IN 2002:


DUITSE BUNDESTAG VERWERPT DIRECTE DEMOCRATIE


Op 7 juni verwierp de Bundestag een voorstel tot grondwetswijziging ter invoering van het volksreferendum. Het voorstel was afkomstig van de huidige regering, in uitvoering van het coalitie-akkoord dat SPD en Grünen sloten in 1998.

In tegenstelling tot de niet-afdwingbare en niet-bindende nepvolksraadpleging die men in Vlaanderen wil invoeren (naar Belgische normen al een succes, want op federaal niveau geldt een strikt njet van de Waalse socialisten) betrof het roodgroene Duitse voorstel een afdwingbaar en bindend volksreferendum. Het voorstel betrof een getrapt systeem, waarbij het volksinitiatief vooreerst het karakter van een volkspetitie heeft. Dat wil zeggen dat in een eerste fase de Bundestag (het Duitse parlement) over het voorstel moet beraadslagen. Hiervoor zijn 400.000 handtekeningen benodigd. Wijst het parlement het voorstel af, dan kan het volksinitiatief een referendum afdwingen, door het halen van een tweede handtekeningendrempel (5% van de kiesgerechtigden, of circa 3 miljoen kiezers). De tweede campagne moet binnen een periode van 6 maanden rond zijn. De handtekeninginzameling zou vrij zijn; er kan op stadhuizen worden getekend maar de initiatiefnemers zouden ook handtekeningen op straat mogen verzamelen.

Dat zijn allemaal redelijke voorwaarden, al ligt de handtekeningdrempel in dit voorstel tweeëneenhalve maal zo hoog als in Zwitserland.

Een bedenkelijk aspect van het roodgroene voorstel was, dat budgettaire en fiscale thema's werden uitgesloten. Ook over salarissen van ambtenaren en parlementsleden zouden burgers niet mogen beslissen. Roodgroen hield ook vast aan het nefaste principe van de opkomstdrempel: de uitslag van de volksstemming zou ongeldig zijn indien minder dan 20% van de kiesgerechtigden zou opdagen (40% voor grondwetswijzigingen). De drempel ligt wel veel lager dan ten tijde van de Weimarrepubliek, waar volksinitiatieven door het bestaan van een 50%-deelnamedrempel moeiteloos konden kapotgeboycot worden.

Maar zelfs dit kleine stukje democratie was er teveel aan voor de rechtse partijen in de Bundestag. De CDU/CSU stemde in blok tegen, en het grootste deel van de liberale FDP ook. Stemmen pro kwamen van de SPD, de Groenen, de PDS en enkele liberalen: een meerderheid, maar niet de vereiste tweederde meerderheid.

==>http://www.mehr-demokratie.de/
==>http://www.morgenweb.de/aktuell/politik/200200608_volksabst.html


In het Duits bestaat een merkwaardig woordje: `Gewissensentscheidung' (letterlijk: gewetensbeslissing). In de Bundestag is van `Gewissenentscheidung' sprake, wanneer de partijen over een bepaald onderwerp geen standpunt opleggen en de verkozenen dus kunnen stemmen naar eigen inzicht en geweten. Dat gebeurt maar zelden. Dit jaar konden de Bundestagleden bijvoorbeeld hun geweten volgen inzake de regeling van de import van stamcellen.

De implicatie is natuurlijk, dat de meeste stemmingen in de Bundestag gebeuren op gewetenloze basis. In ons land is dat niet anders. Slechts één oplossing: veralgemeend geheim stemrecht voor alle verkozenen! Best mogelijk dat in Duitsland de directe democratie reeds een feit zou zijn, indien de leden van de Bundestag geheim konden stemmen. In elk geval blijkt uit diverse recente opiniepeilingen dat ongeveer 80% van de Duitse kiezers directe democratie wensen.

DUITSE REGERINGSCOALITIE WIL VOLKSINITIATIEF INVOEREN


De SPD en de Groenen, de twee regeringspartijen in Duitsland, hebben op 14 maart een ontwerp van grondwetswijziging voorgesteld, dat het principe van de directe democratie in de Duitse grondwet zou verankeren. De CDU/CSU wees het voorstel echter af. Hierdoor kan het ontwerp niet aangenomen worden, want voor een grondwetswijziging is in Duitsland een tweederde meerderheid nodig .


Het voorstel voorziet een direct-democratisch stelsel in twee trappen. Indien een volksiniatief 400.000 handtekeningen bijeenbrengt wordt het voorstel in de Bundestag ter bespreking voorgelegd. Wordt het daar binnen de zes maanden niet in een wet omgezet, dan kan de tweede fase van het volksinitiatief (`Volksbegehren') van wal steken. Er komt dan een bindend referendum indien de iniatiefnemers de handtekeningen kunnen bijeenbrengen van vijf procent der kiesgerechtigden (ongeveer 3 miljoen burgers). Deze drempel ligt veel hoger dan in Zwitserland.


Het voorstel van de socialisten en groenen voorziet ook een deelnamequorum van 20%. Voor een grondwetgevend volksiniatief zou het deelnamequorum 40% moeten bedragen. Bovendien zijn een hele reeks onderwerpen uitgesloten. Zo mogen de Duitse burgers volgens het voorstel niet de doodstraf herinvoeren of belastingen afschaffen.


Volgens de socialisten en de groenen staat 85% van de bevolking achter hun initiatief.



DUITSE DEELSTAAT NORDRHEINWESTFALEN VERLAAGT DREMPELS


De coalitie van SPD en Gru"nen heeft, met steun van de oppositionele CDU, in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen besloten de drempels voor volksinitiatieven aanzienlijk te verlagen. Over alle onderwerpen waar de deelstaat bevoegd over is, mogen nu volksinitiatieven gehouden worden. De eerste drempel, waarna burgers hun voorstel in het parlement van de deelstaat kunnen brengen, wordt verlaagd naar 0,5 procent van de kiesgerechtigden. De tweede drempel, waarmee de burgergroep een referendum over hun voorstel afdwingt, wordt verlaagd van 20 naar 8 procent van de kiesgerechtigden. De opkomstdrempel wordt verlaagd van 50 procent naar 15 procent van de kiesgerechtigden. De deelstaatregering besloot tot de veranderingen op basis van voorstellen van `Mehr Demokratie', de Duitse organisatie voor directe democratie.




IN 2000:


THURINGEN: 381.405 HANDTEKENINGEN VOOR EEN BETER REFERENDUM
(persmededeling, Bremen 5-12-2000)

In Thüringen hebben 381.405 burgers hun handtekening gegeven voor een referendum-initiatief dat de referendum-wetgeving in deze deelstaat wil verbeteren. Dit komt overeen met 19,26% van de stemgerechtigden. Daarmee overschreed het front van 22 verenigingen duidelijk de wettelijke handtekeninggrens van 277.233 (of 14%). De actie vond plaats onder het motto: 'Einmal die hohen Hürden überspringen, um sie dann zu senken". Zoals in de andere Duitse deelstaten, bestaat ook in Thüringen (in het Zuiden van het voormalige OostDuitsland) het referendum op volksinitiatief. De voorwaarden zijn echter zo ongunstig, dat nog nooit zo'n referendum tot stand was gekomen. Het voorstel van Mehr Demokratie beoogt, om de handtekeningdrempel te verlagen van 14% naar 5% der kiesgerechtigden, terwijl de termijn waarin deze handtekeningen moeten verzameld worden van 4 tot 6 maanden wordt verlengd. Verder wordt het deelnamequorum van 33% afgeschaft. Voor grondwettelijke volksinitiatieven voorziet het voorstel van Mehr Demokratie, dat de stemming moet plaatsvinden tegelijk met een gewone verkiezing, en dat een drempel van 25% de huidige drempel van 50% vervangt.

Ondertussen is ook in de deelstaat Brandenburg een initiatief gestart.
Meer info: www.mehr-demokratie.de/thueringen

DUITSE SPELLING

 

De Frankfurter Allgemeine Zeitung, een van de toonaangevende Duitse dagbladen, is vanaf 1 augustus teruggekeerd naar de 'oude' Duitse spelling. Als reden geeft de krant op, dat slechts één tiende van de Duitse bevolking de onpopulaire nieuwe spelling gebruikt of probeert te gebruiken.

De nieuwe spelling blijft niettemin verplicht op de scholen. Tegen de nieuwe Duitse spelling, die erg onpopulair is en blijft, kwamen heel wat acties tot stand. In Schleswig-Hollstein besloot in een referendum op volksinitatief een ruime meerderheid van de kiezers om de spelling te verwerpen. Dit volksbesluit werd echter weer door de politieke klasse langs parlementaire weg ongedaan gemaakt. In negen andere deelstaten werden volksinitiatieven tegen de spellingshervorming ingevoerd. Ze werden door de machthebbers op alle mogelijke manieren geboycot. In Berlijn struikelde het initiatief over de 10%-drempel, nadat slechts 91 van de 300 plaatsen waar men handtekeningen zou kunnen indragen, effectief werden geopend. In Niedersachsen werden 87.000 handtekeningen ongeldig verklaard omdat op de formulieren de afkorting 'V.i.S.d.P.' stond. In Bremen wou het staatsgerechtshof het volksinitatief alleen toelaten, indien de belangrijkste bepaling uit het voorstel zou worden geschrapt.


NADERT DE INVOERING VAN HET REFERENDUM IN DUITSLAND?

 

Op 17 februari vond in de Bundestag de zoveelste stemming plaats over de invoering van het referendum op volksinitiatief. Het voorstel kwam van de PDS. De FDP onthield zich, groenen, socialisten en christen-democraten stemden tegen. Zo'n stemming is natuurlijk een kwestie van partijtaktiek en zegt weinig over de reële situatie.

De huidige groen-rode coalitie heeft in haar regeringsakkoord de invoering van het referendum op volksinitatief opgenomen. De ex-communistische PDS is op dit vlak een 'zekere' bondgenoot. SPD, PDS en groenen hebben samen 381 zetels in de Bundestag. Om aan de vereiste tweederde meerderheid te geraken zijn nog 65 extra zetels nodig. De liberale FDP (43 zetels) heeft recent ook het principe van het referendum op volksinitiatief onderschreven. De christen-democraten beschikken dus nog over een nipte blokkeringsminderheid. De financieringsschandalen, met ex-bondskanselier Kohl in het oog van de cycloon, heeft de belangstelling voor de directe democratie in Duitsland zeker nog doen toenemen. Maar te veel illusies moet men zich niet maken. Directe democratie betekent voor de politieke klasse een aanzienlijk machtsverlies, en zonder druk van buitenaf zal hoogstens een onwerkbare nepregeling worden ingevoerd.


BEIEREN : ZWARE TEGENSLAGEN VOOR DIRECTE DEMOCRATIE

 

Zoals reeds vroeger bericht in de Witte Werf, voert het Duitse establishment een zwaar offensief door tegen de directe democratie. Het gerechtelijk apparaat wordt daarbij aangewend als hoofdwapen.

 

De Beierse grondwet bevat een artikel met uiterst hoog Kafka-gehalte:

"Voorstellen tot grondwetswijziging, die in tegenstrijd zijn met de democratische grondgedachte van de grondwet, zijn verboden" ("Anträge auf Verfassungsänderungen, die den demokratischen Grundgedanken der Verfassung widersprechen, sind unzulässig" - artikel 75, absatz 2, satz 1)

Dit artikel werd in 1946 in de grondwet opgenomen, zogenaamd om de herinvoering van een dictatuur te beletten. Dit soort artikelen is principieel absurd. Het zijn pogingen om de geschiedenis te bevriezen: één generatie legt plots eeuwigdurende juridische beperkingen op aan alle volgende generaties. In werkelijkheid is democratie maar levensvatbaar , wanneer voldoende mensen die democratie ook echt willen, terwijl anderzijds het aantal mensen dat democratie wil sterk afhangt van de volkssoevereiniteit en het vertrouwen in de mensen. De meerderheidswil ten gunste van democratie dient men in een democratische grondwet stilzwijgend voorop te stellen. Wie de democratie expliciet wil opleggen, tegen een hypothetische anti-democratische meerderheid in, verzeilt in onoplosbare contradicties.

Er is echter meer: dit soort pseudo-democratische bepalingen vormen in werkelijkheid ideale aangrijpingspunten voor anti-democratisch misbruik. Dat werd deze lente in Beieren zonneklaar geïllustreerd. Op 31 maart verklaarde het Beierse hooggerechtshof het volksinitiatief 'Faire Volksrechte im Land' als ongrondwettelijk ... met verwijzing naar het infame artikel 75 . Het referendum, dat een verdieping van de directe democratie op deelstaatniveau beoogde, kan dus niet doorgaan. De 'democratische grondgedachte' uit artikel 75 wordt door het gerecht zodanig geïnterpreteerd , dat de democratie in wezen representatief moet zijn. Hieruit trok het Beierse hooggerechtshof de conclusie, dat referenda op volksinitiatief over budgettaire aangelegenheden, handtekeningdrempels voor referenda van 5% en vrije handtekening-inzameling allemaal indruisen tegen de 'democratische grondgedachte'. Reden: al deze maatregelen breiden de mogelijkheid tot direct-democratische besluitvorming teveel uit. Democratie wordt dus zodanig geïnterpreteerd, dat het volk weinig of geen mogelijkheden tot direct-democratische besluitvorming mag krijgen. Dit is natuurlijk een complete perversie van de oorspronkelijke betekenis van het woord 'democratie', dat 'heerschappij door het volk' betekent.

Op 13 april sloeg hetzelfde gerechtshof weer toe. Een ander volksinitiatief 'Schutz des Bürgerentscheids' werd ook ongrondwettelijk verklaard, alweer met verwijzing naar artikel 75. 'Schutz des Bürgerentscheids' wilde het gemeentelijk referendum, dat in 1995 via een referendum op volksinitiatief werd ingevoerd maar daarna door het Beierse parlement ten dele werd afgebouwd, terug in ere herstellen.

Het punt is natuurlijk, dat de Beierse rechters bijna allemaal CSU-benoemden zijn. De CSU (Beierse christen-democraten) is sterk tegen directe democratie gekant, en deze partij benoemt 80 tot 90% van de rechters. Als laatste antwoord op de golf van blokkades werd in Beieren een volksinitiatief 'Macht braucht Kontrolle' gelanceerd, dat de benoemingspolitiek van de rechters wou wijzigen. Dit volksinitiatief is mislukt: tussen 9 en 22 mei boden zich slechts 3% van de kiesgerechtigden op het gemeentehuis aan om de referendum-aanvraag te steunen. De wet vereist 10%.

Uit een interne enquête bij de activisten van het gestrande volksinitiatief blijkt, dat het nogal abstracte thema als hoofdoorzaak van de mislukking wordt gezien. De meeste mensen zien het verband niet tussen het grondwettelijk hof, de benoemingspolitiek van de CSU en de voortdurende juridische keldering van burgerinitiatieven. Ook zeer opvallend was, dat de pers uiterst weinig aandacht aan de zaak besteedde. Lokale kranten als de 'Fränkischer Tag' bijvoorbeeld, hadden op 21 mei nog steeds niets bericht, hoewel de veertiendaagse handtekeningperiode dan afliep. De lokale pers staat in Beieren onder sterke CSU-invloed.

Ook van invloed was ongetwijfeld het pas daarvoor mislukte volksinitiatief 'Bessere Schulreform', dat in de periode van 15 tot 28 februari de handtekening van slechts 5,7% der kiesgerechtigden kreeg. Herhaalde mislukking van volksinitiatieven door te strenge beperkingen leidt tot ontmoediging bij de burgers. In Beieren moet men zich ten gemeentehuize begeven om te tekenen voor een burgerinitiatief; niet zelden moet men daartoe ook een tijdje in de rij aanschuiven. Indien dit soort inspanningen steeds opnieuw zonder gevolg blijven, houden veel mensen het voor gezien. In Zwitserland kunnen de handtekeningen vrij verzameld worden, en ligt de drempel niet op 10%, doch op 2%. Alle mislukte Beierse volksinitiatieven zouden in Zwitserland met gemak zijn gepasseerd. Maar zulke Zwitserse toestanden zijn volgens het Beierse grondwettelijke hof dus onverenigbaar met 'democratische grondgedachte'.


IN 1999:

DUITSE TOESTANDEN

In Duitsland ontwikkelt zich een golf van juridische conflicten rond volksinitiatieven. Naarmate de volksbeweging voor directe democratie uitbreiding neemt, gaan de politieke partijen meer en meer beroep doen op juridische tussenkomsten om tegen de volksmeerderheid in hun plannen door te drukken.

De meest absurde situatie is ontstaan rond het volksinitiatief 'Unabhängige Richter' in Beieren.

Dit volksinitiatief beoogt om de invloed van politieke benoemingen bij rechters terug te dringen. Het probleem is acuut bij het grondwettelijk hooggerechtshof van Beieren. Niet minder dan 84% van de rechters behoren tot de christen-democratische strekking. Dit hooggerechtshof heeft de laatste jaren enkele uitspraken geproduceerd, die alleen maar te begrijpen zijn als rechtstreekse implementaties van het CDU-programma. Zo heeft het hooggerechtshof weer een handtekeningdrempel opgelegd voor gemeentelijke referendums, hoewel de Beierse burgers in 1995 (in een deelstaatreferendum over de invoering van het gemeentelijk referendum) met grote meerderheid zo'n handtekeningdrempel verworpen. Het verpletterende overwicht van de christendemocraten in het Hooggerechtshof is te verklaren door de huidige regeling, waarbij de regereringsmeerderheid de leden van het Hooggerechtshof benoemt. Eén van de hoofdmaatregelen die in het volksinitiatief 'Unabhängige Richter' wordt voorgesteld, voorziet dat de benoeming van de hoge rechters op basis van een parlementaire tweederde meerderheid moet gebeuren.

Daarnaast voorziet het voorstel ook maatregelen om de onafhankelijkheid van lagere rechters te bevorderen. Dit laatste punt werd aangegrepen door het (uiteraard christendemocratisch gecontroleerde) Beierse 'Innenministerium' om klacht in te dienen tegen het volksinitiatief. Het volksinitiatief zou namelijk zondigen tegen het wettelijke 'Koppelungsverbot', dat verbiedt om onder één referendumvraag twee niet-gerelateerde voorstellen te verenigen. De eenheid van het volksvoorstel is natuurlijk voor iedereen duidelijk: het gaat om een pakket maatregelen die de onafhankelijkheid van de justitie moet vergroten.

Wie moet echter over deze klacht oordelen? Juist, het hooggerechtshof. Diegenen , die hun positie te danken hebben aan een christendemocratische politieke benoeming, moeten nu oordelen over de toelaatbaarheid van een referendum dat diezelfde politieke benoemingen de facto aanklaagt. De techniek om, via een absurde doordrijving van het koppelingsverbod referenda te stoppen, wordt overigens ook in de USA meer en meer gebruikt. Blijkbaar zal op dit punt grote waakzaamheid geboden zijn, wanneer het in ons land tot concrete wetsvoorstellen komt.

Ook elders in Duitsland botsen burgers , die via referenda op volksinitiatief veranderingen tot stand willen brengen, op heftige politieke weerstand. In Nedersaksen hebben 650.000 burgers getekend voor een voorstel dat de kinderdagverblijven wil verbeteren. De deelstaatregering blokkeert echter het voorstel, omdat het eventueel ongrondwettelijk zou kunnen zijn. Zoals vroeger reeds gemeld in De Witte Werf, heeft de deelstaatregering van Bremen een volksinitiatief van Mehr Demokratie, dat een referendum over de versoepeling van de referendumwetgeving beoogt, via een juridische procedure geblokkeerd. De uitspraak ten gronde wordt verwacht op 14 februari.

SCHLESWIG-HOLSTEIN: DE POLITIEKE DICTATUUR

In de meest noordelijke deelstaat Schleswig-Holstein bestaat het referendum op volksinitiatief, maar de wetgeving geeft het laatste woord toch altijd aan het deelstaatparlement (de in Kiel zetelende 'Landtag'). De ondeugdelijkheid van deze regeling werd de afgelopen maanden op twee fronten bewezen.

Vooreerst is er het referendum over de spellingshervorming ('Rechtschreibereform'). In Duitsland werd een spellingshervorming doorgevoerd, blijkens opiniepeilingen tegen de wil van de meeste burgers in. Enkel in Schleswig-Holstein kwam het ook tot een referendum op volksinitiatief over deze kwestie. Op 27 september 1998 keurde een meerderheid van burgers in Schleswig-Holstein de spellingshervorming af. Dit leidde tot de merkwaaridge situatie, dat er in de bondsrepubliek twee spellingen ontstonden: de oudere spelling, waarvan het behoud langs direct-democratische weg was goedgekeurd in Schleswig-Holstein, en de hervormde die in de rest van Duitsland langs parlementaire weg was goedgekeurd. Deze situatie kon natuurlijk niet met goed fatsoen blijven bestaan. Ze werd in het leven geroepen doordat in de meeste Duitse deelstaten het referendum slechts moeizaam tot stand kan komen. Indien op bondsniveau een referendum over de spellingshervorming had kunnen plaatsvinden, dan zou de hervorming bijna zeker afgewezen zijn. Nu werd de knoop op een andere manier doorgehakt: op 17 september vernietigde de Kielse Landtag doodleuk de uitslag van het referendum over de spellingshervorming. De hervormde spelling werd onmiddellijk, tegen de wil van de meeste burgers, opgedrongen aan de scholen in de recalcitrante deelstaat. Een slecht werkende directe democratie heeft blijkbaar toch één voordeel: ze onthult hoe de politieke klasse regeert, niet namens het volk, maar tegen het volk.

En dan is er de 'Aktion mündige Schule' : een burgerinitiatief, dat zich inzet voor meer zelfbestuur, diversificatie, innovatie en eerlijke competitie in het onderwijs. Met het volksvoorstel 'Schule in Freiheit' beoogt deze actiegroep een wijziging in de grondwet van de deelstaat Schleswig-Holstein. Het voorgestelde wetsontwerp voert zelfbestuur in voor de scholen, meewerking van schoolvertegenwoordigers bij het schooltoezicht, een gelijke schoolfinanciering voor alle soorten scholen en reële vrije schoolkeuze. De SPD en CDU keurden het voorstel af omdat het ongrondwettelijk zou zijn en een jaarlijkse meerkost van 50 miljoen mark zou veroorzaken. Het ontwerp van de actiegroep 'Aktion mündige Schule' werd wel goedgekeurd door Bündnis-Grünen, FDP en SSW. SPD en CDU vormden in deze kwestie een wisselmeerderheid, want Schleswig-Holstein wordt bestuurd door een roodgroene coalitie.

Het volksinitiatief 'Schule in Freiheit' was vrij populair en de kansen op goedkeuring via een volksstemming lagen erg goed. Sinds mei 1997 had het volksinitiatief 37.000 handtekeningen bijeengebracht, die op 4 mei 1998 aan de voorzitter van het deelstaatparlement werden overhandigd (de wet vereist slechts 20.000 handtekeningen). De wisselmeerderheid van SPD en CDU kwam dan ook algemeen over als een anti-democratische coup, gepleegd vanuit de kern van de politieke klasse.

De afwijzing van het referendum werd handig in elkaar gezet. Wettelijk volgt op de indiening van de handtekeningen een periode van 12 weken, waarin het parlement de toelaatbaarheid van het volksinitiatief moet onderzoeken. Die periode liep af op 4 september. Twee dagen voor het einde van de termijn werden de woordvoerders van het volksinitatief uitgenodigd op het deelstaatparlement, om stelling te nemen tegenover nieuwe bezwaren die blijkbaar in het geheim waren uitgebroed. Dat deze confrontatie helemaal op de valreep werd belegd, is des te merkwaardiger wanneer men weet dat het volksinitiatief reeds gedurende twee jaar constant met de gespecialiseerde parlementairen in contact had gestaan en alle vroegere aanmerkingen met succes had weten op te vangen. Het volksinitiatief had trouwens het voorstel in functie van die opmerkingen ook hier en daar aangepast. Nu had 'Aktion mündige Schule' nog anderhalve dag om te reageren op de nieuwe bezwaren. Na een sterk uitgebouwde mondelinge interventie van professor Jach uit Hamburg kwam de parlementaire commissie van het deelstaatparlement eenstemmig tot het besluit dat het initiatief kon toegelaten worden. Onmiddellijk daarop vormde zich echter in het parlement zelf een 'grote coalitie' tussen CDU en SPD die het voorstel afwees, gezien de meeruitgave die voort zou vloeien uit een goedkeuring van het volksvoorstel. Dit zou een ontoelaatbare inmenging betekenen in de 'Haushaltautonomie' van het parlement (dwz het monopolie dat het parlement voor zichzelf opeist inzake budgettaire aangelegenheden). Dat leden van beide partijen tevoren in de commissie dit bezwaar hadden verworpen, was plots niet meer van belang. De groene coalitiepartner kwam in de wind te staan door deze alternatieve meerderheid. In de media was er erg veel aandacht voor de kwestie. Over het algemeen werd de SPD geblameerd: het was duidelijk dat deze partij niet wenste dat private scholen op gelijke voet zouden kunnen concurreren met staatsscholen. Eén van de resultaten van de hele discussie is, dat nu tenminste voor Schleswig-Holstein min of meer duidelijk is geworden hoeveel de Duitse staatsscholen nu eigenlijk per kind kosten. In Duitsland wordt dit soort cijfers angstvallig verborgen gehouden, als ging het om een staatsgeheim. 'Aktion mündige Schule' spant nu een gerechtelijke procedure aan tegen het referendumverbod door het deelstaatparlement, en men verwacht dat tijdens het proces eindelijk ook duidelijkheid op bondsniveau zal komen omtrent de kosten die in de staatsscholen worden gemaakt per leerling en per jaar.

In elk geval toont de ervaring in Schleswig-Holstein aan dat het parlement geen vetorecht mag krijgen inzake referenda op volksinitiatief (een idee dat ondermeer door Mark Eyskens wordt verdedigd - zie elders in deze Witte Werf). Volksinitiatieven ontstaan immers in principe, omdat de vertegenwoordigende wetgevende macht in passieve of actieve zin de volkswil miskent. Het deelstaatparlement is dus betrokken partij, en kan daarom niet tegelijk rechter zijn. Bovendien is de opvatting dat een volksinitiatief door één of andere instantie moet toegelaten worden, in strijd met het concept zelf van volksoevereiniteit. Het volk zelf laat weten, via de bereidheid van de burgers om handtekeningen te leveren, of het referendum al dan niet is gewenst.

BEIEREN: HET GRONDWETTELIJK HOF TEGEN DE DIRECTE DEMOCRATIE

 

Op 27 februari 1998 hebben de Beierse kiezers per referendum de Beierse senaat afgeschaft. De Beierse senaat is een volstrekt overbodige en archaïsche instelling, samengesteld volgens standen- en beroepscriteria. De burgers hebben niets aan deze senaat, maar die instelling is wel handig om allerlei partijcreaturen op een lucratief postje te parkeren. De senaat diende dan ook voor het grondwettelijk hof (Verfassungsgericht) klacht in, en eiste tegelijk ook de invoering van deelnamequorums voor referendums. De invoering van deelnamequorums zijn een oude eis van de christen-democraten, die tegen iedere vorm van directe democratie gekant zijn. Tevens zijn de christendemocraten voorstander van het behoud van de senaat.

 

Het grondwettelijk hof, waarvan vrijwel alle leden door de christendemocraten zijn benoemd, heeft op 17 september inderdaad de senaat gevolgd en een 25% deelnamequorum opgelegd. Hiermee wordt niet alleen de uitslag van een volksreferendum uit 1995 , waarin deelnamequorums worden afgewezen, opnieuw vernietigd. Tegelijk breekt het grondwettelijk hof ook met het principe "Mehrheit entscheidet" dat uitdrukkelijk in de Beierse grondwet is opgenomen. Door de deelnamequorums zullen inderdaad minderheden, ondermeer via boycotacties, hun slag kunnen thuishalen.

 

Het Beierse grondwettelijk hof biedt een extreem voorbeeld van de situaties die kunnen ontstaan wanneer één politieke partij systematisch vrijwel alle rechters kan benoemen: de onafhankelijkheid van het gerecht wordt uiteindelijk tot een lachertje, en de rechtspraak verwordt tot een instrument waarmee één partij, tegen de direct uitgesproken meerderheidswil van het volk in, haar opvatting kan opdringen.


DUITSLAND : NAAR HET REFERENDUM OP VOLKSINITIATIEF OP FEDERAAL NIVEAU

 

Een opiniepeiling die in januari 1999 door het instituut Forsa in opdracht van het blad 'Die Woche' werd uitgevoerd, toonde dat 70% van de Duitse burgers gewonnen zijn voor de invoering van het referendum op volksinitiatief op federaal niveau in Duitsland, terwijl slechts 19% tegen zo'n maatregel gekant is. Dit resultaat bevestigt de uitkomst van eerdere opiniepeilingen, waarover in de Witte Werf reeds bericht werd.

 

Natuurlijk toont zo'n resultaat ook aan, dat de parlementaire meerderheid van de Duitse 'volksvertegenwoordiging' allerminst representatief was: de jarenlange christen-democratische - liberale meerderheid tegen het referendum vertegenwoordigde in feite maar één vijfde van de publieke opinie. Niettemin is ook bij de politieke klasse nu een zekere verschuiving bespeurbaar. De invoering van het referendum wordt officieel gesteund door de SPD, de Groenen en de PDS, terwijl FDP en CDU tegen zijn. En uit een recente bevraging blijkt, dat nu toch ook binnen deze laatste twee partijen een aantal volksvertegenwoordigers zich pro het referendum op volksinitiatief uitspreken. De CSU-fractie heeft zelfs haar officieel afwijzend standpunt ingetrokken, en zegt nu dat ze nog een besluit moet nemen.

 

Ondanks het tegenoffensief dat de politieke klasse voert in Beieren (poging van het Beierse parlement om het gemeentelijk referendum in te perken), Hamburg (verwerping van de referendumuitslag door de roodgroene coalitie), Bremen en Berlijn (ongeldigverklaring door de volksvertegenwoordiging van referendumaanvraag), komen in steeds nieuwe deelstaten referenduminitiatieven op gang ter verbetering van de bestaande, zeer restrictieve wetgevingen. In Baden-Württemberg en Nordrhein-Westfalen zijn de handtekeninginzameling lopende, en in Thüringen start ze in de herfst. Daarnaast zijn nu ook de voorbereidingen voor de invoering van het referendum op volksinitiatief op federaal niveau van start gegaan. Op 3 juli heeft Mehr Demokratie op een nationaal kongres gestemd over de details van het wetsvoorstel, waarrond in 2001 dan het initiatief zal starten. In de volgende Witte Werf zullen we nader ingaan op dit wetsvoorstel, dat ook voor ons land in vele opzichten bruikbaar lijkt.

 


BERLIJN : EEN ZWARTE DAG VOOR DE DIRECTE DEMOCRATIE

 

Op 2 juni heeft het grondwettelijk hof van de Berlijnse deelstaat het besluit bekrachtigd van de Berlijnse senaat, om het volksinitiatief van 'Mehr Demokratie' als ongrondwettelijk te verwerpen. Volgens de grondwet van Berlijn mogen de burgers niet rechtstreeks hun grondwet veranderen; alleen de verkozen politici mogen dat (Berlijn bekleedt in dit opzicht een uitzonderlijke positie in Duitsland). Daarom had 'Mehr Demokratie' in deze deelstaat een initiatief gelanceerd, dat beoogde om een openbare discussie over de onmachtige situatie van de burgers af te dwingen. Maar volgens het Hof is de vraag om zo'n discussie ook ongrondwettelijk.

 

BEIEREN: VOLDOENDE HANDTEKENINGEN

 

In Beieren heeft Mehr Demokratie de nodige handtekeningen ingediend voor twee 'Volksbegehren'. Zoals men weet verloopt de direct-democratische procedure in de meeste Duitse deelstaten in twee fasen. In de eerste fase moeten een kleiner aantal handtekeningen worden verzameld. Lukt dit, dan krijgen de burgers de kans om zich binnen een termijn van twee weken ten gemeentehuize te laten inschrijven als ondersteuners van het referendum. Om tot een referendum te komen, moeten zich in Beieren 900.000 burgers aandienen. Die eerste fase is dus nu doorlopen voor twee referenda op volksinitiatief.

 

Het eerste initiatief ('Faire Volksrechte im Land') heeft betrekking op het referendum op deelstaatniveau. Mehr Demokratie wil, nadat een eerste poging voor de Beierse grondwettelijke rechtbank in 1995 sneuvelde, volgend jaar opnieuw een gooi doen naar de realisatie van een burgervriendelijke regeling. Het tweede initiatief heeft betrekking op het gemeentelijk referendum. In 1995 werd per deelstaatreferendum een burgervriendelijk gemeentelijk referendum in Beieren ingevoerd. Het resultaat was dat honderden referenda hebben plaatsvonden, waarbij vaak besluiten van gemeentebesturen werden vernietigd. De christendemocratische parlementaire meerderheid heeft daarom in april jongstleden een wet goedgekeurd, die de door de burgers in 1995 rechtstreeks goedgekeurde wet weer in burgeronvriendelijke zin verandert. Het nieuwe volksinitiatief wil nu deze parlementaire wet weer vernietigen, en de burgerwet van 1995 volledig herstellen.

 

NORDRHEIN-WESTFALEN

 

Op 2 juli verwierp de minister van binnenlandse zaken van deze Duitse deelstaat de aanvraag voor de lancering over een referendum, dat bestaande referendumwetgeving meer burgervriendelijk wou maken. De roodgroene regering in deze deelstaat neemt immers het standpunt in, dat referenda over grondwetswijzigingen tegen de grondwet zijn.

 

Mehr Demokratie steunt echter op een uitvoerige studie van professor S.Muckel (Universiteit Keulen) om dit standpunt te bestrijden. In de grondwet van Nordrhein-Westfalen staat (in artikel 68) dat via referenda op volksinitiatief 'Gesetze' (wetten) kunnen gewijzigd worden. De roodgroene regering interpreteert de term 'Gesetz' restrictief, in de zin dat wetten die de grondwet wijzigen niet in de door de wetgever bedoelde zin 'Gesetze' zijn. Uit het onderzoek van prof. Muckel blijkt enerzijds, dat de grondwet alleen coherent kan verstaan worden indien de term 'Gesetze' in de ruime zin wordt opgevat. Dit wordt ook bevestigd door historisch onderzoek omtrent de ontstaansgeschiedenis van de grondwet van Nordrhein-Westfalen.

 

Na Hamburg is Nordrhein-Westfalen dus de tweede Duitse deelstaat, waar diegenen die ijveren voor een volwaardige democratie frontaal in botsing komen met een roodgroene coalitie. Hoewel zowel de socialistische partij als de groenen in Duitsland officieel een pro-referendum standpunt innemen, verzetten ze zich toch vaak tegen de invoering van werkbare vormen van directe democratie op plaatsen waar ze zelf de machtsposities bezetten. Deze ervaring heeft men in de loop van de twintigste eeuw in allerlei Europese landen opgedaan met alle mogelijke politieke stromingen; ook de schaarse ervaringen in ons land laten het verschijnsel zien. In de praktijk hangt het vaak van de grootheid en de zin voor authentieke maatschappelijke waarden van individuele politici af, of deze opportunistische tendens zich doorzet of niet.

 


Terug naar het thuisblad.