Karl Marx

In het vorige nummer van De Brug beloofden we om eens iets meer te zeggen over de figuur van Karl Marx. Wat opvalt als we de biografie van Karl Marx lezen, is eigenlijk de steun die hij gans zijn leven van Friedrich Engels heeft gekregen. Niet alleen financieel: toen bijvoorbeeld de huishoudster zwanger werd, verdacht Jenny, de echtgenote van Marx, haar man ervan de vader te zijn, wat hij ook was. Om de huiselijke vrede te bewaren nam Friedrich Engels het vaderschap op zich ! Wat brengt iemand ertoe om door dik en dun iemand anders te willen steunen ? Zonder inzicht in de wet van karma kunnen we dat niet begrijpen. Over de karmische band tussen Marx en Engels sprak Rudolf Steiner in Dornach op 6 april 1924.

[ ... ] "Of laat ons nog een ander geval nemen. Heel bijzondere verhoudingen leidden mij ertoe om de blik te richten op bepaalde gebeurtenissen die zich afspeelden in wat wij nu het noordoosten van Frankrijk noemen, en wel in de achtste, negende eeuw, een beetje later dus dan de tijd waarover ik zojuist sprak. Er speelden zich daar bijzondere gebeurtenissen af. In die tijd bestonden de grote nationale staten nog niet, en wat toen gebeurde geschiedde altijd binnen kleinere mensengroeperingen. Er was daar een persoonlijkheid met een energiek karakter die een landgoed van een bepaalde grootte had, juist in de streek die we nu het noordoosten van Frankrijk noemen. Deze man bestuurde zijn bezit op een buitengewoon systematische wijze, op een voor die tijd buitengewoon systematische wijze, zou ik zeggen. Hij wist wat hij wilde, en was een merkwaardige mengeling van een doelbewuste mens en een avonturiersnatuur, zodat hij met meer of minder succes kleine krijgstochten ondernam vanaf zijn eigendom, met lieden die zich, zoals dat toen de gewoonte was, als soldaten vertoonden. Dat waren kleine legerbenden, daarmee trok men erop uit en probeerde het een of ander te bemachtigen. Met een schare dergelijke krijgslieden ging de betrokkene op pad vanuit het noordoosten van Frankrijk. En het draaide zo uit dat een andere persoonlijkheid die een beetje minder avontuurlijk aangelegd was als hij, maar ook energiek, tijdens de afwezigheid van de eigenaar van het landgoed -vandaag schijnt dat paradox, maar toen kon zoiets heel goed gebeuren- zich meester maakte van het landgoed en alle bezittingen. Toen de betrokkene naar huis terugkeerde -hij was alleenstaand- ontdekte hij dat een andere bezitter zijn landgoed bemachtigd had. En de verhoudingen ontwikkelden zich dusdanig dat de betrokkene zich niet daadwerkelijk verzette tegen de nieuwe bezitter. Die was machtiger, had meer mannen, had meer soldaten rond zich. Hij kwam dus niet in opstand. Nu waren toentertijd de dingen niet zo dat men maar uitweek naar vreemde streken als men in zijn geboortestreek geen vooruitzichten meer had. Deze persoonlijkheid was nu wel een avonturier, maar zelfs hij deed dat niet, hij had er de mogelijkheid niet toe. Zodat de betrokkene met een schare aanhangers zelfs een soort lijfeigene werd op zijn eigen voormalig landgoed. Hij moest nu als een lijfeigene werken met een schare van hen die met hem op avontuur waren uitgetrokken, terwijl hem ondertussen zijn eigendom afhandig werd gemaakt. En het geschiedde dat bij al die lieden die daar lijfeigene waren geworden, terwijl ze voorheen de heren waren, een soort gezinning ontstond van vijandigheid tegenover het heerschappijprincipe. En menige nacht brandden daar in die bosrijke streken vuren waar men samenkwam en allerlei samenzweringen besprak tegen diegenen die zich meester gemaakt hadden van de eigendom. Het was eenvoudigweg zo dat de betrokkene, die van een grote bezitter min of meer tot lijfeigene , tot slaaf was geworden, de rest van zijn leven vulde met plannen te smeden, ieder uur dat hij niet moest werken, over hoe hij weer tot bezit en eigendom zou kunnen komen.

Nu gingen die beide persoonlijkheden van toen als respectievelijke individualiteiten door de poort van de dood, maakten in de geestelijke wereld tussen dood en nieuwe geboorte alles mee wat nu eenmal sindsdien kon meegemaakt worden, en verschenen terug in de 19de eeuw. Diegene die huis en hof verloren had en een soort lijfeigene was geworden verscheen als Karl Marx, de grondlegger van het nieuwe socialisme. En de andere, die hem toentertijd zijn landgoed had afgenomen verscheen als zijn vriend Friedrich Engels. Wat ze in het verleden met elkaar moesten uitmaken, vormde zich om tijdens de lange weg tussen dood en nieuwe geboorte tot de drang om goed te maken wat ze elkander aangedaan hadden. En leest u maar wat zich tussen Marx en Engels afgespeeld heeft, leest u alles over wat de bijzondere geestesconfiguratie van Karl Marx omvat, en leg daarnaast wat ik u hier kom te vertellen over dezelfde individualiteiten in de achtste, negende eeuw. Dan zal er voor u een nieuw licht vallen, omzeggens op iedere zin die Marx en Engels geschreven hebben. En u zult niet het gevaar lopen om abstractweg te zeggen: dat ene is door dat in de geschiedenis veroorzaakt, dat andere door het gene; maar u ziet mensen die iets overbrengen naar een andere tijd, iets dat dan gans anders verschijnt, maar dat toch bepaalde overeenkomsten vertoont met het vroegere. Dat kunt u zich wel indenken: in de achtste, negende eeuw, daar kwam men samen rond een vuur in het woud, daar sprak men natuurlijk anders dan men sprak in de negentiende eeuw, waar Hegel zijn invloed liet gelden, waar alles werd opgelost met dialectiek. En probeert u zich eens een woud in het noordoosten van Frankrijk in de negende eeuw voor te stellen: daar zitten de samenzweerders, ze vervloeken en schelden in hun toenmalige taal. Vertaalt u dat naar het mathematisch-dialectisch jargon van de negentiende eeuw, dan hebt u wat bij Marx en Engels staat.

Dat zijn zaken die van het louter sensationele, dat gemakkelijk opduikt als het over concrete reïncarnatieverhoudingen gaat, verder leiden naar een beter begrip van de geschiedenis. En men beschermt zich het best tegen verkeerde voorstellingen als men niet ingaat op het sensationele, als men niet alleen wil weten: hoe is dat nu met die wedergeboorte ? - maar wanneer men al wat in de geschiedenis samenhangt met wel en wee, met vreugde en leed van de mensheid, probeert te begrijpen vanuit de terugkerende aardelevens van individuele mensen." [ ... ]

Terug naar de inhoudstafel I - L.

Terug naar de inhoudstafel M - Q.