Handen wassen ...

Behalve zijn tastbare fysieke lichaam heeft de mens ook nog een ether- en astraal lichaam, en zijn Ik. Voor de helderziende blik valt het etherlichaam ongeveer samen met het fysieke lichaam, het astrale lichaam is groter en omhult de ganse mens. We mogen niet veralgemenend zeggen dat het fysiek lichaam doordrongen is van het ether- en astraallichaam, want in ieder lichaamsdeel werken onze hogere wezensdelen met een andere intensiteit. Dat kan men zien aan zeer alledaagse handelingen, men hoeft er helemaal geen helderziende voor te zijn. Rudolf Steiner in GA 124 "Exkurse in das Gebiet des Markus-Evangeliums".

" Waarom denken de mensen er niet eens over na wat een ontzaglijke betekenis het in het leven heeft dat de mens werkelijk veel vaker zijn handen wast dan eender welk ander deel van zijn lichaam ? Het klinkt misschien raar dat we het daar nu over hebben, maar juist de meest alledaagse zaken kunnen de mededelingen van een helderziende bevestigen. Dat de mens meer zijn handen wast is een feit. En het is ook een feit dat er mensen zijn die zich dikwijls en graag de handen wassen, en dan weer andere die dat minder vaak doen. Een dergelijk feit, dat er zo doodgewoon uitziet, hangt werkelijk samen met de hoogste inzichten. Wanneer de helderziende de handen van de mensen beschouwt, dan zijn die inderdaad wonderlijk verschillend van alle andere lichaamsdelen, zelfs van het aangezicht. Uit de vingers komen stralende vormen van het etherlichaam en die lichten tot ver in de omgevende ruimte, nu eens glimmend, zwak, dan priemend. Afhankelijk of de mens blij of bedroefd is, stralen zijn vingers anders. En de rug van het hand straalt ook anders dan de handpalm.

Toevoeging op 25 juli 2006 :
Bevestigd door wetenschappelijk onderzoek : handen stralen detecteerbaar licht uit !

Voor wie geestelijk kan schouwen is de hand, met haar etherdeel en astraal deel, een zeer wonderlijk verschijnsel. Nu is alles rondom ons, ook al is het stoffelijk, een openbaring van de geest. Het stoffelijke staat in verhouding tot het geestelijke zoals ijs tot water, het heeft zich uit het geestelijke gevormd, het is als het ware verdichte geest. Als wij in verbinding treden met iets stoffelijks, dan treden wij in verbinding met het geestelijke in dat stoffelijke. Ieder contact met het stoffelijke is in werkelijkheid, voorzover het stoffelijk is, maya. In werkelijkheid is het met de geest dat wij in contact treden. Als we nu in contact komen met water wanneer we onze handen wassen, dan komen we op een bepaalde manier met de geest in contact; en het is zo -als men het leven fijnzinnig weet te observeren- dat het een grote invloed heeft op de algemene stemming van de mens hoe dikwijls hij zijn handen wast. Er zijn naturen die een bepaalde voorliefde koesteren om zich de handen te wassen; die kunnen niet anders dan onmiddellijk hun handen wassen wanneer ze een of andere onreinheid aan hun handen vermoeden. Dergelijke naturen hebben of verkrijgen op een zeer bepaalde manier een zekere verhouding tot hun omgeving. Die beperkt zich dan niet enkel tot het stoffelijke, maar het is alsof fijne krachten in het stoffelijke beginnen op de mens te werken wanneer hij aldus het hierboven beschreven contact met het water maakt. Zulke mensen tonen ons reeds in het leven dat ze op een bepaalde wijze -en wel in gezonde zin- sensibelere, sensitieve naturen worden, ze nemen fijner waar bvb. wanneer een mens met een brutale instelling of met een goed gemoed in hun nabijheid vertoeft. Mensen daarentegen die vuil aan hun handen verdragen zijn effectief ook in het leven grovere naturen en tonen inderdaad dat ze zoiets als een wand oprichten tussen zichzelf en de intiemere verhoudingen in hun omgeving. Zo is dat, en u kunt dat zelfs etnografisch waarnemen als u dat wil. Bezoekt u verschillende landen en probeer de mensen te observeren. Zo kunt u uitmaken waar men de handen meer of minder wast. Onderzoek dan hoe de verhoudingen tussen de mensen zijn, hoe gans anders de verhouding van vriend tot vriend, van kennis tot kennis staat in streken waar de mensen een muur oprichten door zich weinig de handen te wassen. Deze zaken gelden als een natuurwet. Andere omstandigheden kunnen dat natuurlijk versluieren. Als we een steen door de lucht gooien, dan is de afgelegde weg een parabool, maar een plotse windstoot maakt dat het geen parabool wordt. Voor het helderziende bewustzijn doordringt het geest-ziel-element heel fijn de handen. En wel op zodanige wijze dat vooral sprake is van een verhouding van water tot de handen. Voor het menselijk aangezicht is dat reeds minder het geval, en nog veel minder voor de andere delen van het lichaam. Men moet dat nu niet opvatten als een pleidooi tegen baden en wassen, ik wil alleen een licht werpen op de verschillende invloed. Dit alles bewijst dat het geest-ziel-element bij de mens in de verschillende lichaamsdelen op een verschillende manier werkt, zich op een verschillende manier uitdrukt. U zult niet meemaken dat iemand schade toebrengt aan zijn astraal lichaam doordat hij te vaak zijn handen wast. Dat komt doordat de verhouding van het menselijk astraal lichaam tot zijn omgeving op een gezonde manier wordt beïnvloed door de verhouding van water tot de handen. Daarom zal op dit gebied een overdrijving nauwelijks mogelijk zijn. Wanneer men nu materialistisch denkt en in zijn gedachten volledig aan de materie kleeft dan zal men zeggen: wat goed is voor de handen is dat ook voor de rest van het lichaam - en dan maakt men geen onderscheid tussen de fijne verschillen."

Rudolf Steiner veroordeelt dan een praktijk die toentertijd door de geneesheren aanbevolen werd om de kinderen krachtiger te maken, nl. wassingen en wrijvingen met koud water. Spoedig moest men inzien dat dit schadelijk was voor het zenuwstelsel, en deze mode geraakte gelukkig in onbruik. Volgens Rudolf Steiner leidde dit tot een ongezonde overgevoeligheid - voor gans het leven wanneer dit in de kindertijd gebeurde. Wij vinden het ook onbegrijpelijk dat men tegenwoordig al zweminitiatie voor kleuters aanprijst. Gevoeligere kinderen hebben vanuit een gezond instinct een natuurlijke afkeer voor koud water, en men doet hun natuur en hun persoonlijkheid geweld aan wanneer men ze verplicht te gaan zwemmen zoals dit nu in schoolverband gebeurt.

Terug naar de inhoudstafel.