Inhoudstafel van Brug 109 ( september 2020)

Wat kunnen we doen ?

Wat moeten we doen ?

Exit uit de lockdown – Jos Verhulst

Virussen veroorzaken geen ziekten

Uit het boek “Virus Wahn”

Weg met de maskers



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

Beste Lezer,




Spijtig genoeg moeten we het nog eens een keer hebben over de covid-affaire.
Op het einde van de vorige Brug drukten we de lezersbrief af die Jos Verhulst aan de krant De Tijd gestuurd had maar die niet gepubliceerd werd. Kort na het verschijnen van die vorige Brug lazen we dan de tweede corona-commentaar van Jos Verhulst en die geven we deze keer een plaats. Ondertussen is ook al een derde bijdrage van zijn hand te lezen. U kunt die vinden op deze website.

Na al die maanden is het voor iedereen duidelijk dat die covid19 geen pandemie is maar een plandemie. De overlijdensaantallen zijn dezelfde of lager dan in een gewoon griepseizoen. Maar toch werd ergens beslist om de economie te ontwrichten. Het is weer eens toevallig dat de enige gouverneur die harde maatregelen oplegt voor een hele provincie te gast was op de Bilderbergconferentie in 2018 ( Cathy Berx ).
Dat de mensen zo gemakkelijk alle onzinnige maatregelen opvolgen is niet alleen het resultaat van een jarenlange indoctrinatie, maar ook het gevolg van hun eigen keuze, namelijk het gemakzuchtig aanvaarden van alle nonsens die als wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd wordt.
Daarnaast voelen de meeste mensen zich nog altijd onderdaan in plaats van vrije burger. Ze hebben geen probleem met het opvolgen van zinloze en tegenstrijdige instructies en als het covid19-vaccin beschikbaar zal zijn, dan ziet het ernaar uit dat de meerderheid vrijwillig dit vaccin zal aannemen – al is het dan het teken van het Beest.
Al wie zich regelmatig met spirituele inhouden bezig houdt en die weet dat er een geestelijke achtergrond is voor al wat in de wereld gebeurt, denkt onwillekeurig aan Markus 6:34 :
“Hij werd met ontferming over hen bewogen, omdat zij waren als schapen die geen herder hebben.”






François De Wit









500 Duitse dokters over covid-19: “We hebben een massa bewijzen dat het een nepverhaal is over heel de wereld”.



Außerparlamentarischer Corona Untersuchungsausschuss https://acu2020.org


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Wat kunnen we doen ?

Na een voordracht waarin Rudolf Steiner gesproken had over de oorzaken van de eerste wereldoorlog, stond achteraf een klein groepje mensen rond hem die hem nog enkele vragen stelden.
Hij zei : “Men vraagt mij vaak : wat kunnen we doen ? Tegen een overmacht kan men niet opkomen, maar men kan één ding doen : de waarheid meedenken, en dat is ook de reden waarom ik voor jullie deze voordracht gehouden heb.”
Hij wendde zich dan tot een heer die rechts van hem stond en van wie hij wist dat hij zeer anti-Duits was. “Als u bvb. door de voordracht van vandaag uw mening herziet en voor mijn part na 14 dagen toch tot uw vroegere mening terugkeert, dan hebben deze 14 dagen waarin u de waarheid meegedacht hebt, voor de geestelijke wereld al een grote betekenis.”
Een oudere dame die meer achteraan stond riep, een beetje impertinent : “Hoezo dan ?”
Dr. Steiner herhaalde zeer ernstig : “Hoezo ? Omdat gedachten dynamische krachten zijn en … in de geestelijke wereld wordt niet geteld.”

(bron : Marie Steiner in 1945 in “Mededelingen uit de Antroposofische Beweging in Zwitserland”) .




Wat moeten we doen ?




( … )

“Nu zou iemand kunnen zeggen: het maakt mij eigenlijk wat ongemakkelijk als ik moet bedenken dat er in de wereld zo'n rare beschouwing als de geesteswetenschappelijke stroming bestaat, die nu zelfs de mensen op dit soort dingen begint te wijzen. Hebben de mensen dan vroeger niet ook geleefd — en heel gelukkig geleefd — met het feit dat ze om zo te zeggen binnen die twee grenzen opgesloten waren, dat ze mooi binnen de spanbreedte van het leven bleven die zich uitstrekt tussen de kleine en de grote wachter aan de drempel ? Toen zorgden de geestelijke machten voor hun vooruitgang, machten waar ze tot nu toe niets van afwisten; kan dat niet gewoon zo verder gaan?

Ook al zeggen ze het niet hardop, de mensen van deze tijd, ze denken het toch: Ach, wat kan ons nu die bijzondere stroming schelen? We willen liever bij het leven blijven zoals dat tot nu toe gegaan is. Want anders zouden we op den duur nog gewaar worden hoe licht en duisternis zich in onszelf vermengen. Tot nu toe zorgden de geestelijke machten ervoor dat de zaak niet in de war raakte; nu kunnen we er zelf iets over te weten komen, en we zouden de zaak in de war kunnen sturen. Laten we daar maar niet aan beginnen !
Tot die stemming zou iemand kunnen komen, en er leven tegenwoordig nog heel veel mensen in die stemming, mensen die bij zichzelf zeggen: we willen eten en drinken en de nodige kracht in de buitenwereld ontwikkelen, maar verder willen we niet gaan, daar laten we de goden voor zorgen, die tot nu toe daarvoor gezorgd hebben.

Dat zou in feite geen onverstandige tegenwerping zijn. Het was tot nu toe inderdaad zo dat de mensen tot aan hun huidige ontwikkelingsstadium voldoende krachten tijdens hun slaap konden opzuigen. Het was zo dat de krachten van de macrokosmos er waren waarmee de ziel zich volgezogen had, en dat de ziel voorzien werd van wat deze grote geestelijke wezens hadden opgeslagen. Tot nu toe was dat zo. Maar we mogen niet aan abstracties vasthouden, we moeten juist op dit gebied bij de werkelijkheid blijven. En die werkelijkheid ziet er zo uit dat ook de geestelijke basisvoorwaarden van ons kosmische leven van het ene tijdperk naar het volgende veranderen.

De kosmische machten waar we ons iedere nacht aan overgeven, hebben van begin af aan, vanaf de tijd dat er een mensenwezen bestond dat zich ontwikkelde, op dit mensenwezen gerekend. Ze hebben erop gerekend dat er ook van de mensen licht naar boven stroomt. Ze bezitten geen onuitputtelijk lichtreservoir, maar een dat langzamerhand afneemt, waarvan langzamerhand steeds zwakkere krachten zouden uitstromen als er niet uit het mensenleven zelf — door het werk aan het menselijk denken, voelen en willen en aan het veroveren van hogere werelden — nieuwe kracht, nieuw licht naar het algemene kosmische voelen en het kosmische licht zou stromen. En in de tijd waarin het noodzakelijk wordt dat de mensen zich er werkelijk van bewust worden dat ze zich niet alleen mogen overgeven aan wat hun toestroomt, maar dat zij op hun beurt moeten meewerken aan de kosmische ontwikkeling, in die tijd leven we nu.

Het is geenszins zomaar een gewoon ideaal dat de geesteswetenschap zichzelf stelt. Zij gaat werkelijk niet op dezelfde manier te werk als andere geestelijke stromingen en wereldbeschouwingen, die gewoon vlam vatten voor een of ander ideaal en helemaal niet anders kunnen dan dit aan andere mensen te verkondigen.
Een dergelijke impuls leeft bij degenen die in deze tijd de geesteswetenschap verbreiden vanuit een werkelijke kosmische opdracht niet. Integendeel, bij hen leeft het inzicht dat bepaalde krachten die in de macrokosmos aanwezig zijn, uitgeput beginnen te raken, en dat we een toekomst tegemoet gaan waarin, als de mens niet aan de ontwikkeling van zijn eigen ziel zou werken, te weinig uit deze hogere wereld naar beneden zou stromen, omdat het reservoir van de naar beneden stromende krachten langzamerhand uitgeput begint te raken. In die tijd leven wij.

Daarom moet de geesteswetenschap in de wereld verschijnen. Niet vanuit een willekeurige impuls, maar vanuit de noodzaak van onze tijd moet de geesteswetenschap in verschijning treden, zodat ze de mensen ertoe kan bewegen om wat aan naar beneden stromende krachten uitgeput is geraakt, weer aan te vullen. Op grond van dit inzicht haalt de geesteswetenschap haar impulsen uit het heden, en ze zou in deze tijd nog niet optreden als dat anders was, ze zou rustig de ontwikkeling van de mensheid, zoals tot nu toe gebeurde, op haar beloop laten. Maar ze voorziet dat wanneer er in de komende eeuwen niet een voldoende aantal mensen is dat zich omhoogwerkt naar de geestelijke werelden, dat dan het menselijk geslacht uit deze geestelijke werelden steeds minder krachten naar zich toe zou kunnen halen, en het gevolg daarvan zou een verarming van de mensen zijn wat hun geestelijke kracht betreft, een algemene verschraling van het menselijk leven. De mensen zouden zwak worden met betrekking tot wat ze in de wereld te doen hebben. Het mensenleven zou verdorren, zoals een boom die geen levenssappen meer krijgt dood hout wordt.

Tot nu toe kreeg het menselijk geslacht van buitenaf krachten toegevoerd, en degenen die alleen het uiterlijke leven beschouwen, die gedachteloos doorleven en denken dat er alleen een uiterlijke zintuiglijke wereld bestaat, die weten gewoon niets van de veranderingen die zich achter die zintuiglijke wereld afspelen. En een van die belangrijke veranderingen is het opdrogen van de geestelijke krachten en de noodzaak dat zulke krachten door de mensen zelf worden voortgebracht. Als de verdere ontwikkeling van de mensheid aan oppervlakkige mensen overgelaten zou worden, die alleen aan de uiterlijke fysieke wereld vasthouden, dan zou er een verdorring, een verschraling van het hele menselijke geslacht op aarde optreden.
Hiermee hebben we het diepste punt aangeraakt waardoor de geesteswetenschapper tot het besef komt dat geesteswetenschap bekendgemaakt moet worden, zodat de mensen zelf kunnen beslissen of ze mee willen werken aan dit noodzakelijke werk of niet.”


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Exit uit de lockdown – Jos Verhulst (link naar de pdf)


*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

Virussen veroorzaken geen ziekten



Ze zijn er het gevolg van :



“Het behoort tot de oppervlakkigste opvattingen om de hele flora en fauna die in de darmen voorkomt of waar dan ook in het menselijk organisme, als de oorzaak van ziekte te beschouwen. Het is eigenlijk ontstellend om bij het doornemen van de moderne pathologische literatuur bij ieder hoofdstuk weer te moeten lezen dat voor die ziekte deze bacil is ontdekt, voor die ziekte die bacil, enzovoort. Dat zijn allemaal buitengewoon interessante gegevens voor de intestinale botanica van het menselijk organisme, maar voor het ziek-zijn heeft het geen andere betekenis dan hooguit die van een herkenningsteken, namelijk in die zin dat we kunnen zeggen: als er sprake is van een bepaalde ziekte, dan betekent dat dat het menselijk organisme aan bepaalde interessante kleine diervormen een voedingsbodem biedt. Verder betekent het niets. Met de werkelijke ziekte heeft de ontwikkeling van zo'n microflora of microfauna maar heel weinig te maken, hooguit in indirecte mate. Want ziet u, de logica die op dit punt binnen de moderne geneeskunde wordt gehanteerd, is een hoogst merkwaardige. Stelt u zich eens voor, u ontdekt een omgeving waarin u een ….”


Hier maakt Steiner een vergelijking : u ziet in een landschap een groot aantal gezonde weldoorvoede koeien. En u ziet ook uitgestrekte groene weiden met veel gras. Gaat u nu concluderen dat de koeien de oorzaak zijn van die groene weiden of gaat u eerder besluiten dat die vette koeien er lopen dankzij de aanwezigheid van zoveel voedzame grassen ?


“Daarnaast wil ik u nog op iets wijzen wat van buitengewoon grote betekenis is. Ik weet niet of er onder u nog mensen zijn die de wantoestanden meegemaakt hebben die ontstonden toen enige tijd geleden overal belachelijke spuwverboden werden gehanteerd. Met die spuwverboden wilde men zoals u weet de tuberculose bestrijden. Welnu, die spuwverboden zijn belachelijk omdat iedereen zou moeten weten dat de tuberculosebacillen al door het meest diffuse zonlicht binnen de kortste tijd worden gedood. Als u na enige tijd, na zeer korte tijd zelfs, een sputum onderzoekt, dan zitten daar geen tuberculosebacillen meer in. Het zonlicht doodt die bacillen direct. Dus zelfs als de veronderstelling van de gewone geneeskunde juist zou zijn, dan nog zou dit spuwverbod iets buitengewoon belachelijks zijn. Zulke verboden zijn hooguit van belang voor de alledaagse hygiëne, echter niet voor de hygiëne in de ruimste zin.”

“Ik denk dat het noodzakelijk is dat onze natuurwetenschappelijk georiënteerde geneeskunde probeert terug te gaan naar wat de ware oorsprongen van de pathologische verschijnselen zouden kunnen worden genoemd. In de moderne tijd is de tendens steeds sterker geworden om de eigenlijke oorsprongen de rug toe te keren en zich te richten op de dingen die zich aan de oppervlakte afspelen. En daarmee, met die neiging tot oppervlakkigheid hangt het samen, dat we tegenwoordig in de gangbare geneeskunde, in de gangbare pathologie, wanneer er een bepaald ziektebeeld beschreven wordt, meestal direct te horen krijgen welke bacil de desbetreffende ziekte eigenlijk veroorzaakt heeft, wat er in het menselijk organisme binnengedrongen is. Nu is het natuurlijk ontzettend gemakkelijk om bedenkingen tegen dat binnendringen van lagere organismen weg te wuiven, en wel om de eenvoudige reden dat de aanwezigheid van die lagere organismen niet langer aangetoond hoeft te worden. Omdat ze ook werkelijk in een specifieke vorm bij verschillende ziekten verschijnen, is het heel begrijpelijk dat er op die specifieke verschijningsvorm wordt gewezen en er een directe samenhang tussen een ziektebeeld en die specifieke bacteriesoort wordt aangetoond.

Nu leert een uitsluitend oppervlakkige beschouwing ons al dat in die opvatting een vergissing schuilt: men wordt daarbij namelijk helemaal afgeleid van de primaire oorzaak. Want kijk, wanneer er in het verloop van willekeurig welke ziekte in een bepaald lichaamsdeel een groter aantal bacillen verschijnt, dan is het vanzelfsprekend dat die bacillen verschijnselen teweegbrengen, zoals iedere indringer in het organisme verschijnselen oproept, en dat er als gevolg van de aanwezigheid van die bacillen allerlei ontstekingen optreden. Wanneer dat nu allemaal wordt toegeschreven aan de invloed van die bacillen, dan wordt de aandacht in wezen alleen maar gericht op wat die bacillen doen.

Daarbij wordt de aandacht echter afgeleid van de eigenlijke oorsprong van de ziekte. Want telkens wanneer lagere organismen in het organisme een geschikte voedingsbodem voor hun ontwikkeling aantreffen, is die passende bodem dus al gecreëerd door de eigenlijke primaire oorzaken. Op dat gebied van de primaire oorzaken moet nu eens de aandacht worden gericht. Daartoe moet ik u nog een keer terugvoeren naar de invalshoek die we al eerder kozen en waar we nu nog kort op terug moeten komen.”
(uit GA 312 “Geesteswetenschap en geneeskunde” 4de en 18de voordracht )


.


Een wetenschappelijk experiment dat Steiners woorden bevestigt vinden we in het boek “Virus Wahn” van Engelbrecht en Köhnlein, in het hoofdstuk over de Spaanse griep.
Dit boek is in het Duits al aan zijn 7de editie, je kunt ook een Engelse vertaling ( van de eerste Duitse uitgave) gratis als pdf op het internet vinden (Virus Mania).


Ondertitel :
“Hoe de medische industrie voortdurend pandemieën uitvindt en op kosten van het publiek miljarden verdient”.

In de eerste editie ( 2007) werd het boek als volgt voorgesteld :

Als men dagelijks het nieuws volgt in de kranten en op TV dan krijgt men de indruk alsof de hele wereld constant overspoeld wordt met nieuwe en vreselijke virusepidemieën. De laatste tijd gaat het over HPV (human papilloma virus) dat baarmoederhalskanker zou veroorzaken en het vogelgriepvirus H5N1.
Het publiek wordt voortdurend bang gemaakt met meldingen over SARS, BSE, hepatitis C, AIDS, ebola en polio. Maar deze viruspaniekzaaierij heeft geen enkele wetenschappelijke grond : het bestaan, het ziekmakend vermogen en de dodelijkheid van deze “virussen” zijn nooit bewezen. De gevestigde geneeskunde en zijn loyale volgelingen in de media beweren dat het bewijs wel degelijk bestaat. Maar deze beweringen zijn in hoge mate verdacht want de moderne geneeskunde heeft de methodes van direct bewijs opzij geschoven en gebruikt twijfelachtige indirecte methodes om het bestaan van “virussen” te bewijzen zoals testen op antilichamen en PCR (polymerase chain reaction).
De schrijvers van dit boek tonen aan dat deze zgz. besmettelijke virussen in feite deeltjes zijn die door de cellen zelf geproduceerd worden als een gevolg van bepaalde stressfactoren zoals medicijnen. Deze deeltjes worden door die testen gedetecteerd en dat wordt dan geïnterpreteerd als een epidemie-veroorzakend virus door dokters die zelf als het ware al meer dan 100 jaar ingeënt zijn met de theorie dat microben dodelijk zijn en dat alleen moderne medicatie en vaccins ons kunnen beschermen tegen viruspandemieën. ( … )
Engelbrecht en Köhnlein analyseren alle mogelijke oorzaken van ziekten, zoals medicijnen, drugs, pesticiden, zware metalen, milieuvervuiling, stress en industrieel bereid (en soms genetisch gemodificeerd) voedsel. Al deze factoren kunnen zware schade toebrengen aan het lichaam van zowel mens als dier en zelfs dodelijk zijn. En het zijn precies deze factoren die typisch aanwezig zijn daar waar de slachtoffers van de zgz. virussen leven en werken.
Om hun beweringen te staven citeren de auteurs dozijnen zeer bekende wetenschappers, waaronder de Nobelprijslaureaten Kary Mullis, Barbara McClintock, Walter Gilbert, Sir Frank Macfarlane Burnet en de microbioloog en Pulitzerprijswinnaar René Dubos. Het boek bevat ong. 1100 wetenschappelijke referenties waarvan de meeste recent gepubliceerd werden.
De farmaceutische bedrijven en de topwetenschappers scheppen massa’s geld in de strijd tegen deze kiemen en de media kunnen hun oplages drastisch verhogen door allerhande sensationele rapporten (in dit boek wordt vooral de berichtgeving van de New York Times en Der Spiegel geanalyseerd).
De individuen betalen de hoogste prijs van al, zonder te krijgen wat ze verdienen en wat ze het meest nodig hebben om hun gezondheid in stand te houden : voorlichting over de ware oorzaken en wat echt nodig is om ziektes te voorkomen en te genezen.
“De eerste stap is de illusie opgeven dat de voornaamste doelstelling van het moderne medisch onderzoek is om de gezondheid van de mensen te verbeteren op de meest effectieve en efficiënte manier”, raadt John Abramson van de Harvard Medical School ons aan. “De voornaamste doelstelling van het klinisch onderzoek dat betaald wordt door multinationals is om hun investeringen zo veel mogelijk te laten renderen.”


Uit het hoofdstuk over de Spaanse griep :


Mislukte infectiepogingen

Om beter deze raadselachtige epidemie te kunnen begrijpen deed men een poging om na te bootsen hoe een besmetting zich op de natuurlijke manier kon uitbreiden volgens de opvattingen van toen. Het experiment werd doorgevoerd in Boston in november 1918. Daar zaten 62 gezonde matrozen in de gevangenis voor diverse misdrijven. Men stelde hen voor om kwijtschelding van straf te bekomen als ze wilden meedoen aan een medisch experiment. Er waren er 39 die geen influenza hadden gehad, dus de theorie was dat zij vooral vatbaar zouden zijn voor besmetting vermits ze nog geen antistoffen ontwikkeld hadden. Maar de resultaten van de proef zagen er anders uit. De Amerikaanse wetenschappelijk journalist Gina Kolata beschrijft dit in haar boek “Influenza” :

“De dokters van de zeemacht namen slijmen van mannen die doodziek waren, dik, taai slijm van de neus en de keel. Dit vernevelden ze in de neus en keel van de proefpersonen en bij andere in de ogen. Ook namen ze snot diep in de neusholte van een zieke en smeerden dat rechtstreeks in de neus van een proefpersoon.
Ze wilden ook de meer gebruikelijke besmettingsvorm testen. Daarvoor namen ze tien vrijwilligers naar een hospitaal waar mannen lagen te sterven aan de ziekte. Deze zieken lagen dicht bijeen op hun smalle bedden, brandend van koorts en af een toe ontwakend uit een delirische slaap. De tien gezonde mannen kregen hun instructies : ieder van hen moest naast het bed van een zieke gaan zitten, over hem leunen en de bedorven adem van de zieke inademen en vijf minuten met hem praten.
Om zeker te zijn dat de gezonde man volledig blootgesteld zou zijn aan de ziektekiemen, moest de zieke speciaal hard uitademen terwijl de gezonde tegelijk heel diep moest inademen. Ten slotte moest de zieke vijf keer hoesten in het gezicht van de vrijwilliger. Dit moest de vrijwilliger bij tien verschillende zieken herhalen. Iedere grieppatiënt in dat hospitaal was nog maar drie dagen ernstig ziek, dus het virus of wat dan ook de ziekte veroorzaakte moest op dat moment nog altijd in de slijmen, in de neus en de longen van de patiënt zitten.
Maar geen enkele gezonde man werd ziek.
Een vergelijkbaar experiment, onder veel striktere voorwaarden, werd gedaan in San Francisco, met 50 veroordeelde matrozen. Ook hier waren de resultaten niet wat de dokters verwacht hadden.
De wetenschappers stonden paf. Als deze gezonde vrijwilligers niet besmet geraakten met de Spaanse griep, ondanks alle moeite van de dokters om dit wel te doen, wat veroorzaakte dan de ziekte ? Hoe kregen de mensen eigenlijk deze griep ?”

Pandemie 1918 : overmedicatie en massieve vaccinatie-campagnes

( … )
Een veel voorkomend symptoom van de Spaanse griep waren bloedingen in de longen (typisch voor tbc-patiënten ) iets wat ook gemeld werd als een gevolg van pokken-inenting. Vele bronnen melden dat de massa-vaccinaties (tot 24 inentingen per persoon) beslissend hebben bijgedragen tot de pandemie. De Amerikaanse schrijfster Eleanora McBean vertelt over haar eigen ervaringen :

Alle dokters en mensen die leefden ten tijde van de Spaanse griep zeggen dat het de vreselijkste ziekte was die de wereld ooit gezien had. Sterke mannen, robuust en gezond de ene dag, waren de volgende dag dood. De ziekte had de kenmerken van de Zwarte Dood plus daarbij die van tyfus, difterie, longontsteking, pokken, polio en al de ziekten waartegen de mensen ingeënt waren, vlak na de eerste W.O. Zo goed als de hele bevolking was geïnjecteerd/bezaaid met een dozijn of meer ziekten – of giftig serum. Toen al deze door de dokters veroorzaakte ziekten begonnen uit te breken was dat een tragedie.
De pandemie duurde twee jaar, in het leven gehouden door nog meer giftige medicijnen toe te dienen door de dokters die de symptomen probeerden te onderdrukken.
Voor zover ik kon achterhalen waren het alleen de gevaccineerden die slachtoffer werden. Zij die de vaccins geweigerd hadden ontsnapten aan de ziektes. Mijn familie had alle inentingen geweigerd en wij bleven heel die tijd gezond. Wij wisten van de gezondheidsleer van Graham, Trail, Tilder en andere, dat men het lichaam niet kan volstoppen met vergif zonder ziekten te veroorzaken.
Toen de Spaanse griep op haar hoogste punt was, waren alle winkels gesloten, evenals de scholen, burelen – zelfs het hospitaal want dokters en verpleegsters waren ook gevaccineerd en waren onderuit gegaan. Men zag niemand op straat, het was als een spookstad. Wij leken de enige familie te zijn die de griep niet had. Mijn ouders gingen van huis tot huis om te doen wat ze konden en voor de zieken te zorgen want het was onmogelijk om een dokter te vinden.
Als het al mogelijk zou zijn voor ziektekiemen, bacteriën, virussen of bacillen om een ziekte te veroorzaken, dan hadden die de beste gelegenheid om mijn ouders te belagen aangezien ze zovele uren in gezelschap van zieken doorbrachten. Maar ze kregen de griep niet en ze brachten ook geen kiemen mee naar huis om ons te besmetten want wij kinderen bleven ook gezond. Niemand in onze familie had de griep, zelfs geen verkoudheid en het was nochtans winter en er lag een dikke laag sneeuw.
Als ik nu mensen zie terugdeinzen wanneer iemand in hun buurt niest of hoest, dan vraag ik mij af hoe lang het gaat duren eer ze gaan inzien dat ze daarvan niets kunnen opdoen. De enige manier om de ziekte te krijgen is door verkeerd eten en drinken, door te roken of iets anders te doen dat het lichaam vergiftigt en de vitaliteit vermindert. Alle ziekten zijn te voorkomen en de meeste zijn te genezen met de juiste methodes die de dokters evenwel niet kennen en zelfs niet alle natuurgenezers kennen ze.
Men zegt dat de Spaanse griep 20 miljoen mensen heeft gedood over de hele wereld. Maar in feite hebben de dokters dat gedaan met hun brute en dodelijke behandelingen en medicijnen. Dat is een zware beschuldiging maar het is de waarheid als we het succes van de natuurgenezers vergelijken met het falen van de medische dokters. Waar deze laatste een derde van hun grieppatiënten verloren, behaalden de niet-medische instituten zoals Battle Creek, Kellogg en MacFadden’s Health-Restorium bijna 100% genezingen met hun waterkuren, baden, spoelingen, vastenkuren en andere simpele geneeswijzen, in combinatie met uitgebalanceerde diëten van natuurlijk voedsel. Er was een bepaalde natuurdokter die geen enkele patiënt verloor gedurende 8 jaar.
Er waren 7 keer meer ziektegevallen bij de gevaccineerde soldaten dan bij de niet-gevaccineerde burgers en ze kregen de ziekten waartegen ze ingeënt waren. Een soldaat die terugkeerde van overzee in 1921 vertelde mij dat de legerhospitalen gevuld waren met gevallen van kinderverlamming en hij vroeg zich af hoe het kwam dat volwassen mannen een kinderziekte kregen. We weten nu dat verlamming een algemeen voorkomend neveneffect is van vaccin-vergiftiging. Aan het thuisfront had niemand kinderverlamming tot op het ogenblik van de wereldwijde vaccinatiecampagne in 1918.


Hetzelfde experiment wordt met nog meer details ook beschreven in “Invisible Rainbow” van Arthur Firstenberg dat in 2017 verscheen en dat in de vorige Brug ook genoemd werd in het interview met David Icke.
Firstenberg toont overtuigend aan dat pandemieën als de Spaanse griep, de Aziatische griep en de Hong-Konggriep allemaal volgden op het invoeren van nieuwe stralingstechnologie in de atmosfeer ( telegraaf, radio, radar, militaire satellieten ).



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

.

fdw aan zijn voordeur :
hij overtreedt ongestraft de maskerplicht door alleen pijprokend op straat te verschijnen.
Het kledingstuk is van
https://garethickeshop.teemill.com/product/masked-sheep-hoodie/
En nog biologisch katoen ook !



*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*

*




Terug naar het thuisblad