«Ongelovigen zijn honden»

Kinderen geschokt na uitstap naar moskee Deze uitspraak zegt WELLICHT meer over de man die ze in de mond nam dan over de moslims - Islamoloog Jan van Reeth

Kinderen van een Amsterdamse basisschool kregen bij een bezoek aan een moskee te horen dat ongelovigen 'honden' zijn. De schooldirectie gaf daarop een brief mee voor de ouders waarin ze zei 'geschokt' te zijn. «Begrijpelijk», vindt islamoloog Jan van Reeth. Voor gelovige moslims gelden honden als onreine dieren.

Het multiculturele schooltje De Horizon, in het Amsterdamse stadsdeel Osdorp, gaat wel vaker op bezoek in de naburige moskee. De kinderen werden ook deze keer weer hartelijk onthaald. Maar de voorzitter van het bestuur van de moskee sprak hen vervolgens toe op wel erg verrassende wijze. «De islam is goed, een ander geloof is ook goed. Maar als je niet gelooft, dan ben je alleen aan het eten en slapen, dan ben je net als een dier, zoals een hond», doceerde hij volgens een aanwezige. De 12-jarige kinderen en begeleiders van groep 7 aanhoorden het betoog in stilte. Pas terug op school, antwoordden ze, op de vraag wat ze hadden geleerd: «Dat we honden zijn.»

De schooldirectie verslikte zich. Ze nam prompt contact op met de voorzitter en gaf de leerlingen een brief mee voor hun ouders waarin staat dat ze 'geschokt' is. «Deze uitspraak is onacceptabel, aangezien wij onze kinderen aan dit project laten deelnemen om respect te ontwikkelen voor een vrije godsdienstkeuze.» Ook het lokale bestuur van Osdorp keurde de uitspraak al af. Een goedbedoeld initiatief lijkt hiermee gesmoord, ook al liet de school weten «nooit eerder problemen te hebben gehad in deze moskee».

De moskeevoorzitter liet gisteravond weten dat het om een misverstand zou gaan. Hij zou enkel hebben geprobeerd uit te leggen dat er extremisten zijn die wie niet vijf keer per dag bidt, honden vinden. Zelf is hij die mening niet toegedaan, luidde het.

Onrein

«De uitspraak 'ongelovige honden' is, vrees ik, een gemeenplaats onder moslims. En niet bepaald een vriendelijke», zegt Jan Van Reeth, docent aan de faculteit Vergelijkende Godsdienstwetenschappen van de universiteit van Antwerpen. «In de Koran staat bladzijden lang uitgelegd hoe onrein honden zijn en welke handelingen je moet uitvoeren om weer van die onreinheid af te komen, na eventuele aanraking.» De Koran stelt ongelovigen niet letterlijk gelijk aan honden. Maar de islam heeft het bepaald niet hoog op met 'de dwalenden'. Van Reeth: «De joden hebben hun Thora, de christenen het evangelie. Dat is nog steeds niet de volmaakte uitvoering van de profetie die de Koran volgens de islam wél is, maar het is al beter dan niet-gelovig zijn. De ongelovige stelt zich, volgens de islam, buiten de gemeenschap. Hij heeft niet de bescherming van een geloof. Vandaar trouwens dat veel moslims zeggen: 'Ik ben moslim, maar niet praktiserend.'»

Van Reeth vindt de uitspraak van de moskeevoorzitter «droevig.» «Ook al zegt ze wellicht meer over de man die ze in de mond nam dan over de moslims die hier wél proberen goede betrekkingen te hebben: dit soort incidenten is voor mij opnieuw een bewijs dat we beter van hieruit instaan voor de opleiding van imams, dan deze zomaar te importeren. Om te vermijden dat er ongelukkige boodschappen worden verkondigd in de moskeeën. Niet alle kwesties zijn zomaar over te zetten vanuit, pakweg Syrië of Saoedi-Arabië, naar onze maatschappij.»

HLN van 9 april 2008.