kijken, want Gods toorn moet met angst en beven benaderd worden. Wie deze raad niet opvolgt zal ogenblikkelijk omkomen. De wind zal gif en gas met zich meevoeren die zich over de hele aarde zullen verspreiden.’
Alois Irlmayer
De bekende Beierse ziener Alois Irlmayer (hij kwam uit Freilassing en bouwde waterputten) bleef tot zijn dood, op 26 juni 1959, bij zijn visioen omtrent een derde wereldoorlog, waarin de ‘Drie Dagen Duisternis’ op dezelfde manier worden weergegeven als in de boodschap van Pater Pio.
‘Tijdens de oorlog komt de grote duisternis die 72 uur duurt. Op een dag tijdens de oorlog zal het donker worden. Dan barst een hagelstorm los met bliksem en donder en een aardbeving schudt de aarde hevig. Ga dan niet buitenshuis. Geen licht zal er kunnen branden behalve dat van kaarslicht. De stroom valt uit. Wie de (dan verspreide – red.) stof inademt krijgt kramp en sterft. Doe de ramen niet open, bedek ze met zwart papier. Al het open water wordt giftig, ook alle open voedsel dat niet in afgesloten dozen is gedaan. Ook voedsel dat in glas zit blijft niet goed. Buiten heerst de stofdood, zeer veel mensen zullen sterven. Na 72 uur is alles weer voorbij. Maar nogmaals zeg ik het: Ga niet naar buiten, kijk ook niet door het raam naar buiten, laat de gewijde kaarsen of de waxinelichtjes branden en bid. In die nacht sterven meer mensen dan tijdens de beide wereldoorlogen samen.’
Op de vraag hoe de mensen voorzorgen kunnen nemen voor deze duisternis antwoordt Alois Irlmayer het volgende:
‘Koopt een paar conservenblikken met rijst en peulvruchten. Brood en meel blijven goed, vochtig voedsel bederft, behalve in conservenblikken. Leidingwater is drinkbaar, maar melk niet. Echt veel honger zullen de mensen zo niet krijgen tijdens deze catastrofe en duisternis. Het vuur zal branden, maar doet tijdens deze 72 uur geen raam open. De rivieren zullen zo weinig water bevatten dat men ze gemakkelijk zou kunnen doorwaden. Het vee valt om, het gras wordt geel en dor, de dode mensen worden helemaal geel en zwart. De wind drijft de doodswolken naar het oosten weg.
( ... )
Anna Henle
Steeds weer heeft God aan daartoe uitgekozen zielen vingerwijzingen gegeven omtrent een komend strafgericht dat zich zou voordoen, als de mensheid zich niet zou bekeren. Zo kreeg ook de begenadigde zieneres Anna Henle (geb. 18 november 1871 in Aichstetten/Allgäu), die op zestienjarige leeftijd de wondetekens van Christus ontving, een behartenswaardige boodschap van Christus:
‘O laat Gods kinderen toch niet verloren gaan in de hevige verwarring van de strijd!’- ‘Drie dagen, waarin het nacht zal zijn, zullen er komen. Wanneer dan de dwaalleren verdwijnen, wanneer ze met de gesel van de strafroede gezuiverd worden en verstommen, dan zal het heerlijk zijn, dan zal er vrede zijn. De straf zal de gehele aarde treffen. De Drie Dagen Duisternis, te vergelijken met de drie uren van Jezus aan het Kruis, zullen spoedig komen. Het zal plotseling nacht worden en de aarde zal sidderen en beven zoals nooit tevoren.’
Anna Henle schrijft verder: ‘Gelooft u een zo zwak en ellendig mensenkind zoals ik: zou ik tientallen jaren lang hebben kunnen strijden, als Gods macht mij niet had gesterkt? Gelooft maar dat ik anders nu niet meer onder u geleefd zou hebben. Ik heb grote offers en zware strijd moeten doormaken met mensen en priesters die steeds met verwijten kwamen. Laten we toch uitroepen:
Heer, zegen ons, want wij worden allen martelaren in de strijd van de Drie Dagen (Duisternis – red.). Heer, blijf bij ons, zullen wij moeten roepen, wanneer wij dat uur zien en het nacht zal zijn geworden, wanneer alle mensen tekeergaan. Heilige woorden heb ik vernomen omtrent deze ernstige straf die over de mensheid komt. Huiver en afschuw over deze wereld! Zo snel als de bron der eeuwigheid gekomen is, zo snel zal de wereld omvergeworpen worden. Rekent het tot uw plicht er serieus werk van te maken naar Gods vermaning te luisteren! Ik heb de grote en geweldige omwenteling aanschouwd, het is vreselijk, verschrikkelijk! De vinger Gods tikt tegen de wereldbol! O laten we toch alles dragen, alles dulden, al het lijden dragen, zodat wij niet zullen versagen en goede vruchten zullen oogsten, wanneer de zware dagen aanbreken. Hoezeer zullen wij dan als compensatie voor de uren van lijden, van nachtwaken, van strijd naar de verdiensten ervoor streven en verlangen. O, hoe gelukkig zijn wij, als we weten in welke tijd wij leven en wat ons te wachten staat!’
Juist zoals de Moeder Gods in La Salette, zo spreekt Anna Henle van de grote ‘omwenteling’ van de aarde tijdens de ‘Drie Dagen Duisternis’. Dat komt wat de inhoud betreft overeen met vele andere visioenen en boodschappen, die nog concreter zijn. De wereld zal na het strafgericht niet meer zo zijn als nu. Door een kanteling (omkering) van de aardas zullen de klimaatzones zich verplaatsen. Afrika zal een Europees klimaat krijgen, Europa een Afrikaans. Dat wordt algemeen verklaard als een teken van Gods gerechtigheid: de overgebleven Europeanen zullen dan de hitte van Afrika te verduren krijgen.
Anna Henle heeft ook de Eerste Wereldoorlog en de communistische revoluties voorspeld. Als ze spreekt van ‘de vinger Gods die tegen de wereldbol tikt’, dan is dat iets zeer concreets, want volgens andere boodschappen zal de aarde door een inslag van een bol of kogel, een meteoor of planeet getroffen worden. In de boodschappen van Bayside (New York) is er steeds sprake van de ‘kogel van de verlossing’, van een ‘vuurbal’ die de aarde zal treffen en verschrikkelijke verwoestingen zal aanrichten. In een van de allernieuwste boodschappen wordt als aanvulling vermeld dat de botsing met de ‘kogel’ zal leiden tot de explosie van talrijke depots van chemische wapens. De ‘gele gifwolken’, die over de aarde trekken en waarvan in bijna alle boodschappen sprake is, zijn het gevolg van deze explosies.
Anna Maria Taigi
Waardevolle informatie hebben we te danken aan de visioenen van de op 30 mei 1920 door de Kerk zaligverklaarde zieneres uit Rome Anna Maria Taigi (1769-1837), moeder van zeven kinderen. Na haar bekering was het haar gegeven als in een mysterieuze zon iedere gebeurtenis te herkennen waarop zij haar gedachten richtte. In de akten van haar zaligverklaringsproces is het volgende visioen opgetekend:
‘God zal twee strafgerichten voltrekken: het ene komt van de aarde (t.w. oorlogen en revoluties) en het andere kwaad, het andere strafgericht gaat van de hemel uit. Er zal over de hele aarde een diepe duisternis komen, die drie dagen en drie nachten zal duren. Deze duisternis zal het volkomen onmogelijk maken waar dan ook iets te zien. Verder zal de duisternis een verpesting van de lucht met zich meebrengen, die weliswaar niet uitsluitend maar wel hoofdzakelijk de vijanden van de godsdienst het leven zal ontnemen. Zolang de duisternis duurt, zal het onmogelijk zijn om licht te maken. Uitsluitend gewijde kaarsen zullen aangestoken kunnen worden en licht geven. Wie tijdens deze duisternis uit nieuwsgierigheid het raam opendoet en naar buiten kijkt of uit zijn huis gaat, zal ter plekke dood neervallen. Tijdens deze drie dagen moeten de mensen binnenshuis blijven, de Rozenkrans bidden en Gods erbarming afsmeken.’
‘Alle openlijke en geheime vijanden van de Kerk zullen tijdens de duisternis omkomen. Slechts enkelen die God tot bekering wil brengen, zullen in leven blijven. De lucht zal verpest zijn door de demonen die in afgrijselijke gestalten zullen verschijnen. De gewijde kaarsen zullen bescherming bieden voor de dood, evenals de gebeden tot de allerheiligste Maagd Maria en tot de heilige Engelen…
Na deze duisternis zal de heilige Aartsengel Michaël naar de aarde komen en de duivel ketenen tot aan de tijden van de antichrist. In die tijd zal de godsdienst overal verspreid worden en het zal zijn: één Herder, ‘unus pastor’. De Russen bekeren zich, evenals Engeland en China; alles en iedereen zal jubelen om de triomf van de Kerk.’
( ... )
Marie Julie Jahenni
Ontroerend en indringend is de klacht van Christus tot de gestigmatiseerde zieneres Marie Julie Jahenni, die leefde van 12 februari 1850 tot 4 maart 1941 in het kleine plaatsje Blain, in het zuiden van Bretagne. Op 15 maart 1873 verscheen Maria aan het doodzieke meisje en zei:
‘Mijn lieve kind, wil je de vijf wonden van mijn goddelijke Zoon aannemen?’ – ‘Wat zijn dat, die vijf wonden?’- ‘Dat zijn de littekens van de spijkers die Zijn handen en voeten doorboord hebben en ook van de door de lans toegebrachte wond.’ – ‘Ja, van harte, als mijn Jezus het wil en Hij mij dat waardig acht.’- ‘Wil jij je hele leven lang lijden voor de bekering van de zondaars?’ – ‘Ja, mijn allerliefste Moeder, als Uw goddelijke Zoon dat wenst.’ – ‘Mijn lieve kind, dat is jouw bestemming.’
De Moeder Gods keek daarop naar de hemel en zei: ‘Mijn dierbare Zoon, zij biedt zich aan als zoenoffer. Neem haar als zodanig aan.’
‘De mensen hebben niet geluisterd naar de woorden van Mijn allerheiligste Moeder in Fatima. O wee, als ze nu geen gevolg geven aan Mijn woorden! Bidt, bidt, doet boete! Eens moeten alle mensen aan Mij rekenschap afleggen over de genaden, die Ik hun gegeven en aangeboden heb. De mensen moeten in het bijzonder bidden en boete doen voor de bekering van de zondaars, opdat Ik zoveel mogelijk mensen nog redden kan. De zieken zal ik alleen genezen, als ze tot de juiste gezindheid komen. De mensen hebben de taal van de oorlog niet begrepen. Er leven zeer veel mensen in zonde en dagelijks beledigt men Mij opnieuw, het meest door de zonden van onkuisheid.
De veelvuldige verschijningen van Mijn lieve Moeder Maria zijn werken van Mijn Barmhartigheid! Ik zend haar in de kracht van de Heilige Geest als Moeder van Barmhartigheid: om de mensen in het laatste uur te waarschuwen, om te redden wat er nog te redden valt. Ik moet dit alles over de wereld laten komen, opdat nog vele duizenden zielen gered zouden worden die anders verloren zouden gaan Voor alle kruis en lijden en voor alle andere vreselijke dingen die nog staan te gebeuren, mag u niet vloeken, maar Mijn hemelse Vader bedanken! Het is het werk van Mijn Liefde. U zult het later inzien. Omwille van Mijn Gerechtigheid, omwille van Mijn Naam zal Ik moeten komen, omdat de mensen de tijd van Mijn genade niet erkend hebben. De maat van de zonde is vol! Maar van Mijn getrouwen die Ik ken zal geen haar gekrenkt worden. Mijn Liefde zal het u belonen. Brandt gewijde kaarsen en bidt de rozenkrans. Bidt, bidt, bidt, komt tot inkeer en doet boete! Slaapt niet zoals Mijn apostelen op de Olijfberg geslapen hebben, want Ik ben zeer nabij! De toorn van de Vader over dit mensengeslacht is meer dan groot!
Als niet het Rozenkransgebed en de opoffering van Mijn kostbaar Bloed de Vader zo aangenaam zouden zijn, dan was er allang veel eerder geleden naamloze ellende over de aarde gekomen.
Maar Mijn Moeder bidt tot de Vader, tot Mij en tot de H.Geest steeds weer opnieuw om genade. Daarom laat de driemaal heilige God zich steeds weer verzoenen! Dankt het toch aan Mijn Moeder dat het mensengeslacht nog leeft! Eert haar daarom met kinderlijke eerbied, zoals Ik u een voorbeeld heb gegeven, want zij is de Moeder van Barmhartigheid. Laat nooit na om altijd en steeds weer de opoffering van het kostbare Bloed te herhalen. Mijn Moeder bidt steeds weer tot Mij en met haar en langs haar veel offer- en boetezielen. Ik kan haar geen wens weigeren.
Zeker wat betreft de waarschuwing om tijdens die duisternis geen deur te openen, ook al staat uw beste vriend daar te smeken want .... het kan onmogelijk uw beste vriend zijn, die zou door de giftige lucht al lang doodgevallen zijn. Het kan dus alleen maar een zeer realistische begoocheling door demonen zijn !
Over de oorzaak van die duisternis zegt Irlmaier :
Helderziende – ingewijde – adept
Ik merk uitdrukkelijk op dat de helderziende de belangrijkste is omdat hij de hogere zintuigen heeft. De helderziende is hij die werkelijk in de geestelijke wereld kan kijken en daarvan kan vertellen. Stelt u zich een gebied voor waar geen vliegtuigen of treinen bestaan. In zo’n streek is het feit dat er treinen en vliegtuigen bestaan : occultisme, verborgen wetenschap, iets wat de mensen niet weten. Als nu iemand uit zo’n streek naar een ander gebied gaat waar deze dingen wel bestaan, en hij keert terug, dan kan hij aan zijn medemensen vertellen wat hij met zijn eigen ogen gezien heeft. Net zo is het met iemand die door een occulte scholing in de hogere wereld heeft leren zien. Naast de helderzienden waren er in de geheimscholen ook ingewijden. Dat waren diegenen die vanuit omvattende en gericht toegepaste verstandskrachten de feiten en wetmatigheden van de hogere werelden inzagen. Terug een voorbeeld : stelt u zich een mens voor die uitzonderlijk goed ziet en met zijn ogen alle mogelijke lichtfenomenen kan waarnemen, en daarnaast iemand die zeer bijziend is, maar wel volkomen onderlegd is in de fysica en de optica. Deze beide mensen kunnen zeer goed samenwerken, de ene kent de wetmatigheden, de andere niet maar hij ziet de lichtfenomenen. Tegenwoordig, nu de mens materialistisch denkt en voelt, is het onmogelijk om deze twee gebieden streng uiteen te houden en daarom wordt sinds de 14de eeuw geen onderscheid meer gemaakt tussen de twee klassen. Er wordt nu geen inwijding meer doorgevoerd zonder een bepaalde graad van helderziendheid. Dat gaat niet anders omdat de huidige mens niet meer de overgave en het vertrouwen kan opbrengen om zich volledig door een leraar te laten leiden. Sinds de mens begonnen is met het ontwikkelen van de bewustzijnsziel, vanaf de 15de eeuw, is ook het egoïsme enorm gegroeid, een egoïsme waar de mensen zich meestal niet van bewust zijn. Zelfs in het streven naar onzelfzuchtigheid zit een egoïstisch element ! U mag niet vergeten dat het een lang proces is om helderziendheid of inwijding te bereiken. Bij velen zijn daarvoor vele incarnaties nodig.
Nu moeten we nog onderscheiden van de helderziende en de ingewijde de magiër.
“En men dient vandaag de dag de mensheid in een bepaald opzicht het beste doordat men zich ertoe beperkt de inzichten over de hogere werelden bekend te maken en zelf – misschien met een bloedend hart – ook in gevallen waar het aanwenden van magische krachten misschien aangewezen zou zijn, daarvan afstand doet.”
.
De volgende morgen toen Rudolf Steiner kwam ontbijten, zag hij mij en begroette mij met de woorden :
“Goedemorgen Sam ! Je hebt vannacht geroepen ! Wat was er dan ?”
* * * * * * * * * * * * * * *
|
Terug naar het thuisblad