Inhoudstafel van Brug 112 ( juni 2021)

Wat gebeurt er energetisch bij vaccinaties tegen Covid 19 ?

De tweedeling van de mensheid

De triomf van de geneeskunde

PCR-test : we worden opnieuw belazerd

Ingrediënten van een vaccin

Pasteurs misvatting

Pokken in Vlaanderen

Sam Brokken



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

Beste Lezer,




Ik heb een huis. Dat huis is prima in orde. Nooit last gehad van wateroverlast of enig ander probleem.

Nu heb ik een brief ontvangen van de overheid die zegt dat ik de muren van mijn huis moet laten injecteren omdat het dan beter beschermd is tegen de regen, iedereen aangemoedigd wordt om dat te doen en zij alle kosten zal betalen. Het zal mij geen centiem kosten. Het is een kadootje.

Dat is natuurlijk heel fijn maar ik zit er toch wel een beetje mee verveeld dat de overheid alle aansprakelijkheid afwijst als er iets fout zou lopen bij het injecteren van mijn muren en er (ernstige) schade is aan mijn huis. Zij betaalt alleen voor de werken. Voor de rest moet ik mijn plan trekken. Ik kan kiezen uit :

BV Faaizer
NV Moo Derna
NV A. Zeeneeca
BV J. & zonen

Omdat de overheid zo weinig uitleg heeft gegeven, heb ik zelf het één en ander uitgezocht om wat meer te weten te komen over die bedrijven en hun producten. Ik weet graag met wie ik te maken heb en dit al zeker nu ik ga moeten opdraaien voor de gevolgen als er iets mis loopt.

Nu blijkt dat die 4 bedrijven in het verleden al veel problemen hebben gehad met hun producten. Ja. Ze zijn allemaal al vele keren gedagvaard door eigenaars van ander huizen in betaling van astronomische schadevergoedingen wegens grote schade die zij veroorzaakt hebben. Ze zijn alle 4 ook al tal van keren betrokken geweest in corruptieschandalen. Dit is niet van aard om vertrouwen te wekken. Integendeel. Als ze al zoveel problemen hebben gehad ? Amai, zeg.

Ik heb nog wat verder gegraven en wat heb ik ontdekt ? Dat zij potverdikke zelfs geen garantie verlenen op hun producten en zij een contract hebben afgesloten met de overheid waarin zij vrijstelling van elke aansprakelijkheid hebben geëist en bekomen. Dus ... als er problemen zijn met mijn huis kan ik niet terecht bij de overheid en ook niet bij het bedrijf voor een schadevergoeding.

Een herstel is hoe dan ook niet mogelijk want eens mijn muren geïnjecteerd zijn is het voor altijd. Het kan niet meer ongedaan gemaakt worden.

Het lijkt me niet verstandig om dit werk, in deze omstandigheden en onder dergelijke voorwaarden te laten doen door 1 van die 4 bedrijven. Ik snap overigens totaal niet dat de overheid die 4 bedrijven aanbeveelt. Zo'n slechte reputatie, zoveel problemen en op de koop toe voor niets aansprakelijk ? Het kan niet anders dan dat daar een geurtje aan zit, toch ?

Ik wil mijn huis gerust nog beter beschermen dan nu al het geval is maar ik zit dan eerder te denken om dit te laten doen door een bedrijf met een uitstekende reputatie zoals bvb de NV. V. Tamine. .

Wat is jullie advies ? Moet ik dit vergiftigd geschenk aannemen op risico van grote schade aan mijn huis waartegen ik niets kan doen?

(Bron : Carine Knapen “Verzoek om advies” - https://www.carineknapen.info/post/verzoek-om-advies )


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Wat gebeurt er energetisch bij vaccinaties tegen Covid 19?




Veel mensen stellen André Visch, in zijn praktijk in het HeelHuus, de vraag of ze zich nu wel of niet moeten laten inenten. Tegenwoordig is het best gevaarlijk om hierop te antwoorden. “Door de polariteit in de samenleving is een genuanceerd antwoord bijna niet mogelijk. Je wordt meteen in een kamp ingedeeld.” Zo begint hij zijn verhaal. Hij heeft er dan ook lang over nagedacht of hij er wel of niet de wijde wereld mee in zou gaan. Nu hij echter een aantal ervaringen heeft opgedaan met mensen die zijn gevaccineerd tegen Covid 19, vond hij dat hij juist ook deze moest delen. Hij begrijpt daarbij heel goed dat hij een beroepsbias heeft. Hij ziet natuurlijk alleen mensen die slecht op een vaccinatie reageren. Mensen die weinig bijwerkingen krijgen, zullen geen afspraak met hem maken. En ook zijn de aantallen, die hij gezien heeft, (nog) niet erg groot.

“Voor degenen die mij niet kennen, zal ik even kort uitleggen wat ik doe. Ik ben therapeut, begonnen als fysiotherapeut, waarna ik me verder heb ontwikkeld tot manueel therapeut en Traditionele Chinese geneeskundige, waarvan acupunctuur een onderdeel is. Bovendien ben ik werkzaam als healer. In de Traditionele Chinese Geneeskunde noemen ze dit ‘externe qigong’, het vermogen om het energiesysteem van een ander te beïnvloeden en te verbeteren zonder deze persoon fysiek aan te raken. Terwijl een acupuncturist aan dat syteem werkt door middel van het prikken van naalden, doet een externe qigong-therapeut dit door vanuit de geest de energievelden bij zichzelf, om zich heen en in de patiënt te beïnvloeden. Voor veel mensen is dit moeilijk te begrijpen, laat staan te geloven, totdat ze bij mij op tafel liggen en er een wereld voor hen opengaat.

Ik probeer het daarom altijd uit te leggen met behulp van tv-zenders. Stel je voor dat de meeste mensen hun ontvanger maar op 1 zender kunnen afstellen, zeg maar NPO 1, terwijl er eigenlijk veel meer zenders zijn die je (met dezelfde geest) zou kunnen ontvangen, dus ook NPO 2, RTL 4, SBS 6 etc. Als je denkt dat alleen NPO 1 de waarheid is, dan mis je toch een heleboel informatie. En dat is nu precies het probleem van de huidige tijd. Stellingen worden betrokken zonder dat mensen een keer de moeite nemen om op een andere zender af te stemmen. Ik zal dan ook proberen om mijn waarneming van een aantal zenders met je te delen. Dit is niet de ultieme waarheid, maar iets wat je kunt waarnemen als je je geest hebt getraind om energievelden te kunnen zien. Op andere zenders kun je andere aspecten zien die voor een bepaald deel van de realiteit ook waar zijn, mits je naar elkaar luistert en je geest en hart ervoor opent.

Tot nu toe heb ik dus een beperkt aantal gevaccineerde mensen in mijn behandelkamer gehad. Deze hadden zowel de mRNA-vaccins Pfizer en Moderna als AstraZeneca toegediend gekregen. Vrijwel iedereen had ik al eens, recent of verder in het verleden, behandeld, waardoor ik de eerdere energiestatus van deze personen kende. Wat mij bij deze gevaccineerden opviel, was dat hun kruinchakra dichtgeknepen werd. (Je kruinchakra is de verbinding met je hogere zelf, je ziel of je essentie. Hoe spiritueler je bent, hoe duidelijker je deze verbinding zult ervaren.) En wat ik energetisch zag en voelde, kwam overeen met de klachten waarvoor bij mij werd aangeklopt, zoals “ik ben mezelf kwijt” en “ik voel me ontheemd”. Iemand die zeer bewust is, zei zelfs “ik ben de connectie met het licht kwijt.” Voor mij is dit zeer zorgwekkend. Mensen met een goede verbinding zijn namelijk over het algemeen liefdevoller naar anderen en hebben meer respect voor de vrije wil van anderen.

Want stel je eens voor dat 80 procent van de mensheid deze verbinding kwijtraakt. Welke druk ontstaat er dan op de mensen die deze verbinding nog wel hebben, omdat ze ervoor gekozen hebben om zich niet te laten enten? Trouwens, een goed vaccin heeft geen dwang of drang nodig. Dat verkoopt zichzelf. Maar op dit moment is de grootste drijfveer voor vaccinatie angst, een emotie die de spirituele verbinding eveneens negatief beïnvloedt. Degenen die, bijvoorbeeld voor hun werk, gevaccineerd moésten worden, hadden meer last van bijwerkingen dan oudere mensen die geprikt móchten worden, omdat ze in de leeftijdscategorie vielen die aan de beurt was.

Verder viel mij op dat het energieveld om de gevaccineerden heen samen was getrokken en verminderd vrijelijk stroomde. Dit verklaarde het gevoel dat “je door stroop heen moet bewegen en dat alles zwaar aanvoelt”. In de Chinese Geneeskunde worden naast de hoofdmeridianen (Hoofmeridianen zijn energiekanalen waarmee het bewustzijn op een subtiel niveau communiceert met het lichaam. Ik noem dit altijd de netwerkkabels tussen de software – de geest – en de hardware – het lichaam) ook de divergente meridianen onderscheiden. Deze divergente meridianen halen toxische belastingen (energieën, pathogenen en gifstoffen) weg bij de vitale organen die moeten worden beschermd. Dit gebeurt als het afweersysteem niet sterk genoeg is om deze belasting meteen weer het lichaam uit te werken. En ook als de toxische belasting te groot is geworden of al te diep in het systeem is doorgedrongen. Het wordt weggevoerd naar onder andere de gewrichten en naar het bindweefsel in kapsels, pezen en de spieren, met pijnlijke gewrichten, pezen en spieren als resultaat.

Hetzelfde gebeurt ook vaak bij bijvoorbeeld de ziekte van Lyme. De (energetisch) toxische belasting van Lyme wordt in het lichaam opgeslagen, wat uiteindelijk een blijvende stijfheid en pijn in de gewrichten kan geven. Totdat het lichaam een mogelijkheid ziet om dit af te voeren, waar mijn behandelingen op gericht zijn. Niet iedereen met Lyme krijgt trouwens klachten. Of je daadwerkelijk pijn krijgt, is afhankelijk van de hoeveelheid ‘rommel’ (andere vaccinaties, emoties, toxische voeding, doorgemaakte infectie, etc. etc.). die er zich in de loop van je leven heeft opgehoopt. Loopt de emmer over, dan krijg je klachten. Veel mensen hebben daarom bij hun tweede Covid 19-injectie meer pijn dan bij de eerste.

Maar ook als je later nog tegen iets anders aanloopt, kan dit klachten genereren. Soms zelfs jaren later, wanneer het oorzakelijk verband allang niet meer wordt gezien. Het lichaam voert de toxische belasting namelijk niet alleen af naar de gewrichten en het bindweefsel, maar ook naar de hersenen. Op korte termijn resulteert dit in hoofdpijn en een wattig en duf gevoel in het hoofd. Op lange termijn kan dit tot aandoeningen aan de hersenen leiden, zoals dementie en de ziekte van Parkinson.

Bij Astra Zeneca zag ik bovendien een soort van vervaging van de meridianen. Dit zou de vermindering van bloedplaatjes kunnen verklaren, zoals deze in een aantal gevallen geconstateerd is en waardoor deze vaccinatie tijdelijk werd stopgezet. Ik zal dit uiteraard in mijn praktijk blijven volgen en hier misschien later een aanvullend stuk aan wijden.

Iets anders opmerkelijks tot slot is dat er in de ontwerpfase van vaccins voorheen altijd dosis-effectstudies werden gedaan, die voor de Covid 19-vaccins echter (nog) niet hebben plaatsgevonden. Men probeert de dosis altijd zodanig laag te krijgen, dat het lichaam nog goed genoeg geprikkeld wordt om antistoffen te produceren. Want hoe lager de dosis is, des te minder de bijwerkingen zijn. Deze dosis-effectstudies kosten echter erg veel tijd (en geld), terwijl er haast geboden was. Het vaccineren zonder het verwerken van deze studieresultaten, wat nu gebeurt, zou daarom gevaarlijke gevolgen kunnen hebben.

Op de vraag of je je wel of niet in moet laten enten, ga ik ook nu geen antwoord geven. Ik kan slechts mijn ervaringen met je delen, oftewel de informatie die ik van een paar ‘zenders’ heb gehaald. Probeer gewoon voor jezelf een goede afweging te maken door van zoveel mogelijk ‘zenders’ informatie te verzamelen. Je gedwongen voelen door wetgeving of sociale druk vind ik persoonlijk de slechtste reden om een vaccinatie tegen Covid 19 te nemen. Als je je laat prikken, doe dat dan omdat je het zelf echt wilt. Ik wens je daarbij, hoe dan ook, veel licht, liefde en spirituele connectie toe.”

Bron :
https://www.heelhuus.nl/2021/03/24/wat-gebeurt-er-energetisch-bij-vaccinaties-tegen-covid-19/


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*


.

Digitale onsterfelijkheid –
tweedeling van de mensheid ?



Een tekst van Christel Traut in “Der Europäer” van maart 2021 (jg. 25 – nr. 5 )



Sinds de zgn. corona-crisis krijgt men meer en meer de indruk dat de mensheid gemanipuleerd wordt en in een bepaalde richting gestuurd wordt. Wat men ook kan vaststellen is dat het alsmaar belangrijker wordt wat voor een mensbeeld de mensen hebben, of ze zich ooit al bezig gehouden hebben met de basisvragen van het leven : gezondheid, ziekte, dood, waarheid, leugen. Dat schijnt in de dagelijkse omgang altijd meer en meer de doorslag te geven. Het wordt dan duidelijk dat mensen die ervan uitgaan dat er een geestelijke wereld bestaat, of die zich zelfs bezig houden met de geesteswetenschap van Rudolf Steiner, totaal anders kunnen omgaan met wat zich tegenwoordig in de wereld afspeelt. Ze hebben andere prioriteiten dan mensen met een materialistische wereldvisie.
We kunnen de vraag stellen of de kloof tussen de twee groepen in de toekomst zal groter worden en of we misschien al kunnen spreken van het begin van een scheiding in de mensheid.

Waar leidt de “vierde industriële revolutie” ons naartoe ?
Klaus Schwab is stichter en voorzitter van het World Economic Forum dat ieder jaar samenkomt in Davos. In 2016 verscheen zijn boek “De vierde industriële revolutie”. Het doel van deze revolutie zou zijn : het samenbrengen van digitale, fysieke en biologische systemen, en die revolutie zou niet alleen veranderen wat wij doen, maar ze zou de mens zelf veranderen. Goederen en diensten zou men over enkele jaren niet meer kopen, alleen maar huren. Totale controle zou maken dat het begrip “eigendom” zinloos wordt. De privésfeer en het maatschappelijk leven gaat door kunstmatige intelligentie geregeld worden. Voor de grote massa zal er zoiets als een privéleven niet meer bestaan. Bewegingsvrijheid alleen voor wie ingeënt is. Minuscule robotjes (nanobots) in onze bloedsomloop zorgen voor het genezingsproces in geval van ziekte, ziekenhuizen worden overbodig. De beperkingen van de menselijke intelligentie worden verholpen door chips in te planten in de hersenen. Er wordt ook gesproken van het programmeren van hersenimplantaten, en nog veel meer dat aantoont dat de mens hier beschouwd wordt als een machine die men volledig kan programmeren en verder ontwikkelen.
Schwab : “En zo komen we geleidelijk tot het inzicht dat de techniek veel meer te bieden heeft – maar dat er voor ons ook veel meer op het spel staat. Uit alles wat hierboven beschreven is leren we dat we aan de drempel van een radicale systeemverandering staan, die van ons mensen een voortdurende aanpassing vereist. Het zou kunnen dat de wereld verder polariseert : enerzijds zij die de verandering toejuichen en daarnaast zij die dat afwijzen. Daaruit ontstaat een ongelijkheid die veel verder gaat dan de ongelijkheid die we tot hiertoe in de maatschappij kenden. Deze ontologische ongelijkheid scheidt diegenen die zich willen aanpassen af van hen die zich niet willen aanpassen. Ze definieert aldus in principe de winnaars en de verliezers in alle betekenissen van het woord. De winnaars profiteren van bepaalde vormen van radicale verbeteringen van de mens zoals die door bepaalde segmenten van de Vierde Industriële Revolutie gecreëerd worden (bvb. gentechniek), waar de verliezers niet van genieten. Daaruit ontstaat het gevaar van klassenconflicten en andere sociale tegenstellingen die anders zullen zijn dan al wat we nu kennen.”

Wie dat nog duidelijker verwoordde was Kevin Warwick, die over de scheiding van de mensheid schreef in zijn berucht transhumanistisch opstel “Ik, de Cyborg” uit 2002 :
“De mens zal zich kunnen ontwikkelen doordat hij de superintelligentie en de bijkomende mogelijkheden van de cybernetica in de toekomst gebruikt en integreert. Dat alles wijst in de richting van het ontstaan van een nieuw menselijk geslacht dat in de science-fiction als “Cyborg” bekend is.
Dat wil niet zeggen dat iedereen een cyborg moet worden. Als iemand met zijn toestand als mens tevreden is, dan kan hij blijven zoals hij is. Maar hij weze gewaarschuwd : zoals de mensen zich lang geleden afgesplitst hebben van de chimpansees, zo zullen ook de cyborgs zich afscheiden. En zij die als mensen achterblijven, zullen waarschijnlijk een minderwaardige soort worden. Ze zullen effectief de chimpansees van de toekomst worden.

Ahriman als schrijver
Boeken als die van Schwab en Warwick mogen dan wel surrealistisch klinken, maar we moeten ze au sérieux nemen. Als “leidende figuren” uit de politiek en economie waanzinnige dingen schrijven, dan moeten we bedenken dat volgens Rudolf Steiner Ahriman zelf boeken schrijft met de handen van zijn lakeien en aldus graag zijn denkbeelden en doelstellingen openbaar maakt. Daarnaast heeft Rudolf Steiner er ook op gewezen dat voor de huidige heersertypes, het economisch type, een selectie van de slechtsten naar topposities een feit is :

“Het is jammerlijk als men ziet hoe vaak we in de huidige tijd moeten vaststellen dat mensen die in hun innerlijk veel, veel betere mensen zijn, nu opkijken naar veel slechtere en hen als autoriteiten beschouwen. Dat is een algemeen fenomeen. De vereerde autoriteiten zijn hoegenaamd niet een selecte club van een betere mensensoort.”
(GA 191 “Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis”, blz. 114 )

In deze context is het ook interessant om te weten dat het WEF van Klaus Schwab in oktober 2019 het beruchte Event-201 mee gefinancierd heeft, een conferentie waar een fictieve pandemie gesimuleerd werd en de scenario’s besproken werden hoe erop te reageren, en kijk, begin 2020 brak die “pandemie” dan ook prompt uit.

Hieronder : Fauci, de Amerikaanse Van Ranst, wist al in 2017 dat onder Trump zonder twijfel een besmettelijke ziekte zou uitbreken !

Reeds in juli 2020 liet Schwab een ander boek verschijnen : “Covid-19 – The Great reset”. In dit werk lezen we dat covid-19 geen gevaarlijke ziekte is. Maar toch grijpt hij deze ziekte aan als een kans om een sociale verandering door te voeren, een nieuwe start, het begin van een nieuwe wereldorde onder impuls van “controle-elites”. Het zou een grote kans worden om de wereld opnieuw in te richten, ten bate van de superrijke elite, en die nieuwe orde zou tegen 2030 volledig ingericht moeten zijn. Men kan dat een waanzinnig plan vinden maar wat zei Rudolf Steiner over de waanzinnigen en de intelligenten ?

“Men kan zich ook voorstellen dat iemand veel van wat die zogezegde intelligenten aan het uitvoeren zijn beschouwt als grote waanzin, en hij zou ertoe kunnen komen om grote delen van de bevolking als waanzinnig te moeten beschouwen; maar dan zal hij ook begrijpen dat deze meerderheid juist hem als een waanzinnige beschouwt. Want in een wereld van waanzinnigen wordt niet de zot maar de mens met gezond verstand als de getikte beschouwd.”
( in GA 188 “Der Goetheanismus, eine Umwandlungsimpuls und Auferstehungsgedanke”, blz. 29 )

Digitale onsterfelijkheid
In hun boek “De digitale ziel” beschrijven Moritz Riesewieck en Hans Block hoe ook de dood digitaal aangepakt wordt. Er wordt nu al aan gewerkt om alle gegevens en digitale sporen die een mens op het internet achterlaat, na zijn dood te verzamelen tot een soort digitale dubbelganger om op deze wijze ook nog te kunnen communiceren met iemand nadat hij gestorven is. Als een internetgebruiker zou besluiten om zich tijdens zijn leven daarop al voor te bereiden dat hij digitaal onsterfelijk zou worden, dan kan hij deze “onsterfelijkheid” actief voorbereiden. Dan kan hij tijdens zijn leven al zijn gegevens laten opslaan bij een zgn. dubbelganger die dan na zijn dood voortleeft en in wie de afgestorvene dan kan verder leven. Zo klinkt tenminste de materialistische, techniekaanbiddende idee.

Aanbidding van kunstmatige intelligentie
Anthony Levandowsky uit Californië wordt beschouwd als een wonderkind van de cybernetica en speelt een grote rol in de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s in de V.S. Hij stichtte een internetkerk :
“Way of the Future Church”, waar men in plaats van God de kunstmatige intelligentie vereert. Zijn doel is om de angst van de mensen voor kunstmatige intelligentie weg te nemen en machines-robotten in de maatschappij te integreren.
Het is duidelijk dat de digitale wereldvisie een door en door materialistische wereldbeschouwing is die de menselijke ziel wil mechaniseren en de mensen wil laten versmelten met de kunstmatige intelligentie tot een transhumanistisch wezen, zodat de mensen zich ook na hun dood niet kunnen losmaken van de aarde. Dat de kunstmatige intelligentie ondertussen al als een god vereerd wordt, toont aan op wat voor Ahrimanisch-Luciferisch pad de mensheid daarmee geleid wordt.
In het boek “De digitale ziel” leest men in de inleiding :
“Blijkbaar kunnen slechts weinig mensen leven met het idee dat er geen leven is na de dood. Wat ontbreekt is een nieuw heilsverhaal. Het is nog niet gelukt om het verlies aan zingeving te compenseren dat voor miljoenen mensen ontstaan is met het teloorgaan van de godsdienst. Daar gaapt een grote kloof en dat is ook de technologiebedrijven niet ontgaan. Zij beschouwen deze lege plek als een kans voor een grote zakelijke onderneming. Zij hebben zicht op miljoenen mogelijke klanten die open staan voor een nieuwe eigentijdse boodschap die hen verlost van de angst voor een onvermijdelijke dood. In de schaduw van de digitale revolutie zullen ondernemingen in de hele wereld wedijveren om deze gigantische markt te ontsluiten : de digitale onsterfelijkheid.” (blz. 13)

Toekomstperspectieven
Wat zegt Rudolf Steiner over het leven na de dood van mensen die tijdens hun aardeleven alleen materialistisch gedacht hebben en het aardse bewustzijn willen behouden ?

“Hier op aarde heersen de materialistische gedachten; in de geestelijke wereld, als een karma daarvan, heerst het materialistisch gevolg, ver-aardsing van de spirituele lichamelijkheid bij de overledene.”
( GA 174 “Das Karma der Unwahrhaftigkeit”, voordracht van 21 januari 1917)

Carl Stegman verklaart dit in zijn boek “Das andere Amerika” als volgt :
“Als het etherlichaam tijdens het aardse leven een te sterke verbinding met het fysiek lichaam heeft, dan verliest het zijn eigen macht en vormgevingskracht en neemt de vormkracht van het fysiek lichaam aan. Het verstart en wordt vaster. En dat is een groot streven van de Ahrimanische machten. Dat is ook het streven van de Ahrimanische dubbelganger van de mens. Daardoor verbindt de mens zich met de krachten van de Aarde. Na de dood, als het fysiek lichaam afgelegd is, kan het etherlichaam zich niet vervluchtigen omdat daar nog de wetmatigheden van het aardeleven, de verdichting en verstarring, in doorwerken. Daardoor kan zo’n mens zich niet losmaken uit de etheromgeving van de Aarde om tot hogere sferen op te stijgen. Hij blijft voor lange tijd aan de Aarde gebonden en moet Ahriman dienen.”

Als we dit doordenken dan zien we in dat er mensen zijn die door dit soort leven na de dood uit de ontwikkeling geraken die de goede goden voorzien hebben en voortaan andere wegen gaan.
Ahriman probeert de mensen van hun oorspronkelijke goden af te scheiden om ze voor zijn eigen planeet te winnen die hij wil vormen vóór het einde van de Aarde-ontwikkeling.
Ahriman, die in vele opzichten naar zich toe getrokken heeft wat vroeger de Jahweh-god op de toen passende manier deed, verbindt zich met de oude Maan-krachten. Rudolf Steiner:

“En dan zal een tijd komen waar zij die vasthouden aan het materialistisch verstand, zich verbinden met de Maanmachten en die de Aarde, als die een dood lichaam is geworden, zullen omgeven, samen met de Maan. Want deze wezens, deze mensen die zich willen verbinden met het materialistisch verstand, die willen niets anders dan het leven van de Aarde vasthouden, verbonden blijven met het leven van de Aarde, niet op de juiste manier opstijgen van de uitgeleefde Aarde tot wat dan het ziele-geestelijke van de Aarde zal zijn.”
(GA 177 “De val van de geesten der duisternis”, voordracht van 14 oktober 1917 )

Stegman schrijft daarover zeer ernstig : “Daar staan dus voor ons twee wereldperspectieven, twee ontwikkelingsmogelijkheden. We zien ons geplaatst voor een oneindig tragisch gegeven in de menselijke ontwikkeling : de mensheid zal zich splitsen en verschillende wegen gaan. Een groep blijft bij de stervende Aarde, bij de dode aarde en zal een stap lager zinken, de andere groep gaat met de ware spirituele Aarde naar een hoger niveau van mensheid. Dat bereidt Ahriman voor. Met zijn verschijnen op aarde wordt dat een apokalyptische werkelijkheid : een deel der mensheid zal het teken van het Beest, een ander deel zal het teken van God op het voorhoofd dragen.” (blz. 155)

Hoe past in dit gegeven de voorstelling van de transhumanisten die de mensen die zich niet willen laten omvormen met de kunstmatige intelligentie door bvb. een chip in de hersenen, die hun bewustzijn niet kunstmatig willen verhogen, die niet door technische middelen hun aards leven willen behouden – dat deze mensen de chimpansees van de toekomst gaan worden ?
Bij Rudolf Steiner vindt men dan het volgende :

“De mens is tot op het punt gekomen dat hij in de fysieke wereld kon treden. Doordat hij de Atlantische vloed overleefd heeft, werd het voor hem mogelijk om het aangezicht te vormen dat hij nu heeft. Dit is werkelijk een beeld van de in de mens wonende Ik-godheid. Alleen doordat tegen het einde van de Atlantische tijd het etherlichaam zich met het fysiek lichaam verenigd heeft en de krachten van het etherlichaam in het fysieke hoofd intraden, heeft hij zijn huidig aangezicht verkregen dat reeds de Godsgeest laat doorschemeren. Laat ons veronderstellen dat de mens zou loochenen dat het de geest is die hem zijn aangezicht gegeven heeft. Dan zou hij het lichaam niet gebruiken als een gelegenheid om tot een Ik-bewustzijn te komen en om terug te vergeestelijken, maar hij zou dan met het lichaam vergroeien, dit zo lief krijgen dat hij zich alleen in dit lichaam zou thuisvoelen. Hij zou verbonden blijven met het lichaam en nederdalen in de afgrond en dan zou ook de uiterlijke gestalte terug beginnen lijken op zijn vroegere gestalte – omdat hij de kracht van het geestelijke niet gebruikt heeft. De mens die in de afgrond zinkt zou op een dier beginnen lijken.
Zo zal de mensheid voltrekken wat we reeds aangestipt hebben : neerdalen in de afgrond zullen zij die het wonen in een fysiek lichaam niet als gelegenheid gebruiken om tot een Ik-bewustzijn te komen en zij zullen het slechte ras worden. Zij hebben zich afgekeerd van de impuls van de Christus Jezus en uit de lelijkheid van hun ziel zullen ze terug de diervorm aannemen die de mens in vroegere tijden had en beneden in de afgrond zal het ras van het kwade zijn in dierlijke gestalte, met wilde driften. En als boven de vergeestelijkten die het Christusprincipe in zich opgenomen hebben, verkondigen wat ze te zeggen hebben over het zich verbinden met Christus, dan zullen daar beneden klinken : namen der lastering, van het weg willen van wat als geestelijke verandering optreedt.”

( GA 104 “De Apokalyps van Johannes”, blz. 142-143 )

Dus, volgens Rudolf Steiner is het juist het omgekeerde wat gaat gebeuren : zij die zich in de toekomst niet van het materialisme losmaken zullen in hun fysiek lichaam een dierlijke vorm moeten aannemen. Het is natuurlijk een geniale zet van de Ahrimanische machten om de mensen het idee in te fluisteren dat ze, als ze zich met de zgn. kunstmatige intelligentie verbinden, dat ze torenhoog zullen uitrijzen boven diegenen die dat afwijzen, veel meer macht en geld zullen bezitten dan die anderen, en dat ze die anderen als apen achter of onder zich zullen laten.
Het aanbidden van de kunstmatige intelligentie in plaats van Christus toont bovendien overduidelijk hoe sterk de Ahrimanische machten op dat gebied reeds werkzaam zijn.

De komende opsplitsing van de mensheid
Volgend Rudolf Steiner gaat Ahriman in het begin van het derde millennium fysiek op aarde verschijnen. Carl Stegman schrijft daarover reeds in 1991 :
“Eens Ahriman geïncarneerd is zal veel mogelijk worden van wat hij en zijn volgelingen al lang nagestreefd hebben maar nog niet konden bereiken. Het zal hem lukken het aards denken onafhankelijk te maken van het fysieke brein zodat de mensen het kunnen meenemen na hun dood. Dat streeft hij al eeuwenlang na. En het zal hem – door zijn eigen machtsontplooiing – gedeeltelijk mogelijk worden. Dan zullen de mensen die zijn weg gaan in staat zijn hun denken na de dood te bewaren, en niet alleen hun denkvermogen, maar ook hun herinnering, zodat ze in staat zullen zijn al de kennis die ze verworven hebben mee te nemen en verder te ontwikkelen. Daardoor zullen ze in staat zijn hun aards bewustzijn te behouden ook als hun fysiek lichaam achtergelaten is. Dat zal geen bewustzijn van een werkelijk Ik-wezen zijn, maar ze zullen een soort bewust denkende groepszielen zijn, werktuigen van Ahriman. Ze zullen veel machtiger zijn dan de doden tot nu toe wat betreft het beïnvloeden van mensen op aarde en wat betreft het oproepen van wereldvernietigende krachten. Het zal Ahriman verder ook lukken via de op aarde onrechtmatig actieve Maan-, Venus- en Mercuriuswezens om in de mensen een nieuw etherlichaam in te planten dat alleen maar uit aarde-ether bestaat. Dat zal de drager worden van het meegenomen willoze aarde-denken zijn, de drager van de herinnering en het nieuwe bewustzijn na de dood. Daardoor zal het ook voor de dubbelganger mogelijk worden om in die mensen te blijven als ze de drempel van de dood overschrijden. Voor die Ahrimanische dubbelgangers bestaat dan niet meer het gevaar van uitwissing van hun bewustzijn; ze kunnen nu niet meer door de verandering van het aarde-bewustzijn in een baan gebracht worden die voor hen gevaarlijk is. Zij kunnen alleen blijven wonen in een aards geworden etherlichaam en aarde-denken. Zo kunnen ze zelf met de aarde en haar krachten verbonden blijven en de doden sterken in hun aards gericht denken en doen. Mensen die een leidende rol spelen bij het uitvoeren van de doelstellingen van Ahriman, zoals diegenen die in occulte broederschappen met oude culturen werken, zullen de eerste zijn die de Ahrimanische onsterfelijkheid kunnen verwerven.” (blz. 164-165)

Zou het niet kunnen dat het vooruitzicht van een digitale dubbelganger voor vele mensen een overtuigende weg is om te kunnen deelnemen aan deze Ahrimanische onsterfelijkheid ?
We mogen er dus van uitgaan dat een opsplitsing van de mensheid reeds voorbereid, wellicht al voor een deel doorgedreven is.

Geesteswetenschap als noodzaak voor onze tijd
Rudolf Steiner sprak vaak over het geestelijke dat in onze vijfde na-Atlantische cultuurperiode door de mensheid bewust zou moeten aangenomen worden om groot onheil te vermijden :

“Het onheil dat zou komen als de mens de geestelijke vloedgolf zou terugstoten, zou groter zijn dan al het andere onheil. De werkelijke plicht t.o.v. alle geesten die instaan voor de mensheidsontwikkeling is : de mensen bewust te maken van wat zich tegenwoordig in het onderbewuste van de ziel voltrekt – gewoon door de natuurlijke ontwikkeling van onze tijd. Het is noodzakelijk om dat bewust te maken in het tijdperk van de bewustzijnsziel. En ook wat betreft de inrichting van de maatschappij, het sociale, is het noodzakelijk dat men te weten komt wat in feite in de mensenzielen voorhanden is. Want uiterlijk wordt het bestaan altijd meer en meer schijn, een maskerade. Het is vandaag de dag zeer goed mogelijk dat men aan de wachter op de drempel komt, maar door het materialisme van de tijd het bewustzijn daarvan verdringt. Maar wat men verdringt, wat niet bewust wordt, dat verdwijnt daardoor niet, dat is even goed daar. Een of andere mens komt aan de wachter op de drempel, maar door de tijdscultuur verdringt hij dat. Hoe het zich openbaart kan volledig iets anders zijn. Het kunnen de daden van een Lenin, het kunnen de daden van een Spartacusmens zijn.

De Spartacusbond, opgericht in 1915 door o. a. Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg, probeerde in samenwerking met de USPD en de linkse revolutionairen tevergeefs in Berlijn de macht te grijpen en daar een radenrepubliek te stichten, naar het voorbeeld van de bolsjewieken in Rusland.

Daar moet men op letten tegenwoordig, dat we in het tijdperk gekomen zijn waar door de verdoezelingsimpulsen van het materialisme, het doormaken van geestelijke impulsen zich uiterlijk kan maskeren op een manier die de mensheid zeer erg in gevaar brengt.
De tijd is ernstig. Maar we doen onze plicht als we maar de eerlijke wil hebben om met gezond mensenverstand proberen te begrijpen wat door een werkelijke geesteswetenschap uit de geestelijke wereld kan gehaald worden.”
( GA 188, blz. 49-50)


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Gezond verstand



Dit is de naam van een Nederlands tijdschrift dat in augustus 2020 opgericht werd en elke twee weken verschijnt. Het bevat alle informatie die in de traditionele media zorgvuldig geweerd wordt. In het nummer 16 van 19 mei 2020 lezen we in het eerste artikel :

“Het heeft er alle schijn van dat het vestigen van een totalitaire heerschappij het einddoel vormt van de krachten die de coronacrisis op hun geweten hebben. De rechtsstaat wordt ontmanteld, de burgerrechten verdwijnen, de pers wordt gemuilkorfd. Dwarsliggers worden gearresteerd. Van burgers worden dossiers bijgehouden door ambtenaren van de geheime dienst die kunnen uitmaken wie 'staatsgevaarlijk' is. Het afglijden naar een totalitaire staatsvorm lijkt een angstdroom. Een nachtelijke arrestatie door binnengedrongen onbekenden wil niemand aan den lijve ervaren. Maar de werkelijkheid is dat een deel van de bevolking niet streeft naar vrijheid, doch heimelijk hunkert naar de leren laars van onderwerping en vernedering. Over dit thema is in 1976 door de Franse schrijver Jean-François Revel (1924-2006) een boek gepubliceerd dat nog steeds van actuele waarde is. De titel luidt: De totalitaire verleiding. Het is ook in Nederlandse vertaling verschenen.”

Het is spijtig, maar het lijkt er sterk op : de werkelijkheid is dat een deel van de bevolking niet streeft naar vrijheid, doch heimelijk hunkert naar de leren laars van onderwerping en vernedering.

Albert Einstein : “Er zijn twee dingen die oneindig zijn : de menselijke domheid en het heelal. Van het heelal ben ik het nog niet zo zeker.”

Aan deze uitspraak moeten we toch onwillekeurig denken wanneer we mensen zien die een mondmasker dragen in het midden van een natuurgebied of terwijl ze alleen achter het stuur van hun auto zitten. Van deze domheid maakt de farmaceutische industrie gretig gebruik. Misschien is het niet alleen domheid, maar waar ligt de grens tussen domheid, lichtgelovigheid, naïviteit en gemakzucht ( zich niet willen informeren) ?
In de middelbare school lazen wij indertijd de komedie “Knock of de triomf van de geneeskunde”, geschreven door Nobelprijswinnaar Jules Romains. De première van dit toneelstuk vond plaats in 1923 in Parijs. In de vier daarop volgende jaren werd het 1400 keer opgevoerd. Knock werd ook verschillende malen verfilmd. Naast een aantal hilarische scènes komen in de voorstelling ook diepere, satirische bedenkingen over de preventieve geneeskunde aan bod die vandaag de dag meer dan ooit actueel zijn.
Waar gaat het over ?
Een plattelandsdokter laat zijn praktijk over aan zijn jongere collega Knock. Helaas voor deze jonge dokter blijken alle bewoners van het slaperige bergdorpje Saint-Maurice kerngezond. De medische wetenschap lijkt hier weinig eer te kunnen halen, maar de nieuwe dokter denkt daar anders over. Knock huldigt het principe dat ''gezonde mensen zieken zijn die het nog niet weten,” en hij nodigt alle dorpelingen uit voor een gratis consult. Hij jaagt ze de stuipen op het lijf met waarschuwingen over enge microben en ziekten die ''onze eens zo gezonde streek” bedreigen. Binnen de kortste keren ligt de helft van het dorp ziek en angstig te bed. De enigen die er echt beter van worden zijn de apotheker, de waard - wiens hotel als noodhospitaal moet worden ingericht - en, natuurlijk, dokter Knock.

In een artikel in De Morgen ( 3 maart 2000) werd in dit verband ook naar Knock verwezen :


( … ) In 1922 schreef de Franse Nobelprijswinnaar Jules Romains zijn hilarische meesterwerk : Dr. Knock of de Triomf van de Geneeskunde. Dr. Knock is een dassenverkoper, die zichzelf omschoolt tot arts, omdat daar nu eenmaal meer geld mee te verdienen valt. Hij koopt een plattelandspraktijk, maar helaas, die boeren blijken allemaal kerngezond. De oplossing die dr. Knock bedenkt, is even eenvoudig als geniaal. Hij maakt de mensen bang voor verborgen ziekten en op marktdagen verricht hij gratis onderzoek. Een van de stellingen van dr. Knock is: "Gezondheid is een verouderd begrip, er bestaan alleen onvoldoende onderzochte mensen."

Zo is het ook met screening, vroegtijdige opsporing, of check-ups. Ze hebben een aantoonbaar effect op de bankrekening van wie ze uitvoert. De patiënt is er gelukkig mee. Maar vaak betaalt hij een zware prijs. Het is namelijk niet zo zeker dat hij ook echt ziek was. ( … )

Screening doet de borstkankersterfte dalen met ongeveer 30 procent, maar enkel in de leeftijdsgroepen tussen 50 en 69 jaar. De totale sterfte daalt daardoor met niet veel meer dan 0,5 procent, maar je hebt wel alle vrouwen tien keer moeten screenen. Borstkankerscreening is daarmee een echte loterij. Wie het groot lot wint, 1 op de 200 deelnemers, strijkt bijna twintig levensjaren op. Alle anderen betalen mee het gelag, en sommigen niet weinig. De totale winst in levensverwachting voor de hele groep is minder dan twee maanden.

( … ) Sommige gezwellen groeien heel snel: die zijn heel kwaadaardig. Andere groeien heel traag: die zijn minder agressief. Screening zal vooral de trage groeiers opsporen. Snelle groeiers, die snel doden, worden gemakkelijker gemist, omdat de kans het gezwel tijdig te ontdekken veel kleiner is. Screening neigt dus vooral die gezwellen te vinden die we helemaal niet zoeken. Meer nog, het spoort ook tumoren op die helemaal niet zouden groeien. Dat heet pseudodiagnose in het screeningsjargon. Grote gezwellen zijn ooit klein geweest, maar kleine gezwellen worden niet per definitie groot. Hoe kleiner en lokaler het gezwel, hoe groter de kans dat het gezwel nooit zou groeien.

Bij autopsiestudies van vrouwen tussen de 40 en 50 jaar zonder kanker werd toch borstkanker gevonden bij liefst 39 procent van alle vrouwen; 16 procent had kanker in beide borsten. Van deze kankers bleek ongeveer de helft terug te vinden op de mammografie (de radiografie van de borsten), gemaakt na overlijden. Eén procent van deze vrouwen zou ooit echt kanker gekregen hebben op deze leeftijd. Deze kleine, lokale kankergezwellen genezen waarschijnlijk grotendeels spontaan.

Het toenemende aantal zeer vroege, lokale vormen dat opgespoord wordt, is daarom niet iets om trots op te zijn, wel integendeel. Het merendeel van die tumoren zou nooit doorgroeien. Het toenemende voorkomen van borstkanker wordt vaak voorgesteld als een reden om nog intensiever te screenen. Het is echter net door het screenen dat er meer borstkanker gevonden wordt. Denk aan dr. Knock: wie goed zoekt, die zal vinden. ( … ) Weinigen, inclusief de artsen, beseffen dat ook zonder screening het merendeel van hun patiënten niet aan borstkanker overleden zou zijn. Sommigen zouden zelfs nooit geweten hebben dat ze ooit kanker hebben gehad.

( … ) Screening is ingewikkeld, moeilijk en gevaarlijk omdat het zich richt op gezonde personen. Daarom zijn de baten ook steeds gering, terwijl de schade potentieel groot is. Er zijn immers veel meer mensen zonder dan met de ziekte. ( … )
Bij vroegtijdige opsporing van kanker wordt de gebruiker nooit een volledige 'bijsluiter' geleverd. De voordelen worden schaamteloos rooskleurig voorgesteld, over de nadelen wordt zelden gerept. 'Vrijheid van keuze' is echter enkel mogelijk bij goede en volledige informatie.

(Bron :www.demorgen.be/nieuws/triomf-van-de-geneeskunde-of-dr-knock )


“Tegenwoordig hebben we kwakzalvers als dokter Knock niet meer nodig om mensen van hun zelfvertrouwen en hun gezondheid te beroven. Daar hebben we echte dokters voor. Al dan niet in samenwerking met de farmaceutische industrie probeert men zoveel mogelijk gezonde mensen aan te praten dat zij ziek zijn, of nog beter, dat zij ziek zullen worden als zij niet doen wat de dokter zegt. Het heet 'preventieve geneeskunde', het is erg lucratief, en erg opdringerig. Zelfs de meest vastbesloten patiënt en de meest kritische arts kunnen zich er nauwelijks aan onttrekken. Het is allemaal een kwestie van koopkrachtige vraag: rijke, gezonde dertigers zijn als doelgroep interessanter dan behoeftige, zieke tachtigers. Het gevolg is wel dat niet die laatsten de zorg krijgen die zij nodig hebben, maar de eersten de zorg die zij niet nodig hebben. Preventie, de meest arrogante vorm van geneeskunde, heeft een hoge vlucht genomen.” (Hans Van Maanen, Volkskrant 30 juli 2005)


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

We worden opnieuw belazerd



Ik heb in het verleden meerdere berichten gepost over de wijze waarop in dit land PCR testen verwerkt worden door de labo's.
Om niet in herhaling te vallen, zal ik mij beperken tot een samenvatting van de essentie :
de meerderheid van de wetenschap stelt dat PCR testen maximaal 30 x geamplificeerd mogen worden; als na 28 cycli niets gevonden wordt moet men concluderen dat de test negatief is.
Indien een staal 45 x geamplificeerd wordt, geeft dit altijd aanleiding tot valse positieven. Na 45 amplificaties zijn er 34 triljoen moleculen en vindt men altijd wel iets.
In België worden PCR testen altijd 45 x geamplificeerd tenzij men na 28-30 cycli een hoge virale load vindt. Het is pas als er na 45 cycli nog altijd niets gevonden is, dat de staal beschouwt wordt als negatief. De overheid heeft nu beslist om met twee maten en gewichten te werken.
Voor personen die gevaccineerd zijn en die nog een PCR test ondergaan zal het staal enkel nog maximaal 28 x geamplificeerd worden. Wordt er na 28 amplificaties niets gevonden, is de test negatief.
Voor personen die niet gevaccineerd zijn en die een PCR test uitvoeren, zal men 45 x blijven amplificeren en de test pas negatief beschouwd worden als men na 45 x nog altijd niets gevonden heeft.
We zullen dus onherroepelijk weer een vertekend beeld krijgen in de testresultaten van gevaccineerden en niet gevaccineerden.
Wat zullen ze hiermee trachten te bewijzen ?
Dat er bij de gevaccineerden minder besmettingen voorkomen dan bij de niet-gevaccineerden, wat natuurlijk je reinste onzin is.
Met deze beslissing geeft de overheid stilzwijgend toe dat
1) het vaccin niet beschermt tegen het virus
( want gevaccineerden moeten zich nog altijd laten testen en worden dus per definitie beschouwd als niet beschermd tegen het virus & de varianten ) en
2) er maar echte virale moleculen kunnen gevonden worden tot 28 amplificaties en 45 x amplificeren heeft enkel tot doel om toch maar " iets " te kunnen vinden.

(Bron : https://www.carineknapen.info/post/we-worden-opnieuw-belazerd)


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*


.

Wat zit er in dat vaccin volgens de producent zelf ?



SM-102

Officiële informatie over SM-102


Alleen voor onderzoeksdoeleinden, niet voor menselijk of dierlijk gebruik.
Dodelijk in contact met de huid.
Veroorzaakt waarschijnlijk kanker.
Veroorzaakt waarschijnlijk onvruchtbaarheid en schade aan de ongeboren vrucht.
Veroorzaakt schade aan het centraal zenuwstelsel, nieren, lever en ademhalingsstelsel bij langdurige of herhaaldelijke blootstelling.
Zeer giftig voor waterplanten en –dieren met langdurige werking.


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*


.

De misvatting van Louis Pasteur




Een paar weken geleden kreeg ik een hallucinant stukje informatie onder ogen. lk zou het nooit geloofd hebben als het niet afkomstig was van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, en bevestigd door instituten uit andere landen. Studies die de voorbije dertig jaar in verschillende ontwikkelde landen zijn uitgevoerd, tonen blijkbaar aan dat "alle dodelijke verkeersongevallen, in 100% van de gevallen, veroorzaakt worden door politieagenten (meestal) of brandweerlui (iets minder vaak). " Ja, u leest het goed: 100% van de dodelijke ongevallen!
lk ga ervan uit dat dit essentiële stukje informatie u even onbekend was als mijzelf. Als je denkt aan de miljarden die besteed worden aan het beperken van het aantal verkeersdoden, dan kun je alleen maar blij zijn met zo’n grondige wetenschappelijke studie. Eindelijk hebben we een methode gevonden om dodelijke verkeersongevallen effectief aan te pakken, en misschien zelfs totaal uit de wereld te helpen: alle politieagenten en brandweerlui van de openbare weg halen! Geweldige vondst, toch?
Wablieft? U bent sceptisch? U twijfelt? lk twijfelde ook, tot ik de studie in detail bekeek. lk las er dat, telkens als de onderzoekers na een ongeval ter plekke gingen, ze vaststelden dat er politieagenten of brandweerlui op de openbare weg aanwezig waren. Deze vaststelling bleek systematisch op te gaan: ze vonden een correlatie van 100% tussen de aanwezigheid van de ordediensten en de ernst van het ongeval. De conclusie lag voor de hand: de ordediensten liggen aan de basis van alle dodelijke verkeersongevallen. Wat daarentegen de niet-dodelijke ongevallen (zoals kleine botsingen) betreft, zijn de onderzoekers nog op zoek naar de oorzaken. Ze denken aan takelwagens, maar zijn nog niet zeker. Er zullen nog meer fondsen nodig zijn om dit onderzoek te financieren.
lk hoop dat u ondertussen begrepen hebt wat ik met u aan het doen was, beste lezer. lk illustreerde op een provocerende manier hoe de opvolgers van Louis Pasteur de oorsprong van de meeste ziekten bekijken. Vervang in mijn voorbeeld "dodelijk verkeersongeval" door "ziekte", "ordediensten" door "microben" en "politieagenten en brandweerlui" door "virussen, bacteriën en schimmels", en u staat oog in oog met de visie die volgens mij de schadelijkste is van de hele moderne geneeskunde: de veronderstelling dat "microben de oorzaak zijn van de meeste ziekten".

( … ) U hebt wel begrepen dat mijn denkbeeldige onderzoekers simpelweg de relatie oorzaak-gevolg hadden omgekeerd. Ze kwamen inderdaad telkens na het dodelijke ongeval ter plekke, en zagen elke keer dat er politieagenten en/of brandweerlui aanwezig waren.
Daaruit leidden ze af dat er een oorzakelijk verband bestond tussen beide fenomenen: de ordediensten moesten wel de oorzaak van het ongeval zijn. We weten natuurlijk allemaal dat het omgekeerd is: dodelijke verkeersongevallen (oorzaak) leiden tot het optreden van de ordediensten (gevolg).

De misvatting van Louis Pasteur
Pasteur en zijn opvolgers hebben correct de aanwezigheid van microben waargenomen bij ziektes en epidemieën. Voor hen stond het buiten kijf dat die microben dus de oorzaak van die ziekten waren. Niettemin weten we vandaag dat Pasteur zich vergist heeft. Waarom? Om minstens twee redenen.

1 . Ten eerste: deze Franse scheikundige was ervan overtuigd (zonder dit te hebben nagetrokken) dat de cellen van het menselijk lichaam aseptisch waren, 'clean', vrij van alle microben en infectiekiemen. Hij was er ook van overtuigd dat, als er microben in het lichaam aanwezig waren, die noodzakelijkerwijze van buitenaf moesten komen. Deze overtuiging heeft hij nooit bewezen, maar ze vormde wel de basis waarop hij heel zijn theorie bouwde.
Sindsdien weten onderzoekers pertinent dat deze veronderstelling totaal onjuist was. Alle conclusies die eruit voortvloeien vallen dus ook in het water. En toch houdt de moderne geneeskunde, om onduidelijke redenen, nog steeds vast aan deze onjuiste ideologische stellingname en breidt ze zelfs de conclusies van Pasteur uit tot andere domeinen dan dat van de infectieziekten.

2. Ten tweede: Pasteur wist niet dat ziekten zich altijd in twee fases ontwikkelen, wat de oude Chinese artsen de koude en de warme fase van de ziekte noemden. In de koude fase is de persoon in (over)stress. Zijn orthosympathisch systeem is actief om zijn overleven te waarborgen, de bloedstroom bedient vooral de vitale organen, de vasoconstrictie (vernauwing van de bloedvaten) zorgt voor een afkoeling van vingers en tenen — vandaar de naam 'koude fase'. Gewoonlijk gaat deze fase niet gepaard met zichtbare ziektesymptomen, terwijl de persoon wel uit evenwicht geraakt.
Zodra de persoon aan het gevaar heeft weten te ontsnappen, vermindert zijn stress snel en komt hij in de warme fase van de ziekte terecht. Op dat moment wordt zijn parasympathische systeem actief om te zorgen voor het herstel van de schade, voor de heropbouw, voor de terugkeer naar het algemene evenwicht van het organisme. Deze terugkeer gaat meestal gepaard met zichtbare symptomen en koorts — vandaar de naam 'warme fase'.
Wat de microben betreft, die zijn altijd al in ons organisme aanwezig. Moderne biologen zeggen dat we honderd duizend miljard microben in ons lichaam hebben, goed voor in totaal zo’n twee kilo! Zoals u ziet staan we heel ver af van het 'aseptische', cleane lichaam waar Pasteur van uitging. Deze microben spelen wel niet altijd dezelfde rol. En dit is iets wat Pasteur totaal niet begreep. Tijdens de koude fase spelen de microben geen enkele actieve rol; de klassieke virologie stelt trouwens dat ze op dat moment "niet pathogeen (ziekteverwekkend) " zijn. Tijdens de warme fase daarentegen spelen ze een actieve rol: ze halen het vuilnis op en herstellen en zuiveren wat nodig is.
Zijn de microben dus de oorzaak van de ziekte ? Nee, natuurlijk, want eerst en vooral waren ze al aanwezig in het lichaam op het moment dat zich nog geen enkele ziekte ontwikkelde. Als de persoon daarna in de stressfase terechtkomt en uit evenwicht geraakt (om wat voor reden ook), zijn ze nog steeds aanwezig, zonder iets bepaalds te doen. Tot slot worden ze actief omdat de persoon uit zijn stressfase komt en terugkeert naar een toestand van evenwicht en het is pas als het evenwicht herstelt en in de 'warme fase' terechtkomt, dat de microben erbij worden geroepen om het werk te doen dat nodig is, ten dienste van het lichaam.
Precies zoals de politieagenten en brandweerlui.
Zolang alles goed gaat op de weg, zijn ze al aanwezig, maar grijpen ze niet in.
Als er een ongeval gebeurt (stressfase), zijn ze nog steeds niet actief.
Pas nà het ongeval schieten ze in actie, om de weg vrij te maken en te herstellen.
( … )
Nog niet overtuigd door mijn analogie, beste lezer? Ik nodig u uit om even stil te staan bij de volgende twee feiten:
1. Men zegt vaak dat de lichaamstemperatuur toeneemt door de aanwezige microben. Maar waarnemingen tonen aan dat het lichaam zijn temperatuur zelf regelt om de activiteit van de microben te sturen. Tot 38,5° worden de microben geactiveerd en vermenigvuldigen ze zich. Rond 39,5° worden ze gestabiliseerd.
Boven de 40,5° worden ze geëlimineerd.
Als je dus de stijging van de temperatuur belet met koortswerende middelen, belet je tegelijk de verdwijning van de microben. Dat bewijst duidelijk dat niet de microben de temperatuur reguleren, maar wel omgekeerd !
2. Een ander interessant feit: op verschillende gebieden van de moderne geneeskunde (in het bijzonder de kankerbestrijding en de chirurgie) wordt meer en meer een beroep gedaan op de herstellende vermogens van virussen om bepaalde kankers te genezen of breuken te helen. Meer en meer publicaties prijzen de verdiensten van die virale therapieën.
Zijn politieagenten dus echt altijd de oorzaak van onze dodelijke verkeersongevallen ? Er lijkt voldoende reden voor twijfel.

Bron : 't Prikje september 2015
Auteur : Jean-Jacques Crèvecoeur - fysicus en filosoof.
http://creer-une-meilleure-vie.com.


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*


.

De boer gelooft het niet ….



Wat 100 jaar geleden nog iets om te lachen was, is nu officiële mantra geworden : ''Gezonde mensen zijn zieken die het nog niet weten.”
En zo laten perfect gezonde mensen zich testen en wijsmaken dat ze ziek zijn, en dat ze zelfs anderen kunnen besmetten met hun onzichtbare ziekte, ze zijn immers : asymptomatisch ziek !

Voor alle zekerheid draag ik een gipsverband voor mijn asymptomatisch gebroken arm ! Hij zou kunnen gebroken zijn zonder dat ik het weet ….

En ja de pandemieën zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Op het einde van de 19de eeuw waren de pokken in Vlaanderen. Cyriel Buysse vertelt over een wantrouwige boer :



Die zaterdag, met valavond, was de angst tot zijn toppunt gestegen op de hoeve van de weduwe Rooze. Gans het huisgezin : de pachteres, een onzindelijke, vijftigjarige vrouw, met stijve aanblik en een witte parel op het linkeroog (= een witte plek op het hoornvlies ); haar drie dochters, dertien, vijftien en twintig jaar oud; en Nonkelken, haar schoonbroeder, zaten in de keuken om de kachel geschaard, en telkenmale zich hun schrik door geen stomme en volkomen verslagenheid veropenbaarde, kwam er eenzelfde gesprek op hun lippen, rees er eenzelfde onverjaagbaar schrikbeeld vóór hun geest : de pokken ...
Sinds een paar weken had de besmettelijke ziekte in Bavel haar verschijning gemaakt. Eerst in het dorp, dan op de wijken, weldra overal. Alleen Keuze, dit verafgelegen gehucht, was ongedeerd gebleven ; en reeds in de verzwakte en als het ware aftrekkende gang van de plaag, waanden de bewoners ervan zich van de besmetting bevrijd, toen op zekere morgen, het gerucht pijlsnel rondliep :
— De pokken zijn tot Vaernewijcks !
Die Vaernewijck, een slecht befaamde koopman in konijnehuiden met een talrijk, slordig huisgezin, liet op min dan een week drie lijken aan de kwaal; en sinds was het als met een stervend, schielijk heraangehitst vuur : de pokken gingen rond, van huis tot huis, van hoeve tot hoeve, totdat er op die zaterdagnamiddag in gans de wijk Keuze slechts een drietal huisgezinnen, waaronder dat van de weduwe Rooze, meer onaangeraakt bleven. Zelfs sedert het begin van de week woedde de ziekte zo hevig, dat op het verslag van een geneeskundige, uit Gent gezonden commissie, de algemene vaccinatie van de nog niet ingeënte en tot dus toe van de besmetting vrij gebleven bewoners, door de bevoegde overheid bevolen was geweest. Het was de dorpsgeneesheer, Mijnheer Dammens, die door de veldwachter bijgestaan, ambtshalve deze plicht vervulde.

Stom van schrik dus zaten alle vijf de huisgenoten om het vuur en zagen zij elkander aan. Op het bevel van Nonkelken, die uit hoofde van zijn fortuin en door 't aanzienlijk erfdeel dat hij achterlaten moest, het echte opperhoofd van de hoeve was, had men voor- en achterdeuren dichtgegrendeld en was Duc, de wachthond van het hof in huis genomen. Een keiroer( = een vuursteengeweer). stond geladen in de hoek van de schoorsteen, het avondmaal was reeds gebruikt en juist had Nonkelken ook een zware stok op een, in zijn bereik staande stoel gelegd, toen een stem die van boven langs de zoldertrap naar beneden scheen te komen, haastig en verschrikt uitriep :
— Zij hebben boer Jansens' hof verlaten! Zij zijn bij van Oostjes binnengegaan.
Een siddering ontstond onder de huisgenoten. De vuile vrouw sloeg bevend haar handen samen en keek verdwaald om zich; de beide jongste meisjes kropen naast elkaar; de oudste, een blonde poezelige meid met een mooi, ietwat knorrig gelaat en van angst gloeiende wangen, slaakte een korte kreet, terwijl Nonkelken zich stijf en gebogen oprichtte en vóór een der hoge en brede vensters zonder gordijnen ging staan. Hij keek naar buiten. Men hadde gezegd een oude vos, die, in zijn hol verscholen, van ver de vijand ziet naderen. Zijn gelaatskleur was bijna groen van bleekheid: de neus, de kin, schenen puntig van magerheid, en onder 't vizier van zijn zwarte, te hoge, te grote pet blonken de ogen, met een loze, vervaarlijke, schier helse glans.
Een schorre, uitdagende grijnslach was aan zijn keel ontsnapt.
— Ha, ha, ze komen, ze komen ! herhaalde hij. —Ha ha, ze komen ! En nog verkleind, nog meer ingekrompen en gebogen, keek hij door de ruiten, naar het grijs en treurig, witbesneeuwde veld. — Och Nonkel... Nonkel ! smeekte eensklaps de vrouw.
Verwonderd en schichtend keek Nonkelken om.
— Och Nonkel …. wie weet ? ware het toch niet beter van ze binnen te laten, als ze komen ! De vrouw van de veearts zei hier toch deze morgen ... dat ….
Vrouw Rooze zweeg en keek bevend terzijde, verschrikt bij het gezicht der ontsteltenis, die haar enkele, zelfs nog niet gans geuite vraag op het gelaat van de oude teweegbracht.
Deze, ten gronde genageld, scheen niet begrepen te hebben.
— Wat zegt ge ? ... Wat zegt ge ! stamelde hij twee of drie maal. Doch er was geen tijd meer voor smekingen of gesprekken; Nonkelken, die het venster uit het oog niet had verloren, keek schielijk weer naar buiten, keerde zich ijlings om, riep met een bevende stem : —Ze zijn daar! Ze zijn daar! en, terwijl de knecht van de hoeve met hetzelfde bericht van de zolder gesprongen kwam, stonden al de overige aanwezigen plotseling rechtop en vluchtten zij met geweer, met stok en hond in de kamer.

Een ogenblik beklemde wachting ; een dof geluid van stappen op 't plankier; een 'takketakketakketak' aan de klink van de voordeur...
Het vrouwvolk had zich, in de kamer, achter de kleerkast verscholen; Nonkelken en Stien, de knecht, waren op de drempel blijven staan. Er ontstond een ogenblik volkomen stilte
— Zou men hier reeds slapen zijn, sprak eindelijk een verdoofde stem daarbuiten. En schier terzelfder tijd verscheen een heer, hoog en struis van gestalte, voor een der vensters. De rechterhand boven de ogen houdend, keek hij in de keuken.
Nonkelken en Stien, op de drempel ineengekrompen, zagen hem kijken. De anderen, achter de kleerkast, verroerden, ademden schier niet.
— Takketakketakketak..
Voor de tweede maal werd de klink van de gesloten voordeur ras en hevig op en neer geduwd. Een tweede stilte volgde en dan ook kwam een tweede man, de dorpsveldwachter, voor het venster staan, die met de vuist op 't raam klopte en riep :
— Hela! Baas en bazin Rooze, slaapt ge dan ? Mijnheer de dokter is hier, die u allen komt enten.
En beiden thans, de hand boven de ogen houdend, drukten het aangezicht tegen de ruiten.
De keuken, eenzaam als een graf, bleef onveranderlijk.
Een nieuwe stilte heerste. De twee bezoekers hadden zich omgekeerd en keken nu naar de stallen. Zij aarzelden, zij wisselden enige doffe woorden en stonden op het punt van heen te gaan, toen de waakhond, die Nonkelken sinds ettelijke stonden vruchteloos poogde te sussen, eensklaps hevig in de kamer blafte. Als bij toverslag wendden zich de beide mannen terug om.
De dokter keek opnieuw door 't keukenvenster en de veldwachter naar het venster van de kamer lopend, zag, als in een weerlicht, de grote hond, die tussen de bedden huppelde en een dreigende gestalte, die hem achtervolgde.
Verbaasd slaakte hij een kreet, en hevig met de beide vuisten op het venster slaand:
- Ja maar, ja maar, zó niet, zulde, baas Rooze ! schreeuwde hij. — Wij komen hier in name der Wet om u te enten en ge moet seffens opendoen ofwel we breken in !
En met een drietal schreden stond hij terug vóór de deur, waarvan de klink nogmaals geweldig rinkelde. Nonkelken en Stien, de vrouw en haar kinderen, schier zinneloos van schrik, waren echter in hun weerstand vastbesloten; zij fluisterden maar één en 't zelfde woord: niet opendoen. Nonkelken, zonder te antwoorden, schouderde zijn roer, en Stien, de benen opensperrend, nam de zware stok in zijn beide handen, die hij ophief.
— Asa, gaat het aan ! schreeuwde de veldwachter, nog eens vóór het raam verschijnend.
Poeff. ..
't Geweer ontplofte, zond zijn lading zaad vlak in de zoldertrap, vervulde de keuken met rook. Het vrouwvolk had een vreselijke kreet geslaakt en de hond, als razend, was grollend en blaffend naar de voordeur gesprongen.
Rood en ontsteld verscheen 't gelaat van de veldwachter een laatste maal voor de reeds duister wordende ruiten.
— 't Is goed; 't is goed ! riep hij dreigend, met vlammende ogen en gebalde vuist, — wij zullen u vinden, man !
En haastig keerde hij zich om en stapte met de dokter van het hof.

Zij waren sinds min dan een kwartier vertrokken, en in de steeds ongedempte ontsteltenis van de huisgenoten, waren de blinden van de vensters pas dichtgemaakt en het licht in de keuken aangestoken, toen er opnieuw aan de deur werd geklopt.
Allen sidderden:
Wie is daar? vroeg bevend de vrouw.
— Ik, antwoordde een jeugdige stem.
De aangezichten klaarden op en toen de knecht geopend had, verscheen een grote, blozende jongeling, met baardeloos en schier nog kinderachtig gelaat in de keuken.
— Elk 'nen goenavond, glimlachte hij. Het was Kamiel Verniers, een boerenzoon van Wilde, de minnaar van de oudste dochter, Emerance.
Hij kwam zo elke zaterdagnamiddag, met de avond. Hij was het enige kind van welgestelde ouders en Nonkelken gedoogde zijn hof (= hofmakerij) bij Emerance, een kalm, eerlijk hof voorwaar, dat onveranderlijk, sinds jaren reeds, tot dit wekelijks bezoek in tegenwoordigheid van de familie beperkt bleef.
Het was een brave, vlijtige en zeer bedeesde jongen, die nooit naar een ander meisje had gekeken en die nog niet begrijpen kon, waar hij wel ooit de moed gevonden had om aan Emerance zijn liefde te verklaren.
Dit was gebeurd, nochtans, op een avond dat hij haar alleen thuis vond en toen hij haar reeds meer dan vier jaar in het geheim beminde. Zij zat aan een klein tafeltje, naast de lamp en breide; en toen hij binnentrad kwam het hem voor, als keek zij ongemeen vriendelijk naar hem op. Dit gaf hem eensklaps als een fijne, diepe steek in 't hart en instinctmatig, zonder schier te weten wat hij deed, was hij recht tot haar genaderd en had haar ook glimlachend bij de hand gevat.
- Maar Kamiel toch, wat doet ge ? had ze, hevig blozend, gezeid ; —ik kan met meer breien. En ogenblikkelijk, zonder dat zij hem echter verstiet, had zich haar lief gelaat met zijn gewone, ietwat norse, ietwat pruilende en toch bekoorlijke uitdrukking bedekt. - Wat ik doe, wat ik doe? had hij onnozel glimlachend herhaald. — Wel, gij moet toch niet altijd breien, zeker? Ge zoudt u wel dood breien met zo altijd te breien. En vuurrood, met nog onnozeler glimlach, had hij haar twee handen gevat en, terwijl hij haar zuchtend, met stralende ogen bekeek, die geduwd om ze te breken. En dit was alles geweest.
Nonkelken en bazin Rooze waren daarop binnengekomen en van gans de avond had Emerance, kersrood, niet meer opgehouden te pruilen. Sedert die dag, nochtans, werd Kamiel daar als de erkende minnaar van het meisje toegelaten.
Blozend, thans, kwam hij vooruit en zette hij zich neer.
Doch de ontstelde aangezichten van de huisgenoten en inzonderheid dat van Emerance, die vuurrood en met tranen de ogen zijn inkomstgroet schier niet beantwoord had, troffen hem. Hij ontstak zijn pijp, kruiste de benen over elkaar en, na enige ogenblikken drukkende stilte, zich met zijn vriendelijkste glimlach tot het meisje wendend, vroeg hij halfluid, met gedempte ontroering :
— Zijt ge niet wel dan, Emeranske?
Zij gaf een nauw verstaanbaar en ontwijkend antwoord. De jongeman, schielijk door zijn angst overweldigd, verbleekte en hernam met een grimas, die hij tevergeefs voor een glimlach poogde te doen doorgaan :
— Gij zijt toch niet bang voor de pokken, zeker? Ik heb vernomen dat ze nogal erg op Keuze heersen. Zijn vraag bracht een verschrikte opschudding teweeg en het was Nonkelken, die, groenbleek en bevend, met een schichtige blik, antwoordde:
— Voor de pokken ! Neen, neen. De sloebers zullen ons de pokken hier niet aanzetten; wij hebben daartoe onze voorzorgen genomen.
Kamiel verademde.
— Gij hebt gelijk, sprak hij. — Ik deed het ook. Sinds een paar dagen gevoelde ik mij niet zeer wel en deze morgen liet ik mij door dokter Dammens enten.
Neen, de bliksem, die in een huisgezin valt, brengt geen heviger schok teweeg, dan deze eenvoudige, door Kamiel in bazin Roozes huis uitgesproken woorden. Nonkelken, de slordige vrouw met haar parel op het oog, Emerance, met haar gloeiende wangen, de beide kleintjes en de knecht, allen sprongen terzelfder tijd recht en liepen, met van schrik opengespalkte ogen naar de achterwand.
— Hieruit! hieruit! schreeuwde Nonkelken, met dreigend uitgestoken hand. — Hieruit! zeg ik, hieruit! Kamiel, stom van verbazing, was ook rechtopgestaan en zag, als zinneloos, de anderen aan.
— Maar Nonkel, stamelde hij ...
— Hieruit! hieruit! huilde de oude, het hoofd verliezend ; hieruit! zeg ik; gij zijt dood waar ge staat.
En eensklaps niet meer beseffend wat hij deed, sprong hij op zijn roer en richtte dit naar de jongeman. — Maar Emeranske, smeekte deze, wanhopig zijn beminde aanstarend.
— Ga weg, ga weg, snikte zij met gewrongen handen.
Stom deinsde hij achteruit; stom ging hij achter 't schutsel en verdween.
Nonkelken en bazin Rooze, ineengekrompen van schrik, waren in de kamer gevlucht. Allen volgden hen en zonken snikkend vóór een Lievevrouwbeeld op de knieën.
— Hij dood en wij besmet! Hij dood en wij besmet! herhaalde Nonkelken .
En groen van schrik, bevend en gebogen, stond hij eensklaps op, trok een der kamervensters open, kroop er met moeite door en vluchtte, in de nacht, buiten.
's Anderendaags lag Emerance met de pokken en twee dagen later kwam de tijding dat ook Kamiel door de akelige ziekte was aangetast.

Dan begon er een vreselijk leven op de hoeve van de weduwe Rooze.
Na een ganse nacht, halfdood van schrik, als een vervolgd dier in 't koud, besneeuwde veld te hebben rondgedwaald, was Nonkelken met de morgen teruggekeerd en had hij zich in de schuur, op de hooizolder verborgen. Daar hield hij zich nu op. Niemand mocht er hem naderen. Hij was naar Wilde om een ham gegaan, hij had zich een roggebrood, een mes en een kruik water aangeschaft; en elke morgen, opdat de knecht van de hoeve op de zolder niet zou moeten komen, wierp hij, door het zoldervenster, een twintigtal, door hem gebonden bundels hooi beneden, die tot voeder voor vee en paarden moesten dienen. Stien, van op het hof, hield hem dag voor dag, uur voor uur soms, op de hoogte van de vooruitgang van de ziekte. Eerst was het Emilie, het tweede meisje dat zich had gelegd; de volgende dag Mathilde, 't jongste; vóór het einde van de week, de boerin zelf. Emerance was thans in de ergste periode van de ziekte; zij doolde en had haar aangezicht vol puisten. De dokter, niet meer weggezonden, kwam nu dagelijks. Er was een ziekendienster en een vreemde meid in huis.
De besmettelijke ziekte was toen op de wijk tot haar hoogste graad van hevigheid geklommen. Van 's morgens tot 's avonds bromde de verre doodsklok : alle huizen waren gesloten ; geen geluid brak de doodse stilte; niemand ging langs de eenzame wegen; niemand, tenzij soms een trage, akelige stoet, die bedrukt en ellendig, over het naakt, besneeuwde veld, onder de lage, loodkleurige hemel, een lijk naar 't kerkhof voerde.
Sidderend in zijn hooi verborgen, sloeg Nonkelken vanuit het kijkgat van 't gesloten zoldervenster alles gade. Hij was, zo mogelijk, nog verbleekt, nog vermagerd. Zijn aangezicht, sinds dagen niet gewassen noch geschoren, zag er grauw uit; zijn handen, ontvleesd en knokkelig als klauwen waren zwart en vuil ; zijn lichaam, slecht gevoed, kromp gans ineen ; en telkenmale hij de dokter op de hoeve komen of een nieuwe dode naar het kerkhof dragen zag, kroop hij nog dieper in zijn hooi, verkleinde hij zich nog, keek hij vanuit zijn loergat, met steeds helser, vervaarlijker ogen, naar die onvatbare, maar naderende vijand; naar de doodse eenzaamheid van dat besneeuwde veld, naar die grijze, askleurige hemel, naar dat ganse akelige landschap van ellende, waar hij, onder schier lichamelijke, handtastelijke vormen, de vreselijke microben van de pokken meende te zien zweven.
De plaag, althans, woedde niet al te hevig op de hoeve van de weduwe Rooze; en, op zekere morgen, riep de knecht vanuit het deurgat van 't woonhuis tot Nonkelken:
— Hier zijn ze allen buiten gevaar, maar Kamiel van Wilde is zeer slecht.
Nonkelkens ogen fonkelden. Had hij zulks niet voorspeld ?
Hij stak zijn scherp gelaat vooruit, als wilde hij iets zeggen, maar de knecht voegde erbij, schimplachend :
— De dokter zegt dat het zijn eigen schuld is, door zich te laten enten, toen hij reeds de ziekte in zijn lijf had. Dan wordt de kwaal veel erger. Had hij zich op tijd laten enten, de besmetting zou hem nooit geraakt hebben, beweert de dokter.
Voor de eerste maal sinds veertien dagen ontsloot een afschuwelijke grijnslach Nonkelkens grauwe lippen. Hij liet een schor, schrapend geluid horen, sloeg het zoldervenster dicht en kroop weerom in zijn hooi, de snijdende blik door het loergat op het doodse, besneeuwde landschap gevestigd.
Enige dagen verliepen. Nonkelken, vanuit zijn kijkgat, zag van lieverlede, achter de heldere keukenvensters, de genezen familieleden, in halsdoeken en wollen dekens omwonden, met rode, bekorste, wandrochtelijke aangezichten, terug in de keuken verschijnen. Eerst was het de boerin, weldra de beide kleintjes; Emerance, 't gelaat schier ongeschonden, 't laatst, Hij zag ze, zwak en gebogen nog, op stoelen zitten, eens rond de keuken slenteren, wat eten voorbereiden.
Ietwat gerustgesteld en eindelijk walgend voor zijn dagelijks regiem van ham, water en roggebrood, kwam hij op zekere morgen beneden, sloop in een koestal, dronk er gulzig uit een emmer een pint vers gemolken melk. En juist was hij terug op zijn zolder en keek hij instinctmatig door zijn loergat, toen bazin Rooze en de knecht terzelfder tijd op de drempel van de woonstede verschenen.
De vrouw, het aangezicht rood en gezwollen, keek angstig met verdwaalde blik naar 't zoldervenster, terwijl Stien met lome schreden tot de hooischuur naderde.
— Nonkel ! riep hij.
Nonkelken stak zijn scherpe neus en zijn fonkelende ogen door het kijkgat.
— Nonkel, riep de knecht, —hier zijn zij allen genezen en gij moogt zonder gevaar weer in huis komen, maar Kamiel Verniers, van Wilde, is deze morgen gestorven.
Een helse, bijna triomfale glimlach glom op Nonkelkens gelaat. Hij sprak geen woord, hij sloeg zijn loergat dicht en kwam beneden.
Gedurende drie dagen nog liep hij, zonder in huis te durven gaan, in de stallen en over de boomgaard rond. En toen hij eindelijk, na talloze aarzelingen, met een kloppend hart en de omzichtigheid van een sluipdier, de vierde morgen in de keuken kwam, waar de familie naast de dienaars aan de ontbijttafel zat, klonk zijn eerste, van op de drempel, met een uitdagend gebaar uitgesproken woord :
— Eiwel, wie had er nu gelijk, zij die zich lieten enten of zij die het niet deden?
De kleintjes, nog verschrikt, Emerance, nors en wenend, bleven onthutst en sprakeloos ; en 't was de vrouw, de vuile, aanstotelijke vrouw, die vol overtuiging, met rood, gezwollen aangezicht, met stijve blik en met de parel op het oog, antwoordde :
— Nonkel, zolang wij leven, zal er niemand op ons hof van de pokken geënt worden.




**********
.




Als we wikipedia moeten geloven, dan zijn de pokken “ een uiterst besmettelijke en levensbedreigende virusziekte” en het verdwijnen van deze ziekte wordt als een succesverhaal van vaccinatiecampagnes beschouwd. Niets is minder waar.
Edward Jenner deed zijn bekend experiment in 1796 en vanaf toen werd er gevaccineerd. De regering in Engeland maakte de vaccinatie verplicht in 1853. Vóór die tijd was het hoogste aantal sterfgevallen over een tweejaarsperiode 2000. Na de verplichte inenting :
in 1857-59 : 14.244 doden
in 1863-65 : 20.059 doden.
In 1867 werd de wet nog stricter opgevolgd en 97% van de bevolking werd gevaccineerd, resultaat :
In 1868 : 44.840 doden. De verplichting werd afgeschaft in 1948.
In 1918 liet de Amerikaanse regering 3 miljoen Filippijnen onder dwang vaccineren. Daarvan kregen er 47.000 pokken en meer dan 16.000 stierven. Het jaar daarop werden dubbel zoveel mensen gevaccineerd, meer dan 7 miljoen : 65.000 kregen de pokken en 44.000 stierven. De epidemie was het direct resultaat van de inentingen.
( Uit : “Smallpox : Bringing a Dead Disease Back to Life” van Tim O’Shea )

In de vertelling van Cyriel Buysse vinden we genoeg aanwijzingen voor het ontstaan van deze ziekte. De oorzaak moet niet bij een virus gezocht worden maar bij de slechte voeding en gebrek aan hygiëne. Pokken werden van oudsher de bedelaarsziekte genoemd.
Maar voor vaccinproducenten is het - wegens de lelijke symptomen -de ideale ziekte om de mensen bang te maken. Dat deden ze al met succes in 1947.

Een zekere Eugene LeBar, een invoerder uit Mexico, nam op 25 februari van dat jaar de bus naar New York. Daar overleed hij op 10 maart in één van de stadshospitalen. De diagnose was “hemorrhagische bronchitis”. Een public-relationsfirma van Rockefeller die toen voor de AMA (American Medical Association) begon te werken, omdat de stijgende winsten van de farma-trust niet vlug genoeg stegen, had een briljant idee. Samen met de burgemeester O’Dwyer, die altijd op zoek was naar iets om in de belangstelling te staan, begonnen ze met een campagne. Hun uitgangspunt was : die senor LeBar was tijdens zijn reis in contact geweest met duizenden mensen, en de diagnose werd – 30 dagen na het overlijden – veranderd naar “pokken”.
Mayor O’Dwyer ordonneerde dat iedereen in New York moest gevaccineerd worden, hoewel hij daartoe niet meer bevoegdheid had dan Mahatma Gandhi. De Associated Press nieuwsdienst verspreidde het bericht op grote schaal, hun wetenschapsreporter schreef artikelen over de laatste stand van de wetenschap in dit verband. Al de sullen en de snullen stonden in lange rijen te wachten aan de politiebureau’s en dokterspraktijken, en kranten en gezondheidsinstanties over heel het land verspreidden de hoax en spoorden iedereen aan om zich te laten vaccineren. Tienduizenden deden het. Een PR-firma lanceerde het vals bericht dat ook president Truman zich had laten inenten vóór hij naar New York kwam om daar een congres toe te spreken. Hoewel het Witte Huis dit bericht ontkende, deed het toch zijn werking. De vaccinaties via de politiebureau’s kostten de belastingbetaler van New York 850.000 dollar (in 1947 !). De winst van de farma-trust steeg dat jaar met 10 tot 15 miljoen dollar.
(uit : “The Drug Story” van Morris Bealle )

Onder president Bush werden de pokken voor dit doel nog eens gebruikt. Het virus bestond toen alleen nog maar in twee labo’s ( in de V.S. en in Rusland). Maar toen viel de Sovjet-Unie uiteen en een of andere Rus beweerde dat het virus in handen zou kunnen geraakt zijn van Saddam Hoessein, die daarmee een terroristische aanval op Amerika kon proberen.
Meer had de regering niet nodig om vaccins aan te kopen voor heel de bevolking van de V.S.
En kijk, Aventis, een Frans bedrijf met een vestiging in Philadelphia, ontdekte plots dat het van dit vaccin nog een voorraadje had : tussen de 75 en 90 miljoen doses ! Maar ze wilden ze niet verkopen tenzij de regering ermee akkoord ging dat het bedrijf niet kon aansprakelijk geteld worden voor kwalijke of dodelijke bijwerkingen.
Ondertussen is dat voor alle vaccinproducenten al geregeld !

Veel info op : https://vaccinetruth.org/smallpox.html

Jenner vaccineert zijn zoon ( sculptuur door Giulio Monteverde ), meer dan eens trouwens, en de jongen stierf toen hij 21 was. Het jongske van 8 jaar dat als eerste ingeënt werd, maar 20 keer gehervaccineerd werd, overleed ook op zijn 20ste.


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Uit een interview met Sam Brokken



Eerst werden de professoren gebroodroofd die twijfels durfden uitspreken over de zgn. holocaust. Maar niemand trok het zich aan, want iedereen geloofde het officiële verhaal. Nu zijn het de wetenschappers die twijfels uitspreken over de covid”pandemie” die er moeten aan geloven.
En wie de klimaatdoelstellingen kritisch bekijkt, houdt zich ook maar beter gedeisd. Zo gaat het nu eenmaal onder een bolsjewistisch regiem. En deze keer kunnen we het niet op een totalitaire natiestaat steken. Als de grote mediabedrijven zelfs een president van de V.S. kunnen monddood maken, dan moeten we wijzen in de richting van de machten die eigenaar zijn van deze bedrijven.

Uit het weekblad ’t Pallieterke van 8 april 2021 :


Sam Brokken (46), onderzoekshoofd Gezondheidswetenschappen aan de PXL Hogeschool, werd vorige week ontslagen. Zijn kritiek op de aanpak van de coronacrisis werd niet gesmaakt en de zo vaak geroemde academische vrijheid van lectoren en professoren ging op de schop.

Is uw ontslag het rechtstreekse gevolg van recente uitspraken die u hebt gedaan ?

“Na mijn passage bij De Zevende Dag ontstond er veel commotie en werd me sterk aangeraden om niet langer in de reguliere pers te verschijnen. De dag van het ontslag was er het maandelijkse directiecomité en ik veronderstel dat ik daar een agendapunt was.” ( … )

Die lockdowns zijn er natuurlijk niet voor niets gekomen. Ze moesten de capaciteit van de spoedafdelingen in de ziekenhuizen vrijwaren.

“Dat wordt altijd maar herhaald. Dan vergeet men dat we in het jaar 2017 en in het jaar 2018 geconfronteerd zijn geweest met een griepepidemie. De artsen deden toen een oproep aan de politiek om hen te helpen omdat ze het niet konden bolwerken. De afdelingen intensieve zorgen lagen vol en ze moesten de grieppatiënten in de gang leggen. Het is dus geen nieuwe situatie.”

“De vraag is of het een probleem is van het SarsCov2-virus of van een onderfinanciering van de ziekenhuizen, die al jaren bezig is. Het is niet voor niets dat er al twintig jaar een ‘witte woede’ heerst. Er wordt al twee decennia lang gevraagd naar meer middelen en meer personeel. De jongste internationale studie daarover dateert van 2012 en daar zijn ze gaan kijken naar de bezettingsgraad van de afdelingen intensieve zorgen op jaarbasis. Gewoon, in een normaal standaardjaar met een normale sterfte. Toen bleek al dat België een verzadigingsgraad van de ic’s (intensive care) had van 81 procent, zonder dat er een epidemie was. Ondertussen hebben ze de ziekenhuizen nog verder afgebouwd, de ic-capaciteit is zelfs nóg afgenomen sinds 2012. Daarbij komt dat de overheid heeft bepaald hoeveel bedden er in welke fase moeten vrijgehouden worden voor Covid-19-patiënten. Dan komen de specialisten in de media verkondigen: ‘Onze bedden liggen vol.’ Waardoor iedereen de perceptie heeft dat het hele ziekenhuis vol ligt of minstens toch alle ic’s. Dat klopt niet. Wat zij eigenlijk zeggen is: ‘De voorziene bedden die we van de overheid moeten vrijhouden, liggen vol.’ Dat is een enorme nuance, want dat hangt af van de fase waarin we zitten. Daar wordt dus constant het angstparadigma gevoed.” ( … )

“Jaarlijks sterven er wereldwijd tussen de 650.000 en 1 miljoen mensen aan de griep, afhankelijk van een endemisch of epidemisch seizoen en dit al honderd jaar lang. En zo hebben we nog duizenden ziektes. Er sterven wereldwijd jaarlijks 65 miljoen mensen aan ziekte. Dit hoort bij het leven. Sinds wanneer mogen we niet meer ziek zijn ? Als we daarvoor kiezen als maatschappij, dan moeten we Michael Jackson-gewijs onder een stolp gaan leven, in een zuurstoftent.” ( … )

Los van de politieke druk zien we de voorbije jaren ook andere spelers opduiken in de universiteiten: grote tech-bedrijven, farma-reuzen, chemische multinationals en organisaties zoals de Bill and Melinda Gates Foundation die met veel geld wapperen. Zet dat de objectiviteit onder druk ?

“Dat is al decennia aan de gang. Tot de jaren ’60 investeerde de overheid nog veel in onderzoek en ontwikkeling aan de universiteiten. Op een gegeven moment werd op die investeringen bezuinigd en toen kwamen de bedrijven en de filantropische instellingen met geld. Uiteraard ontstaat er dan een verwevenheid. Pas op, daar is ook zeer goed werk mee geleverd. De diensten van de huidige Covid-experten draaien daar al jaren op en die mensen hebben ook doctoraatstudenten en post-doctoraten die in leven moeten gehouden worden. Daar zijn veel goede ontwikkelingen uit voortgekomen.”

“Wat we nu in deze crisis zien is dat de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) sinds maart vorig jaar ineens heel andere standpunten begon in te nemen: alles wat voordien door hen werd weggehoond als onnuttig, zoals mondmaskers, werd plots verplicht. De definitie van een pandemie werd aangepast en de definitie van groepsimmuniteit ook. Vroeger heette het dat je groepsimmuniteit kon krijgen door de ziekte door te maken of door vaccinaties. Nu wordt alles ingezet op vaccinatie. Dat is een merkwaardige evolutie. Op een bepaald moment stapte Donald Trump op uit de WHO. Hij zei: ‘Ik ben hier weg met mijn geld.’ Toen is Bill Gates gekomen en die heeft met zijn privécenten het gat opgevuld bij de WHO. Hij zat daar al met de Bill en Melinda Gates Foundation in als tweede grote sponsor en met de GAVI-alliantie (de door Gates opgerichte vaccinalliantie, nvdr) op de zesde plaats als donor. Gates zit dus drie keer in de top tien van belangrijkste sponsors van de WHO. Vroeger kon je die lijst trouwens in alle transparantie zien op de site van de WHO, maar die is nu verdwenen. Dat maakt me bezorgd.”

Ik dacht voor deze pandemie eerlijk gezegd dat de WHO onafhankelijk was.

“De WHO is dat niet. Het is geen onafhankelijke instelling. Je moet al van slechte wil zijn om niet te zien dat er allerlei belangenvermengingen aan de gang zijn op dat niveau. Dat ontkennen zou zeer naïef zijn. De WHO wordt gesponsord door staten en filantropische organisaties. Die filantropische organisaties sponsoren ook de farma-industrie en hebben daar ook aandelen in. Ik ben dat eens gaan opzoeken: een en dezelfde persoon (Bill Gates, nvdr) zit in twaalf van de veertien multinationale farmaceutische bedrijven via zijn hefboomfondsen.” ( … )

De vaccins werden naar voor geschoven als de ultieme oplossing, maar nu zegt zelfs professor Herman Goossens dat de vaccins alleen niet-zaligmakend zijn.

“Ik heb altijd al gezegd dat vaccins niet de enige oplossing gingen zijn en dat we moeten gaan naar een omgekeerde lockdown. Ik werd toen weggehoond. Later kwam er dan internationaal de Great Barrington Declaration, waarin onder andere professoren Gupta, Bhattacharya en Kulldorff van de universiteiten van Oxford, Harvard en Stanford, samen met professor Levitt, Nobelprijswinnaar chemie, ook opriepen om voor een omgekeerde lockdown te gaan. Intussen hebben wereldwijd 13.796 academici uit de medische wetenschappen en 41.890 artsen deze verklaring ondertekend.”

“Dit virus krijg je nooit weg. Er loopt op de radio nu een spot van de overheid waarin ze zeggen: ‘We gaan het virus platslaan.’ Hoe kan je de mensen toch zoveel blaasjes blijven wijsmaken? Dit virus kan je niet platslaan. We gaan daar moeten mee leren leven. Studies in Nature en The Lancet zeggen nu al dat de stammen die gebruikt werden voor de vaccins nog maar tot 50 procent efficiëntie hebben. Nu, al werkt een vaccin minder goed, dan nog kan dat voldoende zijn om te voorkomen dat je ernstig ziek wordt. Twintig procent bescherming is beter dan niets. Maar je mag de bevolking niet voorliegen met cijfers die zeggen dat het 95 procent efficiënt is, want dat is het al lang niet meer omdat we intussen 7.000 mutaties verder zijn. Elk vaccin dat op de markt komt, hinkt achter op de realiteit.” ( … )

In Doorbraak ( 07/04/2021 ):


De maatregelen werken dus niet, naar uw mening?

( … ) ‘Er is de casus van Mumbai. Daar heeft men de vergelijking gemaakt tussen de sloppenwijken waar de kastelozen wonen en de betere wijken. In de sloppenwijken bestaan de maatregelen niet. Het leven gaat daar gewoon door. Daar bleek dat de bevolking al in juli 2020 57% groepsimmuniteit had bereikt. In de betere wijken, waar wel maatregelen golden, kwam men uit op 16% groepsimmuniteit en een mortaliteit die bijna viermaal zo hoog ligt!’

( … ) We zijn nu op een punt gekomen dat het maatschappelijk debat moet worden gevoerd over welke richting we uit willen. Waar willen we als maatschappij naartoe? Dat is de hamvraag. Zijn we bereid om ons ganse leven op te geven voor een virus dat meer en meer het niveau van een griep bereikt? Zijn we bereid om onze visie te herzien en te kijken of we hier niet anders mee om kunnen gaan? Zijn we nog bereid om te aanvaarden dat de dood bij het leven hoort? Zijn we nog bereid — tout court — om te sterven?’



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*




Terug naar het thuisblad