Luciferisch verleden, ahrimanische toekomst

door Frans D'Herde

Dit boekje van Rudolf Steiner telt slechts 68 blz. en geeft de inhoud weer van twee belangrijke voordrachten die Rudolf Steiner hield in 1919 te Zürich en Bern. Hierin waarschuwt hij ons voor de werking van het Boze, vertegenwoordigd door LUCIFER (= de duivel) en door AHRIMAN (= de satan) in de evolutie van de mensheid. En deze waarschuwing zouden we heel ernstig moeten nemen omdat in een zeer nabije toekomst deze Ahriman in hoogsteigen persoon zal incarneren onder de mensheid.

Als vertegenwoordiger van de geesteswetenschap(= antroposofie) mag Rudolf Steiner beschouwd worden als één van de grote geestelijke wereldleiders. Zijn helderziende begaafdheid liet ons een omvangrijk geestelijk onderricht na, dat voor een doorsnee-mens te omvangrijk is om in één leven begrepen en geassimileerd te kunnen worden. Vele eerlijke zoekers vinden in de ernstige bestudering ervan de troost, de kracht, en de leiding om hun persoonlijk bestaan te leren zien in een levende samenhang met de aarde en de kosmos. Daardoor leert onze geestelijke blik zich uit te breiden over onze totale menselijke evolutie vanaf het oerbegin tot de uiteindelijke, hoge geestelijke bestemming, waartoe we geschapen en geroepen zijn. Maar daar doorheen laat Steiner ook Christus' uitspraak klinken: "Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren ..."

Deze bekende uitspraak heeft in het alledaagse gebruik haar volle betekenis zien verbleken. Maar door de geestelijke verdieping die uitgaat van de antroposofie, moet het evangelie opnieuw geherwaardeerd worden in de nabije toekomst. En vanuit die verdieping zal opnieuw de oorspronkelijke waarschuwende dreiging ervan weerklinken. Niet alleen troost en hoop brengt ons de geesteswetenschap, maar ook beklemming en angst. Wanneer het om de fundamentele ontwikkelingen in het menselijk leven gaat, is het opmerkelijk dat ook de geesteswetenschap geen aangename boodschap kan brengen. En dat is niet haar schuld, maar ze is gewoon in overeenstemming met de voorziene objectieve feiten die in de toekomst moeten gebeuren. Zo spreekt immers ook de APOKALYPS of Openbaring van Johannes, waarin de toekomst wordt geschetst in aangrijpende, onheilspellende en majesteitelijke beelden. Uiteindelijk loopt het uit op de definitieve scheiding van de "verlosten" en de "verdoemden". Voor velen wordt het dus een noodlottig verloop. Maar wat wordt het voor MIJ, als enkeling ? Als het ooit zover komt, kan ik dan dit noodlot ontwijken, en hoe ? Met deze vragen roepen we er zovele andere op ! Zal het allemaal zo'n vaart wel lopen ? Is het bla-bla van onheilsprofeten, of hebben we nog een zee van tijd, indien het zich toch moet voordoen ? Heb ik daar als enkeling mede en beslissende rol in te spelen ? Of wordt alles voor een "eenvoudige" gelovige als ik, in orde gebracht door Christus ?

Een volledig bevredigend antwoord op al deze levensbelangrijke vragen bestaat. Maar dat antwoord moeten we overwegend zelf verwerven daar het, van iemand anders gegeven, toch maar gedeeltelijk zou overtuigen. Alleen de juiste richting in dewelke moet worden gezocht kan duidelijk worden aangegeven. En dat is: VERGEESTELIJKEN.

Ooit waren we in de geestelijke werelden en zijn vanuit "den hoge" geleidelijk afgedaald in de materie, het aardse. Nog verder afdalen is ja-zeggen tegen Ahriman, de satan. Dat leidt onze individualiteit naar de afgrond, zijn verderf en verdierlijking. Omhoog streven terug naar de geestelijke werelden, is ja-zeggen tegen Christus, onze Verlosser (uit het materiële). Dat is loskomen uit de aardesfeer en ons verheffen naar een verheven geestelijk niveau, waar de wereld- en mensheidsontwikkeling voor ons een persoonlijke aangelegenheid wordt. Een geestelijk bestaansniveau moeten we nastreven waardoor onze kleine verworven menselijke persoonlijkheid zich kan verwijden tot een gezond verruimd egoïsme, dat mee zorg wil dragen voor gans ons planetair stelsel. Concreter, of nog meer persoonlijk uitgedrukt gaat het over een geleidelijk groeiproces van ons aards menselijk Ik (= onze sterfelijke persoonlijkheid) naar de hoogten van ons geestelijk Ik (= onze onsterfelijke geestelijke individualiteit) dat steeds opnieuw incarneert in een menselijk lichaam.

Dit vergeestelijken is een reëel groeiproces, een persoonlijke worsteling waarin alle levensvragen geleidelijk tot helderheid komen en door hun klaarheid ons volledig kunnen overtuigen en bevredigen, wars van elk bang getwijfel. Dit kan iemand anders ons niet geven want het betreft een strict persoonlijke inzet. En deze inzet heeft inmiddels een heel dringend karakter gekregen. Het is hoog tijd dat we loskomen van het naïeve, kinderlijk geloof dat Christus zelf het ooit wel allemaal voor ons in orde brengt. Als mensheid is onze kleutertijd (de ontwikkeling van de gewaarwordingsziel in de Egyptische cultuurperiode) en onze kindertijd (de ontwikkeling van de verstands- en gemoedsziel in de Grieks-Latijnse cultuurperiode) voorbij. Sedert 1450 n.C. begint onze groei naar volwassenheid, d.i. onze huidige cultuurperiode waarin de bewustzijnsziel tot ontwikkeling komt ; deze periode duurt tot ong. 3610 n.C. (zie verklarend schema 1 ). Tegelijkertijd begint de opgang van het materialisme onder de invloed van Ahriman, d.i. de volledige verduistering van de geestelijke wezens en werelden. Hij bezit de macht om een waas van de illusie omheen het fysieke te kunnen hangen, als zou het aardse zelfstandig op zichzelf kunnen bestaan, los van de astrale (=ziele)wereld en van het lager en hoger devachaan (= de geestelijke sferen), waaruit het fysieke zich heeft ontwikkeld.

Het is belangrijk om duidelijk in te zien dat in de strijd tussen de goede machten en het Boze ons menselijk Ik de inzet is. Ons Ik heeft zich in het na-Atlantische tijdvak kunnen ontwikkelen doorheen de vier afgelopen cultuurperiodes. De vijfde cultuurperiode is die waarin de huidige mensheid leeft. Ze duurt van ong. 1450 tot 3610 n.C. en is gekenmerkt door het ontstaan en verdere opgang van het MATERIALISME onder invloed van de ahrimanische heirscharen. Sedert 1450 heeft de geestelijke wereld zich volledig teruggetrokken en heeft het menselijk Ik zijn zelfstandigheid en vrijheid kunnen ontwikkelen t.o.v. de geestelijke wezens uit wiens moederschoot dit Ik is ontstaan. Om deze zelfstandigheid en vrijheid te kunnen verwerven is ons Ik moeten afdalen in de materie, in de aardesfeer, door een toenemende verdichting en verharding van ons fysiek lichaam.

Ons menselijk Ik komt uit de astrale of zielewereld en heeft zich geleidelijk ontwikkeld tot gewaarwordingsziel, verstandsziel en bewustzijnsziel in respectievelijk het astraal lichaam, etherlichaam en fysiek lichaam. Ons menselijk Ik is dus een zielsmatige drieëenheid die steunt op de genoemde drie wezensdelen (zie verklarend schema 2). De afdaling in de materie was noodzakelijk om de bewustzijnsziel, het hoogste lid van ons persoonlijk Ik, tot volledige ontwikkeling te brengen, maar moet nu stoppen. De uiterste grens van afdalen is bereikt, we verwierven zelfstandige vrijheid met een keuzemogelijkheid op de tweesprong : met de Christus-kracht naar omhoog, naar de vereniging met onze geestelijke individualiteit, ons hoger Ik; of verder afdalen met Ahriman en verharden in aardse lichamen die ooit dierlijk zullen worden en ons persoonlijk verworven menselijk Ik zullen degraderen tot groepszielen in een uiterst verderfelijk bestaan.

De godenwereld heeft geleidelijk de leiding uit handen gegeven. Zij beschouwt ons als "volwassenen" en de verdere evolutie neigt meer en meer naar menselijk zelfbestuur. Moge het goed doordringen en ons verantwoordelijkheidsgevoel doen toenemen : de tijd is rijp, we worden niet meer door een vreemde autoriteit aan de hand geleid, we moeten ALLEEN een keuze maken : spiritualiseren of materialiseren.

In het evangelie volgens Mattheüs, hoodstuk 4, wordt de Christus Jezus naar de woestijn gevoerd om er op de proef te worden gesteld door de Boze. Er wordt daar vrij onduidelijk gesproken over de duivel en over satan. Maar in de antroposofie wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de duivel, verpersoonlijkt door LUCIFER en tussen de satan, verpersoonlijkt door AHRIMAN. Beiden hebben tot doel de mens te misleiden. De rechtlijnige evolutie die van de Christus uitgaat willen ze telkens opnieuw dwarsbomen, doorkruisen. Maar in hun streven naar vertroebelen van de juiste weg zijn ze wel tegengesteld.

Lucifer of de duivel stelt zich tot doel de mens van het juiste streven af te houden door zijn blik te verduisteren wanneer deze binnenwaarts gericht is, geconcentreerd op het eigen innerlijk. Lucifer heeft de bedoeling de mens in de geestelijke wereld omhoog te voeren door zelftucht, concentratie en meditatie. Hij wil ons geestelijk begeleiden en omhoog voeren voorbij de sferen van de Engelen, Aartsengelen, Oerkrachten, Krachten, tot in de sferen der Machten of de lagere geestelijke wereld (zie verklarend schema 3). En de verraderlijke misleiding bestaat hierin dat hij in ons de illusie probeert te wekken dat we dan het einddoel hebben bereikt. Hij probeert ons ertoe te verleiden op die hoogte volledige bevrediging te vinden en niet meer hoger te willen streven tot de sferen van het hoger devachan. Hij wil ons de indruk geven op die hoogte zo vrij te zijn als God, terwijl we definitief gevangen zouden blijven van een illusoire wereld.

Ahriman of de satan poogt de mens te misleiden wanneer diens blik gericht is op de uiterlijke, fysieke wereld. Hij probeert de mens wiens blik en aandacht naar buiten gaan, in de illusie gevangen te houden als zou de aarde en de rest van ons planetair stelsel op zichzelf bestaan. Hij wil ons absoluut beletten door te dringen tot de uiteindelijke waarheid, nl. dat de fysieke wereld drijft op de astrale of zielewereld, waaruit ons persoonlijk Ik stamt, en op de geestelijke wereld, waarin ons geestelijk hoger Ik wortelt.
Van de twee boze machten is Ahriman veruit de gevaarlijkste. Lucifer wekte Adam en Eva op tot hoogmoed en opstandigheid. We werden uit het Paradijs gedreven, d.w.z. we maakten ons los van de geestelijke wereld, werden naar buiten gedreven in een geleidelijke afdaling naar de vaste materie. Aldus verwierven we, dankzij Lucifer, de vorming van ons menselijk Ik : we traden volledig naar buiten en verwierven t.o.v. de geestelijke machten een vrij en zelfstandig Ik, ons hoogste goed ! Maar van Ahriman hebben we niets goed te verwachten. Hij wil van ons verstokte, verstarde materialisten maken. Met de ontkenning van elk geestelijk bestaan wil hij beletten dat wij, met een eigen Ik, de weg naar boven terugvinden. Zijn verderfelijke invloed is er juist op gericht ons dit persoonlijk Ik af te nemen ...


Verklarend schema 1 : de tijdvakken


Verklarend schema 2 : de wezensdelen


Verklarend schema 3 : de hiërarchieën

*

*

*

*

*

*

*

*

*

Luciferisch verleden, ahrimanische toekomst - deel twee

In ons vorig artikel hebben we een onderscheid gemaakt tussen de twee boze tegenmachten: Lucifer (=de duivel) en Ahriman (=de satan). Beiden streven ernaar de goede scheppingskracht die door Christus wordt vertegenwoordigd, te dwarsbomen. Christus heeft voor het menselijk Ik een rechte evolutieweg uitgestippeld, die aanving in de astrale wereld, geleidelijk afdaalde naar de fysieke wereld, en die nu in onze tijd opnieuw naar omhoog moet, de weg terug naar de geestelijke werelden.

Het bovenstaande kruis heeft natuurlijk meerdere betekenissen. Eén daarvan is de herinnering aan het Mysterie van Golgotha, toen Jezus Christus aan het kruishout werd genageld en stierf. Het kan ook symbool staan voor het menselijk lijden in de wereld: "Ieder huis heeft zijn kruis", maar de geesteswetenschap van Rudolf Steiner geeft er nog een diepere betekenis aan. Aan het kruishout werd het fysieke lichaam van Jezus van Nazareth gehangen. Dit lichaam is de representant van het menselijke persoonlijke Ik (ons huidig, nog sterfelijk dagbewustzijn) in zijn totale evolutie van het oerbegin naar de voltooiing van ons planetair universum. De kruislatten zijn de fysieke uitdrukking van de drie geestelijke bovennatuurlijke machten die deze mensheidsevolutie bewerkstelligen en doorstromen. De verticale balk vertegenwoordigt de Christusweg die de mensheid normaal moet doorlopen. De linkerbalk vertegenwoordigt Lucifer die de rechtlijnige evolutie zoals Christus die gewild heeft, doorkruist. De rechterbalk staat voor Ahriman als tweede tegenmacht die eveneens het rechtlijnig verloop belemmert. Dit kruiselings doorheen en over elkaar lopen van de kwade tegenmachten brengt leed en verderf over de mensheid. En dit is door de Triniteit zo gewild. Het is haar bedoeling dat de evoluerende mensheid eerst onnoemelijk veel leed leert verdragen en zich zo door bovenmenselijke inzet leert te louteren, om zo haar uiteindelijke levensdoel te bereiken. Ons huidig menselijk en sterfelijk Ik krijgt de gelegenheid zich op de rechte weg van Christus te metamorfoseren tot een geestelijk en onsterfelijk Ik. Maar deze evolutie wordt bemoeilijkt, vertraagd en voor velen zelfs belemmerd door de luciferische en ahrimanische heirscharen, een leger van boosaardige, misleidende wezens. De moeilijke levensomstandigheden moeten ons geestelijk Ik weerbaarheid, taaiheid en degelijkheid verlenen, vooraleer we kunnen toegevoegd worden aan de negen hiërarchieën van geestelijke wezens die boven ons tronen. Pas daardoor zullen we ooit de vereiste waardigheid verwerven om als tiende hiërarchie medescheppers te worden van nieuwe werelden. Dan zullen we het genoegen smaken onder een nieuwe naam te mogen schitteren als de "Geesten van de Vrijheid en de Liefde" !

Nu vestigen we onze aandacht terug op het kruis waarvan de balken genummerd zijn van 1 tot 3. Elk cijfer staat voor een incarnatie (letterlijk= vleeswording). Lucifer, Christus en Ahriman zijn vertegenwoordigen de drie belangrijkste geestesstromingen die ononderbroken doorheen de mensheidsevolutie vloeien om bij te dragen tot de vorming van ons persoonlijk Ik, ten goede of ten kwade. Lucifer incarneerde zich als eerste, in China, in het derde millenium v.C. Deze belangrijke gebeurtenis geschiedde in het grootste geheim en was zelfs voor de terugschouwende helderziende blik van Rudolf Steiner moeilijk te achterhalen. De naam van die persoonlijkheid heeft Steiner niet genoemd. Wel zegt hij ervan dat hij aan de mensheid een oerwijsheid schonk die "buitengewoon stralend en uitermate ingrijpend was". Deze wijsheid drong diep door in de werkelijkheid, was koud, zonder gevoelswarmte en hield verband met ideeën. Het was een lichtende wijsheid die zich verbreidde over heel Azië, en daarna grote invloed had op de Babylonische en Egyptische cultuur, om tenslotte uit te monden in de Griekse cultuur.

Als tweede incarneerde Christus in Jezus van Nazareth, meer dan tweeduizend jaar ná Lucifer. De derde belangrijke incarnatie moet nog geschieden, in de nabije toekomst. Dat zal de menswording van Ahriman zijn in onze Westerse cultuur. In welk volk en op welke plaats hij zal geboren worden, werd niet nader bepaald. Ahriman zou op aarde komen in het begin van het derde millenium n.C. Zijn komst zou evenwel iets kunnen worden vervroegd indien hij meent dat de levensomstandigheden op aarde voor hem gunstig zijn om het verhoopte succes te behalen. De oerwijsheid die Lucifer aan de mensheid schonk is omstreeks 1450 uitgedoofd. Sedertdien is het materialisme sterk komen opzetten, en dat gaat in de toekomst nog toenemen. Het zijn ahrimanische wezens die dit bewerkstelligen om zo de komst van hun heer zorgvuldig voor te bereiden. Wordt door hun toedoen de verwarring en de chaos onder de mensheid groot genoeg, dan zou Ahriman reeds incarneren in 1998.

Zo zien we hoe het kruis het symbool is van de drie geestelijke wezens die ononderbroken door de menselijke ziel vloeien om bij te dragen tot de vorming van ons menselijk Ik. Deze verheven geestelijke wezens schrikten er ook niet voor terug zelf achtereenvolgens te incarneren om hun streven op aarde gestalte te geven en zo vruchtbaar mogelijk te maken. Jezus aan het kruis toont publiekelijk dat een menselijke persoonlijkheid erin geslaagd is in zichzelf de Christuskracht zo sterk te maken dat de twee tegenmachten daardoor worden bedwongen en in evenwicht gehouden. Ook wij moeten dit nastreven, het werd ons daarom voorgedaan ...

Hoe kunnen we ons een nog concreter beeld opbouwen van de bedreiging die Ahriman voor ons mensen betekent ? Voor een beter begrip omtrent de vorming van onze menselijke persoonlijkheid is het goed nog eens te benadrukken dat de inwerkingen van de luciferische machten niet onverdeeld kwaadaardig waren. Benevens het menselijk verderfelijk egoïsme bezorgden ze toch ons Ik zelfstandigheid en vrijheid. Voorheen behoorden we tot een groepsziel en het was voor de mens onmogelijk om Ik te zeggen. Vanuit ons fysiek of ether- of astraallichaam konden wij niet tot zelfbewustzijn komen, evenmin als de afzonderlijke leeuw bvb. ik tegen zichzelf zou kunnen zeggen. De diersoort "leeuw" heeft wel een Ik maar dit is een groepsziel die niet in een afzonderlijk leeuwenlichaam kan incarneren, ze kan enkel vanuit de zielewereld alle leeuwenlichamen op aarde dirigeren. Dit gold ook voor de mens vóór de zgn. verleiding van Adam en Eva. Pas toen dezen onder invloed van Lucifer tot opstandigheid werden verleid, werden ze uit het paradijs verdreven, zo verhaalt ons de legende. Toen de mens tijdens het Lemurisch tijdvak buiten de groepsziel kwam te staan, zag hij dat hij naakt was: van soortmens was hij individuele mens geworden. Geleidelijk daalde hij af in de materie, steeds verder weg van de geestelijke wereld, tot hij er tenslotte alle contact mee verloor, een proces dat duizenden jaren duurde. Sedert 1450 is het laatste helderziend contact met de geestelijke wereld praktisch volledig verdwenen. En dat maakte de opkomst van het materialisme mogelijk ...

We weten reeds dat dit materialisme het bouwwerk is van de ahrimanische krachten, die daarin de menselijke persoonlijkheid gevangen willen houden. Het zielewezen van de huidige mens bestaat uit de gewaarwordingsziel, de verstands- en gemoedsziel en de bewustzijnsziel. Deze laatste is het edelste en meest naar de geest neigende lid. Het is met de bewustzijnsziel dat de mens van onze tijd zich hoogdringend moet losmaken uit de knellende wurggreep van de materie waarin Ahriman hem wil vasthouden. Het onderste deel van de bewustzijnsziel neigt naar het stoffelijke, het bovenste naar het geestelijke en het is dit deel dat zich moet kunnen vergeestelijken. Zo moet de bewustzijnsziel zich door het bestuderen van de geesteswetenschap van Rudolf Steiner, of door ander geestelijk onderricht, ontvankelijk openstellen voor de geestelijke werelden. Dan kunnen die zich individualiseren in de mens. Ons aldus verrijkt persoonlijk Ik zou de kracht verwerven zijn andere wezensdelen om te vormen tot een nieuw onsterfelijk geesteswezen. Het zou dan bestaan uit Manas of geestzelf (= ons omgewerkt astraal lichaam), uit Buddhi of levensgeest (= ons vergeestelijkt etherlichaam), en uit Atman of geestmens (= ons vernieuwd, onsterfelijke "fysieke" lichaam).

Ahriman is veruit de meest te duchten tegenmacht voor onze hierboven beschreven vergeestelijking. Hij stelt zich tot doel om de ontwikkelingsweg van ons ziele-Ik dat uit de astrale hoogten is afgedaald tot in het grof-stoffelijke van het fysieke bestaan, verder en onomkeerbaar in neergaande lijn te doen verlopen. De uiterste grens is reeds bereikt. Sommigen zijn misschien zelfs al te ver in het materiële verstrikt om de weg omhoog, naar de geesteshoogten, nog te kunnen vinden. Als Ahriman erin slaagt de mensheid in het stoffelijke gekluisterd te houden dan kan ons Ik niet vergeestelijken. Er zou een verharding optreden, een vergroven van ons zielewezen, een geleidelijke verdierlijking. Ons duur-verworven Ik zou zijn bewustzijn zien uitdoven, zijn zelfstandigheid verspelen om uiteindelijk zijn Zelf te verliezen en terug op te gaan in de groepszielen waaruit het ooit werd geboren.


Terug naar de inhoudstafel .