Nog maar eens: karma_

Met in het achterhoofd de kleine anekdote die we in het vorige artikel van Michaela Glöckler lazen, hebben we ons gepermitteerd om enkele commentaren toe te voegen. Uit GA 99 "Die Theosophie des Rosenkreuzers":

[ ... ]"We willen nu ingaan op een oorzaak-en-gevolg verband, dat men kan verstaan wanneer men een beetje rekening houdt met de gevolgen van menselijke daden, gedachten en gevoelens. Men zegt in het gewone leven dikwijls: de gedachten zijn vrij ! - en bedoelt daarmee dat iemand mag denken wat hij wil, hij stoort daar toch niemand mee in de uiterlijke wereld. Hier hebt u een belangrijk punt waar de mens, die echt doordrongen is met geestelijke impulsen, zich onderscheidt van een materialistisch denkende mens.
De materialist gelooft dat hij een mens pijn doet als hij een steen naar hem gooit; daarentegen meent hij dat een haatgedachte die hij koestert t.o.v. zijn medemens, deze laatste geen pijn doet. Wie echter de wereld werkelijk kent, die weet dat veel, veel sterkere werkingen uitgaan van een haatgedachte dan ooit door een gegooide steen kan worden veroorzaakt. Al wat de mens denkt, voelt en gewaar wordt, heeft zijn uitwerking in de astrale wereld, en men kan als ziener tot in de details zeer precies nagaan hoe bvb. een liefdevolle gedachte werkt die naar een ander mens toegaat, en hoe gans anders een haatgedachte. Wanneer u vol liefde aan iemand denkt, dan ziet de helderziende hoe er een op een bloemkelk gelijkende lichtgestalte ontstaat die het ether- en astraal lichaam van de andere mens liefdevol omspeelt en daardoor een zekere weldadige, harmoniserende werking heeft. De van haat vervulde gedachte boort zich daarentegen als een verwondende pijl in het ether- en astraal lichaam.

Men kan op dit gebied zeer uiteenlopende dingen waarnemen. Voor de astrale wereld maakt het een zeer groot verschil of iemand een gedachte uitspreekt die waar is, of dat deze op leugens berust. Een gedachte heeft betrekking op een bepaald feit en is waar doordat ze met dit feit overeenstemt. Stel dat er bvb. ergens een gebeurtenis plaatsvindt. Die werkt door in de hogere werelden. Wanneer iemand nu de ware toedracht van deze gebeurtenis vertelt, dan begint hij een astrale vorm uit te stralen die zich verbindt met de van de gebeurtenis zelf afkomstige vorm, en deze versterken elkaar. Zulke versterkte vormen dragen ertoe bij dat onze geestelijke wereld steeds gevarieerder wordt en een rijkere inhoud krijgt, hetgeen noodzakelijk is wanneer de mensheid zich verder wil ontwikkelen. Maar wanneer men de gebeurtenis nu zodanig weergeeft dat de weergave niet met de feitelijke toedracht overeenstemt en dus op leugens berust, dan vindt er, wanneer deze astrale gedachtenvorm op de van de gebeurtenis afkomstige vorm stuit, een botsing tussen beide plaats en vernietigen ze elkaar. Dit soort explosieve verwoestingen die door leugens worden aangericht werken op dezelfde wijze als een gezwel in het lichaam waardoor het organisme wordt verwoest. Op deze wijze doden leugens, de astrale vormen die zijn ontstaan en die moeten ontstaan, en verhinderen of vernietigen ze daardoor een deel van de ontwikkeling. Het is inderdaad zo dat ieder die de waarheid spreekt de ontwikkeling van de mensheid bevordert en dat iemand die liegt deze belemmert. Daarom bestaat er een occulte wet die zegt dat de leugen geestelijk gezien een moord is. Ze doodt niet alleen een astrale vorm, maar ze is ook een soort zelfmoord. Wie liegt belemmert zijn eigen ontwikkeling. Men kan dit soort werkingen overal in de geestelijke wereld waarnemen. Zo ziet ook de helderziende dat alles wat men denkt, voelt en ervaart zijn uitwerking heeft in de astrale wereld.

Al wat er in de mens leeft aan neigingen, aan temperament en blijvende karaktereigenschappen, alle gedachten die niet slechts van voorbijgaande aard zijn, dit alles straalt voortdurend omhoog en dringt niet alleen binnen in de astrale wereld, maar ook in de wereld van het devachaan.
Een mens met een vrolijk temperament is een bron, een centrum, waarmee bepaalde processen in het devachaan verband houden. Iemand die voortdurend het hoofd laat hangen, veroorzaakt een toename van de essenties en substanties die in verband staan met de zwaarmoedige zijde van de mensen. Zo laat de geesteswetenschap ons zien dat wij als mens niet in een geïsoleerde positie leven, maar dat onze gedachten voortdurend vormen tevoorschijn roepen die de wereld van het devachaan verrijken en met allerlei substanties en essenties doordingen.

Alle vier gebieden van het devachaan, het vasteland, de oceaan, de atmosfeer en het gebied van de originele invallen, worden voortdurend beïnvloed door de menselijke gedachten, gevoelens en gewaarwordingen. De hogere gebieden, waarin reeds de akasha-kroniek bemerkbaar is, worden beïnvloed door de daden die de mensen verrichten. De uiterlijke gebeurtenissen werken door tot in de hoogste regionen van het devachaan, die wij de wereld van de rede hebben genoemd.
Op deze wijze kunnen wij begrijpen hoe de mens bij het afdalen naar een nieuwe geboorte zijn astrale lichaam opnieuw opbouwt en zich hiermee verbindt. Alles wat hij vroeger heeft gedacht en gevoeld, maakt blijvend deel uit van de astrale wereld en heeft hierin een groot aantal sporen achtergelaten. Wanneer zijn gedachten van waarheid waren vervuld, dan kan hij met behulp van deze achtergebleven sporen een goed astraal lichaam opbouwen. Datgene wat zich als zijn temperament enz. heeft verbonden met het lagere devachaan geeft vorm aan zijn nieuwe etherlichaam; en datgene wat hij aan daden heeft volbracht beïnvloedt vanuit de hoogste gebieden van het devachaan, waar de akasha-kroniek reeds te vinden is, de ruimtelijke bestemming, de lokalisering van zijn fysieke lichaam. Hier zijn de krachten te vinden die de mens naar een bepaalde plaats brengen. Wanneer men iemand leed heeft berokkend, dan is dit een uiterlijk feit dat zijn sporen achterlaat in de hoogste gebieden van het devachaan. Dit feit werkt in de mens die zich opnieuw met een fysiek lichaam wil verbinden, als een kracht die hem, uiteraard onder leiding van hogere wezens, naar de plaats brengt waar hij nu de gevolgen van zijn daden in de fysieke wereld kan ondervinden.

Alles wat wij uiterlijk beleven, zonder dat het ons innerlijk al te zeer raakt, werkt bij de volgende incarnatie op ons astrale lichaam en roept hierin overeenkomstige gevoelens, gewaarwordingen en kenmerkende gedachten tot leven. Wanneer men zijn leven goed heeft besteed en een rijkdom aan ervaring en kennis heeft opgedaan, dan is het gevolg daarvan dat het astrale lichaam waarin de mens in het volgende leven opnieuw wordt geboren bijzondere vermogens in deze richting vertoont.
Belevenissen en ervaringen komen dus in de volgende incarnatie in het astrale lichaam tot uitdrukking. Maar datgene wat men innerlijk gewaarwordt, gevoelens van vreugde of verdriet, alles wat de ziel innerlijk ervaart, werkt in de volgende incarnatie door tot in het etherlichaam en laat hierin bepaalde neigingen ontstaan die een blijvend karakter dragen. Wie veel vreugde beleeft zal een etherlichaam vormen dat een tot vreugde neigend temperament bezit. Wie ernaar streeft veel goede daden te verrichten, zal door de gevoelens die daarbij tot ontwikkeling komen in het volgende leven beschikken over een uitgesproken talent om het goede te doen. Hij zal ook een zeer gewetensvol en moreel ingesteld mens zijn.
Datgene waarvan het etherlichaam de drager is in dit leven, de individuele aanleg, de blijvende karaktereigenschappen enz., manifesteert zich in het volgende leven in het fysieke lichaam en wel zodanig dat een mens die tijdens zijn leven bvb. slechte neigingen en hartstochten heeft ontwikkeld, in een volgend leven wordt geboren met een ongezond fysiek lichaam. Een mens daarentegen die over een goede gezondheid beschikt en die veel kan verdragen, heeft in zijn vorige leven goede eigenschappen ontwikkeld. Iemand die voortdurend voor ziekten vatbaar is heeft vroeger verkeerde neigingen in zichzelf laten ontstaan.
Op deze wijze hebben we gezondheid en ziekte, voor zover deze als aanleg in het fysieke lichaam aanwezig zijn, zelf in de hand. Men hoeft slechts alle slechte neigingen uit te bannen om de basis te leggen voor een gezond en sterk lichaam in het volgende leven.

Zo eenvoudig is het, mensen !Hoeveel antroposofen zijn er niet die regelmatig geplaagd worden door hoofdpijn ? Wel, nu hoeven we geen medelijden meer te hebben met deze zielepoten: hadden ze maar iets aan hun slechte neigingen moeten doen zoals wij, gezonde antroposofen !

Tot in bijzonderheden kan men waarnemen hoe datgene wat zich aan neigingen in een bepaald mens heeft voorgedaan, in het volgende leven invloed uitoefent op het fysieke lichaam.
Iemand die tijdens zijn leven vervuld is van grote liefde voor alles wat hem omringt, die iedereen liefdevol bejegent, van wie liefde uitstroomt, zal in een volgende incarnatie beschikken over een fysiek lichaam dat er gedurende lange tijd jong en fris zal uitzien. Gevoelens van liefde, sympathie die men voor alle schepselen ontwikkelt, dit alles brengt een fysiek lichaam tot stand dat lang jeugdig blijft. Maar een leven dat vervuld is van haat en antipathie tegen andere wezens, waarbij iemand op alles kritiek heeft en afgeeft en zich het liefst uit alles terugtrekt, brengt vanuit deze neigingen een fysiek lichaam tot stand dat vroeg oud en rimpelig wordt. Op deze wijze gaan iemands neigingen en hartstochten over op de lichamelijke constitutie van zijn volgende incarnatie.
Men kan dit alles tot in bijzonderheden waarnemen. Zo kan men bvb. ontdekken hoe een sterk ontwikkelde bezitsdrang die een instinctief karakter draagt en er steeds op gericht is zoveel mogelijk bijeen te schrapen, in het toekomstige leven een dispositie voor bepaalde infectieziekten veroorzaakt. Het is heel goed mogelijk dit soort gevallen te vinden, waarbij een uitgesproken aanleg voor infectieziekten kan worden toegeschreven aan een vroegere overmatige bezitsdrang, waarvan het etherlichaam de drager is. Een objectief streven daarentegen, waarbij een mens niets voor zichzelf in de wacht wil slepen maar de uitdrukkelijke bedoeling heeft in dienst van de gehele mensheid te werken, zulk een neiging in het etherlichaam zorgt ervoor dat er in het volgende leven een grote mate van weerstand tegen infectieziekten ontstaat.

Op deze wijze kan men de ontwikkeling van de wereld in haar innerlijke aard doorgronden wanneer men de samenhang tussen de fysieke en de astrale wereld kent, en de dingen hangen soms op een geheel andere wijze met elkaar samen dan de mensen het zich graag voorstellen. Veel mensen klagen bvb. over pijn en verdriet. Maar vanuit een hoger gezichtspunt is het helemaal niet gerechtvaardigd zich hierover te beklagen, want wanneer men ze heeft overwonnen en tot een volgende incarnatie bereid is, dan zijn pijn en verdriet bronnen geworden van wijsheid en bezonnenheid, waardoor men de dingen kan overzien. Zelfs in een onlangs verschenen boek dat is voortgekomen uit de materialistische denkwijze van de tegenwoordige tijd, kunnen we de uitspraak lezen dat men in de fysionomie van iedere denker zoiets als gekristalliseerde smart kan ontdekken. Wat hier door een materialistisch denkende schrijver wordt gezegd is de occultist reeds lang bekend, want de grootste wijsheid van de wereld wordt verkregen door het geduldig verdragen van pijn en verdriet. Dit schenkt wijsheid in een volgende incarnatie.
Wie bang is voor het leven en vlucht voor gevoelens van pijn en verdriet omdat hij deze niet kan verdragen, is niet in staat de grondslag te leggen voor wijsheid. Bij nader inzien mogen we zelfs niet over ziekten klagen, want vanuit een hoger perspectief, vanuit het standpunt van de eeuwigheid gezien, verschijnen ziekten in een geheel ander licht. Geduldig gedragen ziekten manifesteren zich in het volgende leven vaak in de vorm van bijzondere lichamelijke schoonheid, zodat de uiterlijke schoonheid die we bij een mens kunnen ontdekken in veel gevallen is verworven door ziekten in een vorig leven.

Verdorie, te vlug gelachen met die ziekelijke antroposofen. Nu gaan ze in hun volgend leven nog knappe vrouwen worden ook !

Hier zien we een samenhang tussen de aantasting van het lichaam door ziekte, vooral ook wanneer deze door uiterlijke omstandigheden is veroorzaakt, en schoonheid. Men kan deze hoost merkwaardige samenhang illustreren met een uitspraak van de Franse schrijve Fabre d'Olivet: het is met het leven van de mens gesteld als met het ontstaan van de parel in de oester; pas door een ziekte van de oester ontstaat de parel. Inderdaad is het zo in het mensenleven: schoonheid staat karmisch in verband met ziekten en is het gevolg ervan.
Maar wanneer ik zeg dat iemand die verkeerde neigingen in zichzelf laat ontstaan een dispositie voor bepaalde ziekten ontwikkelt, dan mag men nooit uit het oog verliezen dat het hier om een innerlijke dispositie gaat. Wanneer men bvb. ziek wordt doordat men in een omgeving werkt waar de lucht is verpest, dan is dat iets geheel anders; hierdoor kan men ook ziek worden, maar dit hangt niet samen met de dispositie van het fysieke lichaam.[ ... ]

We moeten nog over veel meer dingen spreken wanneer we de wet van het karma willen begrijpen. Uit een dieper inzicht in deze wet van het karma heeft zich eigenlijk de gehele geesteswetenschappelijke beweging ontwikkeld. U heeft zojuist gezien hoe de dingen die met het etherlichaam verband houden in het volgende leven tot uitdrukking komen in het fysieke lichaam. Op deze wijze beïnvloedt iemands instelling, iemands neiging om op een zeer bepaalde manier te denken zijn fysieke lichaam, en daarom is het voor een volgende incarnatie niet onbelangrijk of uw denken spiritueel of materialistisch van aard is. Een mens die iets weet over hogere werelden -hij hoeft er alleen maar aan te geloven- zal in zijn volgend leven beschikken over een gecentreerd fysiek lichaam, waarvan het zenuwgestel rustig functioneert en dat hij volledig onder controle heeft. Een mens daarentegen die alleen wil laten gelden wat hij in de zintuiglijke wereld waarneemt, plant deze gezindheid voort tot in zijn fysieke lichaam en krijgt in het volgende leven een lichaam dat geen vast wilscentrum heeft, dat een rusteloze indruk maakt en een aanleg voor zenuwziekten vertoont. De materialist vervalt in louter details; de geest bindt samen, want hij is de eenheid.
Deze dispositie komt bij de betreffende mensen in de volgende incarnatie als lotsgegeven tevoorschijn, maar ze zet zich ook voort in de komende generaties, zodat de kinderen en kleinkinderen voor de materialistische gezindheid van hun voorouders moeten boeten met een slecht ontwikkeld zenuwstelsel en met zenuwziekten. Een nerveus tijdperk als het onze is het gevolg van het materialistische denken van de 19de eeuw, en de grote leraren van de mensheid hebben de noodzaak onderkend het spirituele denken als een soort tegenkracht in de huidige cultuur te laten binnenstromen.
Het materialisme heeft zelfs tot in de religie doorgewerkt. Of zijn diegenen die wel aan een geestelijke wereld geloven, maar niet de wil hebben deze te leren kennen soms geen materialisten ? Want het is een vorm van religieus materialisme wanneer men verlangt dat het geheim van het zesdaagse scheppingswerk -zoals de grote wereldevolutie in het bijbelse scheppingsverhaal wordt voorgesteld- zich simpelweg voor zijn ogen afspeelt en wanneer men spreekt over Jezus Christus als 'een historische persoonlijkheid' en voorbij gaat aan het Mysterie van Golgotha. Het materialisme in de natuurwetenschap is pas een gevolg van het materialisme in de godsdienst en het zou niet bestaan wanneer het religieuze leven niet door het materialisme zou zijn beheerst. Diegenen die tegenwoordig te gemakzuchtig zijn om zich op religieus gebied te verdiepen, zijn dezelfden die het materialisme in de natuurwetenschap teweeg hebben gebracht. En de ontwrichting van het zenuwgestel die door dit materialisme wordt veroorzaakt manifesteert zich zowel bij hele groepen van mensen, bij hele volkeren, als in het individuele mensenleven.

Wanneer de spirituele stroming niet zo sterk wordt dat ze ook op luie en gemakzuchtige mensen kan overslaan, dan krijgt datgene wat hiervan het karmische gevolg is, de nervositeit, steeds meer invloed op de mensheid; en evenals er in de middeleeuwen epidemieën van melaatsheid voorkwamen, zal het materialistische denken er de oorzaak van zijn dat er in de toekomst ernstige zenuwziekten, ware epidemieën van waanzin zullen optreden, waardoor hele volkeren geteisterd zullen worden."[ ... ]

Terug naar de inhoudstafel I - L.